Danken in tijden van crises

Sermon  •  Submitted
0 ratings
· 10 views

… Temidden van alle crises belijden we dat onze God regeert. In de dingen van ons leven zorgde God voor ons. Het is een voorproef van het vrederijk dat komt voor hen die in volhardend geloof het van God blijven verwachten.

Notes
Transcript
Liturgie
Voorzang Psalm 62: 1
Psalm 136:25, 26.
Geloofsbelijdenis met art 13 NGB
Zingen Psalm 147:4
Gebed om de opening van het Woord en verlichting met de Heilige Geest
Lezen Jesaja 24:21- 25:12
Collectezang Psalm 9: 2, 3, 5, 9.
Preek
Zingen Psalm 63:5, 6.
Dankgebed en voorbede
Zingen Psalm 138:1.
Zegen

Votum:

Onze hulp is in de Naam van de HEERE, die hemel en aarde gemaakt heeft. Die voor eeuwig de trouw bewaart, en die de werken van Zijn handen niet loslaat.

Introitus tekst:

Voorzeker, het visioen wacht nog op de vastgestelde tijd, aan het einde zal Hij het werkelijkheid maken. Hij liegt niet. Als Hij uitblijft, verwacht Hem, want Hij komt zeker, Hij zal niet wegblijven.

Psalm 136: 25, 26

Zingen we op deze dankdag God de lof toe, voor zijn onderhouding, op school, thuis, op je werk, uit psalm 136: 25 en 26. Looft Hem, Looft Hem al wat leeft, die al het vlees (zowel mensen als dieren) zijn voedsel geeft. En wat er verder volgt in vers 25 en 26 van psalm 136.

Geloofsbelijdenis met Artikel 13 van de NGB

Doen we belijdenis van ons geloof in de voorzienigheid van God, met artikel 13 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, en zingen we van de voedselketen die God genadig instand houdt met psalm 147:4.
In Artikel 13 belijden we ons geloof hoe God alle dingen in de hemel en aarde onderhoudt en regeert. Door de eeuwen heen is het taalkleed wat verouderd, en voor de verstaanbaarheid lees ik hem daarom voor in een hedendaagse versie. We belijden dan:
Wij geloven dat God in Zijn goedheid geen afstand heeft gedaan van Zijn schepping of dat Hij alles toevallig laat gebeuren. God bestuurt en regeert deze wereld. Er gebeurt niets wat niet in overeenstemming is met hoe Hij het wil.
Dat betekent niet dat God de bron is van de zonden, of schuld heeft aan de zonden die er gebeuren. Nee, Gods onbegrijpelijke macht en goedheid zijn zo groot, dat Hij helemaal rechtvaardig en goed is in wat Hij doet. Ook al leven de duivels en goddeloze mensen onrechtvaardig en verkeerd.
Het verborgen werk van God, dat wij niet begrijpen, willen we niet al te nieuwsgierig onderzoeken. Dat kunnen we ook niet. In nederigheid en eerbied aanbidden we de rechtvaardige oordelen van God. Wij zijn als leerlingen van Christus tevreden met wat de Bijbel ons leert over de geopenbaarde dingen en hieraan hebben wij genoeg.
Dat God alle dingen voorzíét en erin vóórziet geeft ons veel troost. Hierdoor weten wij dat ons niets door toeval overkomt, maar door de beschikking van onze goede hemelse Vader. Hij waakt over ons met vaderlijke zorg en heeft alle schepsels zo onder Zijn macht, dat niet één haar van ons hoofd (want die zijn allemaal geteld), en niet één musje valt op de aarde, buiten de wil om van onze Vader, Math. 10:29-30. Hierop vertrouwen wij en wij weten dat Hij de duivels in bedwang houdt. Ook onze vijanden kunnen ons geen schade toebrengen, zonder Zijn toelating en wil. Wij verwerpen de dwaling van Epicurus. Volgens hem gebeuren alle dingen toevallig en bemoeit God zich nergens mee.

