Genesis 1 en 2

Sermon  •  Submitted   •  Presented
0 ratings
· 4 views
Notes
Transcript
Genesis
Alles dat geschapen is heeft een begin. Je kunt er niet omheen, iets moet beginnen voordat het bestaat. Enkel God is eeuwig, dat wil zeggen zonder begin en zonder einde. Het boek Genesis komt van de Griekse vertaling van het oude testament en heet vertaald: „Begin”. Dit boek beschrijft het enige ware verhaal van de schepping. En het is aan ons gegeven door de Enige die er op dat moment was: God zelf! De Schepper! Hij immers heeft alles gemaakt( Jer 10:16 )
Het is je misschien wel opgevallen, dat God nergens probeert te bewijzen dat Hij bestaat. Het is de apostel voor de heidenen die later schrijft dat geloof de voorwaarde is om God te behagen en dat wie tot God komt, moet geloven dat Hij bestaat, en een beloner is voor wie Hem ernstig zoeken(Heb 11:6). Als je begint de Bijbel te bestuderen met een open hart, kun je niet anders dan tot de ontdekking komen hoe groot God is, en hoe groot de genade is die je ontvangen hebt wanneer je tot geloof gekomen bent. Wat een rijkdom om Gods woord te hebben en te kunnen lezen en bestuderen, vind je niet? Het is met de Bijbel net als met de bank; ze dienen je het beste als ze open zijn.
In het begin schiep God de hemel en de aarde.
Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God, en wel zo dat de dingen die men ziet, niet ontstaan zijn uit wat zichtbaar is. (Hebreeen 11:3)
Gen1:1 Het Hebreeuwse woord dat er wordt gebruikt voor „schiep” is het woord „Bara", en word exclusief gebruikt voor Gods scheppende kracht. Hoewel er een begin met de wereld gemaakt is door God uit het niets (ex Nihilo), was God zelf er altijd al. Hij maakte zelfs de tijd. Dus voordat er nog maar iets was, bestond God al. Hij is eeuwig! (Psalm 90:2) Als we daar iets langer bij stil staan, ontdekken we veel over de grootheid van God. Zo bestond Hij dus al voor de schepping, en plande alles zeer nauwkeurig, van de schepping van de wereld tot de komst van de Heere Jezus tot de dag van terugkomst van de Heere Jezus en nog veel meer. Deze wetenschap zorgt ervoor dat het ons soms te veel wordt om alles in één keer te begrijpen. Dat hoeft ook niet! Alleen, laten we voorzichtig zijn, om dat wat wij niet meteen kunnen begrijpen ook te verwerpen. Je kunt het veel beter even opzij zetten, en op de juiste tijd zul je meer begrijpen. Het is onmogelijk om meteen alles te weten en alles te begrijpen. Niemand verwacht dit dan ook van je.
God bepaalde de grootte van de aarde, en spande een „meetlint” over haar uit( Job 38:5). Niemand anders dan God was hierbij betrokken. Het woord hier voor God is ELOHIM. Elohim is meervoud van ELOAH dat Machtige betekend.
Genesis 1:1 probeert het bestaan van God niet te bewijzen, het maakt duidelijk dat God er al was! De Bijbel heeft een speciale naam voor degenen die het feit dat God bestaat willen ontkennen. Die naam is „Dwaas”( Psalm 14:1 of 53:2)Het is dwaas om te zoeken naar een andere verklaring voor het wonder van de schepping. En deze mensen proberen met ogenschijnlijke kennis en wijsheid te verbergen wat zij volgens de Bijbel zijn: „Dwaas”!
Hier in het eerste vers van de Bijbel ontdekken we dat God meervoudig is, namelijk drie-enig. De drie-eenheid bestaat uit God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. En in de komende verzen komt dit vanzelf naar voren. Het eerste wat God creëert zijn de Hemelen. Dat is ook meervoudig. Paulus werd bijvoorbeeld opgetrokken tot in de 3e Hemel( 2 Cor 12:3-4)
De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed: en de Geest van God zweefde boven het water.
