Psalm 25

inleiding:

Deze psalm schildert het leven als een moeilijke reis die we niet alleen kunnen afleggen. Het woord "weg" wordt vier keer gebruikt (vers 4, 8, 9, 12) en "paden" één keer (vers 10), en we zien de psalmist tot God roepen om wijsheid terwijl hij beslissingen neemt (vers 4-5). Hij is omringd door vijanden (vs. 2) die hem haten (vs. 19), vallen voor hem zetten (vs. 15) en willen dat hij faalt en beschaamd wordt (vs. 2, 3, 20). De psalmist weet dat hij een zondaar is die Gods hulp niet verdient (vers 7, 11, 18), maar hij vertrouwt op de goedheid en barmhartigheid van de Heer. In deze psalm beschrijft David hoe hij in de donkerste uren van zijn leven geleerd heeft om de Heere te vertrouwen. Een oude prediker heeft het ooit zo mooi verwoord: als vooruitzien je somber en bang maakt, probeer dan omhoog te zien. Bedenk de dingen die boven zijn, waar Christus is.

Ik wil drie punten uitlichten vandaag uit de verzen 4 en 5:

1 Heere maak mij uw wegen bekend

Jezus heeft gezegd: ik ben de weg.

2 Leid mij in uw waarheid.

3 U bent de God van mijn heil.