Psalm 147:4

Gebed

Voordat we de Bijbel openen, willen we God vragen om de leiding van de Heilige Geest. Want daar zijn we afhankelijk van. Laten we daarom samen bidden.
Grote, Eeuwige Heere God. Wij komen tot U, om U te aanbidden om wie U bent. Wij zijn mensen, gemaakt door U uit stof, en tot de dag van vandaag hebt U ons gegeven wat we nodig hadden om te leven. Op een dankdag realiseren we ons dit temeer. We hebben het net beleden, alles komt uit uw Vaderlijke hand ons toe. Want wij komen tot u door Jezus Christus alleen, waarom we u aanroepen als onze genadige Vader. Want in onszelf zijn we zondig, zijn we in opstand tegen U. Jacob beleed het van zijn eigen leven, weinig en kwaad zijn de dagen van mijn leven geweest. En als we eerlijk zijn voor u, O God, als u op onze ongerechtigheden zou gaan letten en ze zou straffen, ach, wie zal bestaan? En daarom, alleen door de Heere Jezus, komen we ook nu bij U. Ja, dan ook met vertrouwen, dat U om Zijnentwil onze genadige Vader bent.
En we hebben U nodig. We staan in een tijd waarin het kwaad om ons heen aanwezig is, en ons ook aangrijpt en juist het zicht op U wil ontnemen. En daarom, voordat wij uw Woord gaan lezen, bidden we om een geopend hart, om verlicht verstand. Bidden we of U met Uw Heilige Geest er zo in mee wil komen, dat wij er door meegenomen worden. En u weet daarin waar een ieder van ons zich bevindt. O Heilige Geest, wil een ieder geven wat hij of zij nodig heeft. Hetzij een aansporing, een bemoediging een vermaning. Doe zoals u al zo vaak heb gedaan, zoek ons op, neem ons mee, spreek ons aan.
Velen van ons zullen komen uit de hectiek van het leven, hetzij vanuit ons leven thuis, op het werk, op school en universiteit. Dank, dat we hier mogen zijn, even in het midden van de week, even niets hoeven, dan ons tegoed doen aan wat u ons biedt. We bidden daarom of deze dagelijkse bezigheden mogen wegvallen, zodat we stil kunnen luisteren naar uw Woorden. En dat wij eruit Uw stem horen, lieve Heiland, die alleen ons hart verheugen kan.
We bidden om uw hulp voor mij als uw dienaar. Helpt u genadig in het spreken, geef vrijmoedigheid om te spreken, zoals ik moet spreken. Dat bidden we ook voor allen die vanavond uw Woord spreken, waar ook in Nederland. Dat het loflied op uw goedheid en trouw klinken zal op alle plekken en Uw Naam geprezen wordt. We bidden dit door Jezus Christus onze Heer, Amen.

Schriftlezing: Jesaja 24:21- 25:12.

Collectezang Psalm 9: 2, 3, 5, 9.

We zingen vanavond uit Psalm 9:2, 3, 5 en 9. Het is, net als Jesaja 25, een psalm waarin het loflied op Gods reddend ingrijpen bezongen wordt. Zonder dat ingrijpen, zouden we aan het onrecht en onheil overgeleverd zijn. Zo zingt vers 3
“Omdat mijn vijand, hoe geducht,
Teruggekeerd is en gevlucht;
Hij is, schoon stout te veld getogen, (stout, betekent hier dapper; dus hoewel dapper en met goede moed het oorlogsveld opgegaan)
Vergaan, gevallen voor Uw ogen.”
Ook vers 5 zingt hiervan. En we zingen ook vers 9, De Heer zal zijn een Hoog vertrek, voor wie getrapt wordt op de nek. Dat laatste is een beeld van hen die in onderdrukking moeten leven.
We zingen vers 2,3 5 en 9 van psalm 9.