Gen1:2 Over de Hemel(hemelen) wordt nu niet gesproken, maar de aarde was woest en leeg. We weten dat er in de Hemel al genoeg was…
1. God zelf woont daar. (Ps 2:4 en 1 Kon 8:30,39,43, 49)
2. De Here Jezus was daar, Hij was er al voor de Hemel bestond net als God.Spreuken beschrijft dat voor de grondlegging der wereld Jezus als een Troetelkind bij de Vader was.(Spr 8:22-31)
3. En Hij heeft de engelen geschapen nádat hij de hemelen schiep vóórdat Hij de aarde maakte. Want bij het grondvesten van de aarde juichten de engelen die ook morgensterren genoemd worden. ( Job 38:4-7)
De hemel is volmaakt, maar op aarde was het anders. God heeft de aarde geformeerd en gemaakt en gegrondvest met als bedoeling dat de mens daarop zou wonen.(Jesaja 45:18) En toch zouden ze niet voor altijd op de aarde wonen. Hij bereidde al bij de grondlegging van de wereld het koninkrijk voor voor de gelovigen.(Mat 25:31-34) Maar nu was zij nog woest en leeg… We moeten beseffen dat woestenij en leegte niet in het karakter van God past. We dienen een God van orde, niet van chaos(1 Kor 14:33). Dus maakte Hij alles volgens zijn inzicht. God maakt van de chaos de kosmos (wereld)…
God heeft een ongeëvenaarde kracht. Er is dan ook geen grotere kracht dan die God heeft en geen grotere macht dan God zelf! Door die kracht heeft hij de hemel en de aarde geschapen. Wat God begint, dat volmaakt Hij ook. Met de wereld, met zijn plan en ook met zijn kinderen(Fil 1:6).
We lezen dat duisternis over de watervloed lag. Er was water, er was duisternis. De woorden in de grondtekst laten zien dat het niet verloren en verlaten was, maar leeg, vormeloos en donker. Op die zelfde manier zijn wij leeg, vormeloos en duister voordat de Heere Jezus woning maakt in onze harten.(Ef 3:17)Hij vervult ons met Zijn leven. Hij vormt ons door Zijn woord in ons te planten (Rom12:1-2). En Hij verlicht ons hart omdat Hij het waarachtige Licht is!(Joh 1:9)Meteen in ditzelfde vers zien we ook dat de aarde niet verlaten is, Gods Geest zweeft over de wateren. God laat zijn Schepping niet alleen, hoe donker en hoe woest de situatie ook is of lijkt.
Gods Geest is „Ruach Elohim” en betekend Geest van God. In Psalm 33:6 geven sommige vertalingen wind Gods aan, maar dit moet echt Geest van God zijn, de verwijzing is altijd naar dit vers. Ruach kan soms ook ook adem of wind betekenen( Gen 2:7)Adam kreeg (levens)adem in geblazen in zijn neusgaten.
En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht.
Want God, Die gezegd heeft dat het licht uit de duisternis zou schijnen, is ook Degene Die in onze harten geschenen heeft tot verlichting met de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus.
(2 Cor 4:6)
Gen 1:3 Hier horen we God voor het eerst spreken. God beval dat er licht zou zijn. De enige juiste houding van alles wat bestaat is dat het God gehoorzaamd. Hoe zou het kunnen dat het gemaakte tegen de Maker ingaat?(Rom 9:20)Toen de Here Jezus onderwijs gaf, viel het de mensen op dat hij sprak met gezag. (Luk 4:32) En wanneer hij zieken genas of boze geesten beval uit te gaan, gehoorzaamden zij, omdat de Here Jezus gezag had. (Luk 4:36)
Lukas beschrijft dat de schrift overal getuigt van Christus (Luk 24:27) Ook hier in vers 3 vinden we het scheppende en levende Woord. Het evangelie van Johannes beschrijft op een prachtige manier hoe de Here Jezus als het woord was en als het licht was.
Zoals God in de schepping het licht doet schijnen in de duisternis, zo doet hij dat ook in het hart van de gelovige Hij weet wat in het duister is, want het licht woont bij Hem. (Dan 2:22)Dit licht verdreef de duisternis. De Here Jezus getuigde van zichzelf dat Hij als een licht in de wereld is gekomen. We weten dat God de Vader, God de Heilige Geest en nu dus ook God de Zoon in de schepping betrokken zijn.(Joh 12:46) Wat is het heerlijk om door Gods woord uit de duisternis getrokken te worden. Wat een zekerheid dat het licht niet door de duisternis gegrepen kan worden, want waar licht is verdwijnt de duisternis.(Joh 1:5) Hier zien we de eerste van 3 scheidingen: Licht en duisternis.
2e Scheiding van het uitspansel (hemel en aarde)
3e Scheiding Dag en en nacht
En God zag, dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis.
En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen
Joh1:5
Gen1:4-5 Het licht was er dus voordat zon of maan er waren. Dit alles vond plaats op de eerste dag. God zag dit licht en vond het tov. „Tov” is Hebreeuws voor goed en prachtig. Wat God ook maakte het was goed, prachtig, God welgevallig. Het licht was geen transformatie van duisternis, maar scheiding. Het licht werd afgescheiden van de oorspronkelijke duisternis.
Het was God zelf die scheiding aanbracht tussen licht en duisternis. De nacht wordt vaak gezien als een negatief iets. Maar dat hoeft niet zo te zijn. Want na de nacht komt de morgen, en daarin vinden wij Gods trouw. Doordat er iedere keer een morgen komt mogen we bewust zijn van Gods liefde en trouw die zich iedere morgen weer vernieuwen. (Klaagl.3:23)
Wanneer we goed vers 5 bestuderen komen we tot een bijzondere ontdekking. Het was avond geweest, het was morgen geweest, de eerste dag! Wij zeggen: „het was morgen geweest en avond geweest, weer een dag voorbij”. Voor de joden begint de dag wanneer de zon ondergaat. Let maar eens op, door heel de Bijbel vind je dit principe terug. Hier moeten we dus wel rekening mee houden wanneer we studeren in Gods woord. Een dag is van zonsondergang tot zonsondergang.
"Dag" met numerieke bijvoeglijke naamwoorden in het Hebreeuws heeft altijd betrekking op een periode van 24 uur. Het kan dus geen eeuw geweest zijn of ander tijdperk. In exodus 20 vers 8-11 wordt dit bevestigd.
En God zei: Laat er een gewelf zijn in het midden van het water, en laat dat scheiding maken tussen water en water!En God maakte dat gewelf en maakte scheiding tussen het water dat onder het gewelf is, en het water dat boven het gewelf is. En het was zo. En God noemde het gewelf hemel. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de tweede dag.
De hemel vertelt Gods eer, het gewelf verkondigd het werk van Zijn handen.
Ps 19:2
Gen 1:6-8 Al dat water waarvan gesproken werd in vers 2 komt nu aan het bod. Eerst spreekt God dat er een gewelf moet zijn. Een gewelf is een boog of een koepel. God sprak dat er in het midden van de wateren een scheiding zou komen om water te scheiden van water. Een deel van dit water werd dus opgeslagen achter de sluizen van de hemel(Gen 7:11 en 8:2). We zouden kunnen zeggen dat dit de dampkring is. (spreuken 8:27)
Het mooie is dat we zien dat God in die eerste drie dagen maakt en vult. Hij maakte de hemel en vulde die, en dat doet hij ook met de zeeën en het land. Maar nog mooier is het om te ontdekken dat Hij dat ook met de mens doet. Scheppen en vormen, en dan vullen. Kijk maar naar Adam.
Wanneer je naar een monumentaal gebouw kijkt zie je een prachtig gebouw. Maar als je even blijft staan zie je ook het stempel dat de ontwerper erop gedrukt heeft. Het gebouw laat dus zien dat er een ontwerper was, en wat zijn stijl van bouwen was. Eigenlijk laat de ontwerper of de initiator in zijn creatieve hart kijken wanneer je naar zijn bouwsel kijkt. Psalm 19 laat ons zien dat we door naar de hemelen en de aarde te kijken, of door over het water te turen, je naar het werk van Gods hand kijkt. Je kijkt daarmee de Initiator, de ontwerper in Zijn hart.