Preek

Na het amen van de preek, zingen we zonder verdere aankondiging als antwoord op de preek psalm 63 vers 5 en 6.
Geliefde gemeente van de Heere Jezus,
Dankdag 2022… Ik weet niet hoe het u vergaat, maar als je het nieuws van het achterliggende seizoen op je in laat werken, dan lijkt Danken wel in schril contrast te staan met de werkelijkheid waarin we leven: Corona-pandemie, Stikstofcrisis en de boerenprotesten, wooncrisis, asielcrisis, Oorlog tussen Oekraïne en Rusland en daarmee de dreiging van een nucleaire oorlog, de inflatie, de spanningen rond Taiwan en Noord Korea, … en dan toch dankdag houden? Jesaja kon in moeilijke omstandigheden toch een danklied aanheffen in Jesaja 25. Daar willen we over nadenken onder het thema: Danken in tijden van crisis.
Ik wil eerst letten op de omstandigheden waarin Jesaja dit lied uitspreekt, waarbij we op de voorgaande hoofdstukken letten, vervolgens op de inhoud van het danklied en tot slot op het perspectief wat volgt op dit danklied.
De precieze omstandigheden waarin Jesaja dit hoofdstuk heeft geprofeteerd zijn niet direct bekend. Het kleine Juda is in de tijd van Jesaja een speelbal van de grootmachten: Assyrie, Syrie en Egypte. En al in H1 schetst Jesaja een negatief beeld over de situatie in Juda, onder de goddeloze koning Achaz. “Hoe is de trouwe stad tot een hoer geworden!” En “De dochter van Sion, zeg maar de gelovigen, is zo klein geworden dat het haast onvindbaar is: “het is een hutje in een wijngaard”. zo klinkt het onthutsend… En de hoofdstukken 13-23 heeft Jesaja diverse profetieen uitgesproken, waarin hij moet aankondigen hoe het zal gaan en aflopen met deze en andere omliggende volkeren. Vaak profetieen vol van onheil en oordeel… Oh Ja, Jesaja profeteert ook van heil, maar het gaat door het oordeel heen. Makkelijk is dat niet geweest voor Jesaja…
En in Jesaja 24, het gedeelte voorafgaand aan wat we hebben gelezen, richt Jesaja zich opnieuw op Jeruzalem, de stad van God. Tot nu toe het symbool van Gods trouw… Wat er ook gebeurde, deze stad werd niet vernietigt. Psalm 46 zegt daarover: “God is in haar paleizen, God zal haar stand doen houden tot in eeuwigheid.
Deze psalm daagt je uit: Ga rondom Sion en loop er omheen, tel haar torens, richt uw hart op haar muren, de God die haar stand deed houden is onze God” … Maar dit is niet het beeld wat Jesaja ziet. Hij noemt Jeruzalem, Chaos stad, tohu in het hebreeuws… het verwijst naar de ongevormde schepping in Genesis… Jesaja ziet dat de stad tot een ruïne zal worden en de poort zal verbrijzeld worden. Een rest zal behouden worden…
Dan in vers 17 van H24 rijst een nieuw perspectief, intenser, wijdser… Jesaja betrekt alle bewoners van de aarde erbij. “Angst, Valkuil en strik, over u bewoners van de aarde” .. en het krijgt kosmische trekken: De aarde zal openscheuren hij zal waggelen als een dronkaard…
Na dit kosmische visioen, dan in vers 21, profeteert Jesaja: Op die dag zal het gebeuren… Wanneer je zo’n zin leest, dan is dit een verwijzing naar de dag van de Heere die vaker voorkomt in Jesaja en het OT. Het is een moment in de toekomst waarop God zijn rijk gaat instellen. Op die dag zal het gebeuren: dan verschijnt de Heere HEERE, hij straft alle koningen en zegevierend trekt Hij op naar de berg Sion, bij Jeruzalem, waar Hij zichtbaar gaat regeren en Zijn wetten en regels laat gelden. En voor het volk van God, vertegenwoordigd in haar oudsten, haar leiders, zal er heerlijkheid zijn.
Juda dus, een speelbal van de machten en er is maar een rest die trouw blijft aan de HEERE. Gemeente, ik weet niet hoe het u vergaat, maar zo voel ik me ook wel eens… Als gewone burger, we zijn een speelbal van de machten… De Verenigde Staten, de EU, China, Rusland, … En wat te zeggen van Technologische reuzen als Google, Microsoft, Apple, en van de moderne media als Twitter, Facebook, Instagram… En in de theologie is het al niet veel beter, als je merkt hoe sterk de krachten zijn die het gezag van de Bijbel betwisten… En ook geestelijk.. hoe kun je de macht van het ongeloof soms aan de lijve ondervinden… Als het ongeloof zo maar je gezin binnensijpelt, je broers, zussen, eigen kinderen of kinderen van de gemeente ziet afhaken, als je rondkijkt in de stad bijvoorbeeld als je op een zonnige dag door de stad naar de kerk gaat en je ziet dat het met de overgrote meerderheid die Jezus niet volgt voorspoedig lijkt te gaan, dan kan zomaar ook in je eigen hart dat ongeloof opkomen… Wie heeft het eigenlijk voor het zeggen?
Dan wordt zo’n oud boek, zo’n oude profetie weer levend. Het blijkt zo uiterst actueel te zijn… Ik vind dit enorm bemoedigend… toen was de situatie niet veel anders… En God neemt het woord om ons te bemoedigen. Hij regeert, de Ik Ben die Ik Ben regeert, en Hij gaat het winnen. Dat moest Jesaja profeteren, zodat zijn hoorders het zouden geloven en er hoop uit zouden putten. Hij moest het woord nemen, En zo zeg ik het u ook aan, temidden van de huidige crises, opdat u er hoop uit putten zou… God, de HEERE, de Ik ben die Ik ben, kent u, kent ons, en bemoedigt ons: houd vol, Ik ga het winnen en jij zult er in delen. Ik roep vandaag dit perspectief naar voren, zodat er een danklied in je hart zal gaan klinken, zoals dat ook bij Jesaja gebeurde.
Letten we nu op de inhoud van het danklied.
Want wanneer Jesaja de oordelen aankondigt, dan blijft hij er niet koud onder wanneer hij dit ziet en moet aankondigen, zo van nou, dat komt ervan… die goddelozen, boontje komt om zijn loontje… nee, nee, zo hoor ik hem reageren als hij moet gaan profeteren over de trouweloosheid en het oordeel dat daarop volgt: in vers 16b van H24: Ik kwijn weg, ik kwijn weg, wee mij… Daaraan kunt u de christen herkennen, die in navolging van Jezus, het kwade niet wil, maar huilt over Jeruzalem…
Vanuit die persoonlijke betrokkenheid, en de grote tegenstelling tussen de ondergang van de wereld zonder God, en het heil wat Gods dag brengt voor Zijn volk begrijp je dat Jesaja 25 inzet met een persoonlijk danklied.: HEERE, JHWH, de verbondsnaam, de Ik ben die Ik ben… U bent Mijn God! Ik behoor bij Uw volk, we zouden zeggen, ik leef uit mijn doop. U verschijnt nu reddend voor mij. De bittere klacht van Jesaja verdwijnt als sneeuw voor de zon… Te midden van alle machtswisselingen op de wereldkaart die hij heeft geprofeteerd, uit hij zijn persoonlijk houvast en geloof: Uw raadsbesluiten zijn van oudsher vast en zeker… Wat u vroeger aankondigde, gebeurt: Zoals de sterke stad een verwoesting zal worden, waarin je de echo hoort van het oordeel in H24, zo zal Uw overwinning er ook zijn. De grootmachten zullen het verliezen… Het is eigenlijk wel gek toch? Er is niets veranderd, tenminste, zo lijkt het… Gods spreken verandert echter alles! Herken je dat? Paulus herkent het wel, als hij later schrijft: Het geloof nu is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet…