Rom1:20 leert ons dat we God zelf niet kunnen zien. Hij is geest. Niet alleen kunnen we God zelf niet zien, ook zijn er bepaalde eigenschappen onzichtbaar voor ons, namelijk
1 Zijn eeuwige kracht
2 Zijn Goddelijkheid.
Deze dingen wil God wel tonen. Hij heeft ze laten zien aan ons door ons in de schepping te plaatsen en ons de kans te geven deze te onderscheiden door stil te staan bij de schepping. Ieder mens komt in de schepping op een punt dat je de eeuwige kracht ziet in de schepping omdat deze nog steeds in stand gehouden en getemd wordt. En wanneer we weldenkend naar de schepping kijken moet je tot de ontdekking komen dat een mens, of zelf de mens niet in staat is dit te ontwerpen, ontwikkelen, te temmen en in stand te houden. Er moet dus wel een Macht zijn die alles gemaakt heeft.
Mede daarom openbaart God zich in het begin van Genesis als de Schepper-God; Elohim. Zodat niemand te verontschuldigen is.
En God zei: Laat het water dat onder de hemel is, in één plaats samenvloeien en laat het droge zichtbaar worden! En het was zo. En God noemde het droge aarde en het samengevloeide water noemde Hij zeeën; en God zag dat het goed was.
Ik stelde haar Mijn grens en plaatste een grendel en deuren, en zei: Tot hiertoe mag u komen en niet verder, hier zal zich een grens stellen tegen de hoogmoed van uw golven.
Job 38:10-11
En zij vreesden met grote vrees en zeiden tegen elkaar: Wie is Deze toch dat zelfs de wind en de zee Hem gehoorzaam zijn?
Mar 4:41
Gen 1:9-10 Het valt meteen op dat God het droge -dat is het land- niet tot bestaan roept, maar het zou zichtbaar worden. De aarde bestaat voor een groot deel uit water, maar ook uit gesteente, zand en klei. Het water zou plaats maken zodat het droge zichtbaar zou worden. Later, wanneer het volk Israël voor de Rode zee staat, zien we opnieuw dat God geen pad van droge grond aanlegt, maar het water splitst zodat er een pad van droge grond tevoorschijn kwam. Hier wordt datzelfde woord gebruikt(Exodus 14:29).
De Bijbel leert ons dat God de aarde schiep, en haar bedekte met water als een gewaad, een kleed. (ps 104:6)
Met de zondvloed moet het Gods bevel geweest zijn om de grenzen die God aan de zeeën stelde een einde te maken. Daarom traden zij buiten hun oevers en bedekten als weleer de hele aarde. Dit kennen wij als de zondvloed.(Genesis 6) Na de zondvloed gaf God een belofte aan Noach en zijn nakomelingen. De aarde zou nooit meer volledig onder water komen staan. Als teken van die belofte, dat verbond, stelde God de “regenboog” in de wolken. God heeft opnieuw zijn grens aan de zeeën gesteld. De zeeën gehoorzamen en zullen deze niet overschrijden tenzij op Gods bevel. Maar in ieder geval is één ding duidelijk: de wateren van de zeeën zullen de aarde nooit meer in haar geheel bedekken. ( Ps 104:9)
Het mooie is dat in het bijbelboek Job gesproken wordt over deuren met grendels. In Jeremia 5:22 wordt verduidelijkt waar die deuren en grendels uit bestaan. Het zand is de grens voor de zee.
Nadat water is verplaats en droog land zichtbaar is geworden volgt de benaming. Wateren word “zeeën” en de droge grond word “land”. En God zag het en keurde het goed.
En God zei: Laat de aarde groen doen opkomen, zaaddragend gewas, vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waarin hun zaad is op de aarde! En het was zo. En de aarde bracht groen voort, zaaddragend gewas naar zijn soort en bomen die vrucht dragen waarin hun zaad is, naar hun soort. En God zag dat het goed was.
God geeft echter daaraan een lichaam zoals Hij heeft gewild, en aan elk van de zaden zijn eigen lichaam.
1 Korinthe 15:38
Gen 1:11-12 Opnieuw spreekt God.Hier zien we de aarde voor het eerst productief worden. Zij krijgt de mogelijkheid tot ontwikkeling. De zaden op zich zijn enkel zaden, maar er komt een opdracht bij. Uit die zaden moet groen voortkomen, zaaddragend gewas, en vruchtbomen waarin opnieuw zaden zitten. Het begin van een proces dat God in gang heeft gezet. Hier zien we voor het eerst dat het geschapene wordt opgedragen om te handelen. We zijn nog steeds in dag drie. Werd de aard eerst gekleed met het water van de zee, nu werd de aarde bekleed met groen gewas.
Er word opdracht gegeven tot 3 soorten “groen”.
1 laat de aarde groen doen opkomen/voortbrengen. De enige keer dat dit zelfde woord wordt genoemd is in Joel 2:22. Daar worden de weiden van de woestijn worden groen. Hier kun je van grassoorten uitgaan. Het hebreeuwse woord dat hier gebruikt wordt , kan ook gebruikt worden voor mos en kleine plantjes.
2 Zaaddragend gewas. Hierbij kun je denken aan koren, of stuiken als bramen of frambozen en druiven.
3 Vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waarin hun zaad is op de aarde! Denk hierbij aan bomen, die vrucht dragen. Appels en peren, maar ook olijven en vijgen, noten en pitten. Hier horen ook palmbomen bij(kokosnoten)
Let er ook op dat alles vrucht draagt naar zijn aard. Iedere soort werd door God geschapen en vertegenwoordigd. Niets werd uitgesloten, al wordt niet alles bij name genoemd, zoals we later ook zullen zien bij de dieren en de vissen. Er worden categorieën genoemd.
Let op, het is minstens net zo belangrijk om aandacht te geven aan het laatste deel van het vers als aan de rest van dit vers. Alles wat in de Bijbel staat is nuttig om te onderrichten. Ook datgene dat op het eerste gezicht niet veel betekenis heeft. De woorden:” en het was alzo” hebben grote waarde en diepe betekenis. God beval en het was er. Misschien nog niet zichtbaar, want het lag nog onder de grond, maar het was zoals Elohim gesproken had. Niet het zou nog wel komen. Zo was het. Het Hebreeuwse woord dat hier gebruik wordt zegt zoveel als: Het bestond! Pas in vers twaalf komt alles op. Daar begint het te groeien. Maar nu lag alles nog onder de grond. De oorzaak was: God sprak, het gevolg was: Het bestond. Zo moet het ook zijn in ons leven.
Wat een creativiteit is er in God te vinden, dat Hij alles een lichaam geeft zoals Hij het wil, en aan elk van de zaden zijn eigen vorm. Niet alleen aan planten, maar ook aan dieren, en mensen en ook nog eens per diersoort verschillend. Wat een wonderlijk gegeven! Daar kun je God toch eigenlijk alleen maar voor prijzen!
In vers 13 ziens we dat God de 3e dag afsluit na het water te hebben doen samenvloeien, en het droge tevoorschijn laten komen. Maar dat was niet alles. God liet de aarde groen voortbrengen. En… op die 3e dag bracht de aarde dat groen ook voort! De aarde werd bedekt met grassen, mossen en gewassen. De aarde was nu aangekleed! Niet langer meer leeg, en woest en vormeloos zoals vers 1 dat beschreef, maar aangekleed en gekleurd.
En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en van jaren! En laten zij tot lichten zijn aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde! En het was zo.En God maakte twee grote lichten;het grote licht om de dag te beheersen en het kleine licht om de nacht te beheersen; en ook de sterren.
Die de grote lichten maakte, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig;
de zon tot heerschappij over de dag,
want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig;
de maan en sterren tot heerschappij over de nacht,
want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.
Psalm 136:7-9.
Hij heeft de maan gemaakt voor de vaste tijden,de zon weet wanneer hij ondergaat.