In vers 3 licht nog iets moois op, iets wat later in vers 6 nog duidelijker zal worden. Het oordeel wat God voltrekt aan de stad, heeft een transformerend effect. Het bepaald de grondtoon van de dank: De oordelen over Jeruzalem en wellicht over de volken, die zullen gezien worden… Veel sterke volken zullen Hem vrezen en God gaan eren. Een gewelddadig volk zal God met ontzag en liefde gaan dienen. Dat doet het danklied rijzen tot zijn hoogtepunt: Gods ingrijpen zal heil brengen voor de volken. En is dat ook niet werkelijkheid geworden? Is het christendom niet over alle volken verspreid, en zijn er niet machtige volkeren, nu, vandaag, maar ook in het verleden, die op de God van de Bijbel hun vertrouwen stellen? En is er onze samenleving qua openbare orde, vrijheid van Godsdienst, bescherming van mensenrechten ook niet veel goeds te noemen, die voortkomen uit dat vrezen van God? Ik weet wel dat het onder druk staat, maar zien we ook deze goede dingen? En horen we soms ook niet vanuit de burgerlijke overheid de waardering voor het christelijke vrijwilligerswerk wat door de kerken in de stad gedaan wordt?
En vervolgens in vers 4, dankt Jesaja voor wat God doet op persoonlijk micro-niveau. Dan richt Jesaja zijn blik op de kleine onbetekenende gelovige, geschetst als de arme en de geringe in vers 4: daar is God een Beschermer en een Toevlucht voor geweest. Ik hoor Jesaja ons instrueren: als je het in het grote nu lastig vind om te zien, zoek het dan in het kleine. Het stille werk van God, dat haalt het nieuws niet, maar het is er wel, en het is reëel. Is dit ook uw ervaring, jouw ervaring? Dat je terugkijkt in het achterliggende seizoen en in je eigen leven zomaar stilletjes, de goede hand van God in je leven merkt? Je zag op tegen die stille vakantie, iedereen trok erop uit, maar je was te oud, of je gezondheid, of je financiën lieten geen vakantie toe… en God hielp er je doorheen… Je vroeg je af hoe je je aan goed personeel moest komen, en je bad erom, en als je terugkijkt dan verwonder je erover dat je bedrijf het toch heeft gered. In de energiecrisis maakte je jezelf zorgen hoe je het kon betalen, je schuilde ervoor bij God, en de diaconie sprong bij, God hielp je door… En soms… dan kwamen al die crises over je heen als een stortvloed… en het dreigde je mee te sleuren… Maar toen greep God in en Hij deed zoals Psalm 3 zegt; “hij hief mijn hoofd omhoog, en deed mij uw gunst aanschouwen”. Hij liet een zonnestraal van Zijn Goedheid in je ziel vallen en je kon er weer tegenaan. Hem daarvoor de dank, de lof en de eer… JHWH, mijn God, Uw Naam loof ik, U zal ik roemen…
Misschien is het bij u anders gegaan, en is er in uw hart een schreeuw naar God… Laat dit dan u bemoedigen, er staat niet dat voor de sterk gelovige en de geharnaste strijder een vesting is… nee Hij is het voor de arme en de geringe… niets is Hem te gering of te klein, en zo Hij uitblijft, verwacht Hem, want Hij zal zeker komen.
En deze houding van volhardend geloof, is waartoe God oproept. Wat God zegt, daar kun je jezelf op verlaten, in het klein, en in het groot. En deze houding van volhardend geloof, zal je ook doen delen in de overwinning van Christus. En dan kijk ik even vast vooruit naar vers 9. Daar blijkt dat het volk wat deelt in de overwinning zegt dat ze hebben volhard in het verwachten… Jesaja profeteert dat het volk wat God bevrijdt, dan zal zeggen: wij hebben Hem verwacht. Ze herkennen Hem. Ja, ze leden smaad, mensen vonden het maar achterlijk hoe zij op Hem vertrouwden. Maar tegen hoop op hoop, hebben ze vol gehouden, en moeten wij volhouden. Daarvoor laat God het ons profeteren waarop het uit gaat lopen,
Daarom sta ik tot slot stil bij het perspectief wat in dit hoofdstuk staat.
God gaat overwinnen, en Hij richt voor alle volken een feestmaal aan. Voor Jesaja rijst een geweldig perspectief op. Dat kleine groepje overgebleven Joden, het zal het toch redden. God komt zijn volk verlossen en voor alle volken zal er een maaltijd zijn. Niet alleen Israël en Juda, maar alle volken zullen delen in het heil. Jesaja schildert hier een groot banket, een diner zoals bij de inauguratie van een koning of koningin. Allerlei heerlijke gerechten en de beste kwaliteit wijnen zijn aanwezig. Vreugde en blijdschap, alom! Jongens en meiden, dat weet je wel, op een bruiloft of op een feest waar samen wordt gegeten. Zelf je drinken bij de bar halen, en overal liggen lekkere dingen waarvan je mag snoepen. En dan het ravotten en rennen met elkaar… Heerlijk toch? En op dit feestmaal daar vallen de grenzen tussen de volken weg, de Rus en de Oekraïner zitten samen aan de tafel, de polarisatie is er voorbij. Vrede en harmonie…