Psalm 104:19
Genesis 1:14-16 een indrukwekkende ontdekking! Die “drie speciale gebieden” die God in de eerste 3 dagen schiep, namelijk: 1)land, 2)zee en 3)lucht, worden door Hem gevuld in de komende drie dagen. Opnieuw, die geestelijke les: God schept en vult. Hij heeft mij herschapen en gevuld met Zijn Heilige Geest.
Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers,
de maan en de sterren, die Gij bereid hebt:
wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt,
en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet (Psalm 8:4-5)
Wat een kracht is er in God! Het heelal en de sterren zijn het werk van Gods vingers. Kun je je voorstellen wat zijn sterke arm zal uitwerken in een wereld als deze? En wat te denken van zijn precisie ( het werk van zijn vingers) en kracht(het werk van zijn arm) als Hij in ons leven aan het werk gaat! Het herinnert me ook aan de woorden van de Heere Jezus: Als ik door de vinger Gods boze geesten uitdrijf, dan is het Koninkrijk Gods over u gekomen( Lukas 11:20)
Misschien denk je, maar in vers 1 was er toch al licht? Hoe kan dat nu dan opnieuw geschapen worden? Laten we van dichtbij bekijken wat er gebeurt. Genesis 1;3 Laat er licht zijn. Vers 14: Laten er lichten zijn. Vers 3 enkelvoud, vers 14 meervoud. De Hemellichamen geven ons het licht, maar het bestaat niet uit de Hemel Lichamen. Simpelweg omdat de Bijbel ons leert dat voordat er hemellichamen waren ( vers 14) er al licht was(vers 3 en 4)!
De lichten die God tot aanzijn roept, willen we beter bekijken. Je zou er zo maar overheen lezen, maar deze lichten dienen meerdere doelen. Ik wil er drie noemen:
1) Deze lichten dienen ertoe dat er scheiding zou zijn tussen de dag en de nacht.
Of -volgens vers 18- om het licht van de duisternis te scheiden. Met andere woorden om het verschil tussen het licht ( de dag)en de duisternis (de nacht)- die er vanaf de schepping van het licht geweest is- op een ordelijke manier te laten verlopen. Het verschijnen van de zon zou op een ordelijke en rustige manier ruimte maken voor de verschijning van de maan. Het zou elkaar harmonieus afwisselen. Orde, rust en harmonie laten allemaal het karakter van God zien. God is geen geen van chaos, maar van orde. (1 Corinthe 14:33)
2) Deze lichten moesten dienen als een aanwijzing of voorteken van
A- noodzakelijke buitengewone gebeurtenissen
We kunnen dit zien in de geschiedenis van de geboorte van de Heere Jezus en de wijzen uit het oosten( Matheus 2:2)
Ook op in de periode dat de Heere Jezus terug zal komen zullen er tekenen zijn in zon, maan en sterren ( Lukas 21:25)
Wat te denken van Gods oordelen. Ook die laat hij niet onaan-gekondigd.(Joel 2:30; Matteus 24:29). Het is goed om de hemellichamen in het oog te houden, maar wel op een geestelijk gezonde manier, en niet op een heidense, en zelfs occulte manier.
De zon en de maan en de sterren hebben ons genoeg te zeggen, maar enkel de boodschap van God, en niet een leugen van de boze.
(Jeremia 10:2)
B- de seizoenen
Om op een precieze en goede manier de tijd te kunnen vaststellen heb je een horloge nodig. Om accuraat aan te kunnen geven hoe ver we zijn in het jaar heb je een kalender nodig. Maar wat als die er niet zijn? En wie of wat stelt dan die kalender en de tijd vast?
[Zomer, herfst, winter en lente worden veroorzaakt door de scheve stand van de draaiingsas van de aarde. Die draaiingsas staat niet loodrecht op het baanvlak, maar wijkt daar ongeveer 23 graden van af. (Bij de meeste globes is die zogeheten ashelling goed zichtbaar.) De draaiingsas van de aarde heeft echter wel een min of meer vaste stand in de ruimte: hij wijst in de richting van de Poolster.