En dan in vers 7 die sluier die verslonden zal worden, wat moeten we daaronder verstaan? Het grondwoord voor sluier is ook omhulsel of zou een gordijn kunnen betekenen. Het ontneemt je het zicht op iets. Net zoals het voorhangsel in de tabernakel het zicht ontnam op de Ark, voor zowel Joden als heidenen. Zo ligt ook deze sluier over alle volken en alle naties. Het belemmert dus het zicht op God. Het is door de zondeval over alle mensen gekomen. Maar met dat Jezus uitroept het is Volbracht, en sterft, wordt het voorhangsel gescheurd. En zo is met de komst van Jezus het begin gemaakt van de verslinding van de sluier, waar we hier op aarde nog ten dele kennen, maar straks volkomen. Dat is het perspectief wat hieruit klinkt: Wij zullen Hem zien, zoals Hij is.
En niets zal deze nieuwe heerlijke werkelijkheid meer kunnen aantasten. De dood die aan alles een einde maakt, waar we zo bang voor kunnen zijn, de dood zo vervolgt Jesaja in vers 8, zal zijn overwonnen. Paulus doelt ook op deze tekst, als hij in 1 Korinthe 15 zegt: dan zal de dood verslonden zijn tot overwinning. Hij schetst het perspectief daar, dat het nieuwe lichaam niet meer onderworpen is aan de afbraak en de dood, de dood is verslonden, datgene wat ons wil grijpen, wil vastpakken, en in een eeuwige eenzaamheid en pijn trekken wil, het is er niet meer.
Wil u garanties dat dit werkelijkheid zal worden? Christus Hij is uw garantie. Hij heeft de dood gedood. Hij heeft aan het kruis, de helse pijn geleden. Daar grijnsde de dood, en daar opende de dood Zijn kaken, om Hem te vermorzelen… Daar leek het alsof de dood overwon… Maar nu! Christus is opgewekt! De dood is overwonnen! Hij is ten hemel gevaren en regeert, en verwachten Hem tot Hij terugkomt om ons te redden… Dit Heilige Lam, dat straks de Leeuw zal blijken te zijn, vraagt u nu nog vriendelijk: Luister naar Mij, en je ziel zal leven. Zo eenvoudig, zo dichtbij: drink mijn woorden in, en je zal leven.
En als je niet drinkt, je niet gewonnen geeft? Dan zul je niet deelnemen aan deze maaltijd. Want hoewel alle volken uitgenodigd zijn, zullen ze er niet allen er aan deelnemen. Kijk vers 10-12, Moab, een buurland en vijand van Israël zal er niet bij zijn. In de profetie over Moab heeft Jesaja Moab al eerder neergezet als zeer hoogmoedige, trots en overmoedig. Dat beeld lijkt hier herhaald. Die wil er niet bij horen, en zal vertrapt worden. Het zal machteloos worden, hulpeloos als een drenkeling in het water, en zijn sterke muren worden vergruist. Met ontzetting lees ik het en ik huiver… Daarom nogmaals: Luister toch naar Hem, en je ziel zal leven..
Broeders en zusters, Dankdag 2022… Temidden van alle crises belijden we dat onze God regeert. In de dingen van ons leven zorgde God voor ons. Het is een voorproef van het vrederijk dat komt voor hen die in volhardend geloof het van God blijven verwachten.
Nog een keer roep ik het perspectief op waartoe God ons uitnodigt, en ik neem u mee naar het eiland Patmos, waar Johannes staat en de stad van God als een bruid versiert op de aarde ziet neerdalen, dan klinkt er de stem, met dat tere beeld: En God, zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn.
Gemeente, echt, het is het wachten meer dan waard … Amen.

Dankgebed en voorbeden

We willen nu samen God danken voor het achterliggende seizoen. Ik doe dat in drie delen, voor Onderhouding van de samenleving
Onderhouding van het persoonlijke leven
Onderhouding van kerk en het geestelijke leven.
Laten we danken.
HEERE, onze God, die trouw bent, en trouw blijft, temidden van alle crises roepen wij U aan. We danken U dat u doet wat u zegt. Daar klemmen we ons aan vast, daar willen we ons door laten gezeggen. U liet ons een machtig perspectief zien. Alle volken, aan een tafel. Geen polarisatie, geen oorlog, geen ruzie. Geen dood, geen rouw… We verlangen daarna, Heere en we danken ervoor dat dit komt.
We willen ook ronduit belijden, dat we dit niet verdienen. Wij hebben gezondigd, elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. En al die dagen deed u goed aan ons. Terwijl wij de liefde niet leefden, zoals U dat wel deed, Heere Jezus, bleef u o Vader ons in liefde verzorgen. Groot is Uw trouw, ze is elke morgen nieuw.
We willen u samen danken voor het feit dat u ons in het achterliggende jaar voldoende voedsel gaf. Dat er naar een lange tijd van droogte, er weer veel regen is gekomen. Temeer beseffen we door alle crises heen, dat dit niet vanzelfsprekend is. Maar voor ons was het er, dank u wel. We danken u voor hen, die in die voedselketen werkzaam zijn, in tuinbouw, landbouw en visserij, met alle vragen en moeite die dit geeft. God, geef hen wijsheid en moed en laat uw zorg over hen zijn.
We danken u voor de overheid die ons ook dit jaar regeerde, voor onze regering en staten generaal. Dat er sprake was van een goede openbare orde, ondanks alle polarisatie, en er goede sociale voorzieningen waren voor degenen die hulp nodig hebben, zoals chronisch zieken, gehandicapten en onze ouderen. We danken u voor doktoren en verplegers, voor hen die dagelijks aan de bedden staan, en de nodige zorg mogen geven. We danken u voor het onderwijs dat is gegeven. Voor leraren en leraressen, meesters en juffrouws, ondersteunend personeel voor hun inzet en creativiteit. We danken u voor de universiteiten waar we opgeleid mogen worden om in de samenleving te dienen. We danken u voor hen die zich in Nederland en daarbuiten inzetten voor de bestrijding van armoede en onrecht, in defensie, noodhulp of ontwikkelingssamenwerking.
We danken u voor de vrijheid om ons te uiten en te organiseren volgens onze eigen levensovertuiging. Dat we op allerlei levensterreinen instellingen hebben die uw evangelie boodschap kunnen doordenken en door vertalen. Heere, u bent goed!
We willen u ook de dank brengen voor wat u ons persoonlijk gaf. Omdat ik dit niet kan doen, willen we dit doen in een moment van stilte waarin ieder zijn eigen dank bij U kan brengen.
We willen u danken dat het werk in de kerk door kon gaan. Dat de prediking week in week uit door kon gaan. Dat u er doorheen werkte, en ons voedde met het geestelijke brood, dat uzelf bent Heere Jezus. Dank u voor het werk van ds. Olie en ds. Van Oord, voor pastoraat en catechese. Dank voor het werk van de ouderlingen en diakenen die in belangeloze dienst hun werk deden. Dank voor het werk van de kosters, organisten en musici, voor hen die met gouden handen en tomeloze inzet de kerk dienden in schoonmaken en praktische ondersteuning. Dank voor het werk van commissies, jeugdleiders, bijbelkringleiders, mentoren, opvoedkringen, mannen- en vrouwenvereniging. Dank voor al missionaire werk wat gedaan mocht worden in alfa cursus, inloopochtenden, online Bijbelcurssuen en vakantie Bijbelweken. Dank dat Rene Strengholt als city Pastor is bevestigd, en dat het werk van Citykerk Delft daarmee een beter gezicht en draagvlak kreeg. Dank dat het werk in Sulawesi, Nepal en Nigiria door mocht gaan.
We beseffen O God, dat dit lang niet alles is waarvoor we U moeten danken. We willen daarom als laatste danken voor alles wat zo onzichtbaar is, en klein, maar dat door U is gezien Heere Jezus. Dat straks ook Zijn loon ontvangen zal, al is het een beker koud water, aan een van uw kleinen Heere Jezus, het zal zijn loon ontvangen.
U, de grote onuitsprekelijke Gave, Heere Jezus, U Vader, en U Heilige Geest, komt alle dank en lof toe in eeuwigheid, Halleluja! Amen.

Psalm 138:1

Zingen we tot slot, Psalm 138:1, waarin we zingen van het volhardend geloof, dat zegt: Ik zal mij buigen op uw eis, naar uw paleis, het hof der hoven. Psalm 138:1

Zegen

Bidden we om zijn zegen:
De Heere zegene ons en behoede ons.
De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig!
De HEERE verheffe over ons Zijn aangezicht en geve ons vrede! Amen.
Related Media
See more
Related Sermons
See more