Door die vaste, maar scheve stand van de aardas wordt onze planeet steeds op een andere manier door de zon beschenen. In december wijst de noordpool van de zon af, en is de zuidpool juist enigszins in de richting van de zon gekeerd. Het noordelijk halfrond van de aarde ontvangt dan dus veel minder zonlicht dan het zuidelijk halfrond. De zuidpool ‘baadt’ zelfs continu in het zonlicht, terwijl op de noordpool de poolnacht heerst. In Europa en Noord-Amerika duren de dagen kort en de nachten lang, en de zon komt midden op de dag niet echt hoog boven de horizon. De seizoenen worden dus veroorzaakt door de scheve stand van de aardas. Als de draaiingsas van onze planeet loodrecht op het baanvlak zou staan, zouden er geen seizoenen zijn.]
De dieren weten hun tijd, zegt de Bijbel, ze weten wanneer ze moeten vertrekken, en mensen kunnen die tijd ook weten. (Jer:8:7)
3) Ze moeten fungeren als lampen op aarde.
Het licht van de zon laat alles groeien en bloeien. Zonlicht is onmisbaar voor de groei van alles wat op aarde leeft. Planten hebben zonlicht nodig, groenten en fruit hebben zonlicht nodig, zelfs mensen hebben zonlicht nodig. Dit is het primaire doel. Het doen groeien van alles wat leeft.
En ze waren er om te regeren over dag en nacht. het grote licht ( de zon) om te heersen over de dag, en het kleinere (de maan) om te heersen over de nacht.
Er is niets mis met sterrenkunde. Denk maar eens aan de wijzen uit het oosten die misschien wel het duidelijkste voorbeeld uit de Bijbel zijn, dat door naar de sterren te kijken er informatie vrij komt. Er staat niet dat ze met het occulte bezig waren. Gods woord is heel duidelijk als het gaat om hoe we omgaan met Gods schepping in het algemeen. Romeinen 1:25 leert ons dat we in plaats van God- die te prijzen is tot in alle eeuwigheid- we het schepsel zelf zijn gaan vereren en aanbidden. Dat is ook waarom Paulus in de brief aan de Christenen uit Rome schrijft dat de reden van het aanbidden van de schepselen, in plaats van de schepper, een straf verdiend. Die straf ligt hierin: God heeft hen overgegeven aan schandelijke lusten… Het was altijd God geweest die ons daarvan weerhield, tot het moment, dat we niet langer Hem, maar Zijn schepselen begonnen te eren. Voor God het teken om ons over te geven, om de vijand niet langer op afstand te houden…
Maar God waarschuwt ook specifiek voor de mensen die verleid kunnen worden tot het aanbidden van Zon, maan en sterren…( Deuteronomium 4:19)
In Egypte had men vele afgoden waaronder de zonnegod. Men had verschillende namen voor deze zonnegoden: Chepri(morgenzon) of Atoem(avondzon) maar verreweg de bekendste is Ra (de god die met zijn zonneschip over de hemel voer. Hij nam 's ochtends de gedaante aan van een kever en 's avonds van een oude man.)
Het geschapene aanbidden maakt ons tot afgodendienaren. We moeten er voor waken om ons te laten leiden door niets anders dan God zelf. Hij heeft ons de leidsman en voleinder van ons geloof gestuurd. Zijn Woord is onze richtlijn. Er staat niks in de sterren geschreven dan alleen de leugens die Satan -de tegenstander van God, en ook een geschapen wezen- wil spuien. Sterrenbeelden en horoscopen geven geen bevrijding en ook geen waar antwoord op de vragen die je als mens kunt hebben. Het is alles gebaseerd op leugens. En deze leugens zijn er omdat de Vader van de Leugen; de Duivel je wil vermoeien en wil afhouden van de vrijheid die er te vinden is in een relatie met de levende God.
Jesaja 47:13 zegt het treffend voor mij:
Gij hebt u afgesloofd met uw vele plannen; laten nu opstaan en u redden, zij die de hemel indelen, die de sterren waarnemen, die maand voor maand doen weten wat u overkomen zal.
We weten dat het eerste vers uit de Bijbel heel indrukwekkend begint met wat God schiep. Dat scheppen is iets dat alleen God kan doen. Iets maken uit niets. Het Hebreeuwse woord is Bara. Er is geen mens die iets kan maken vanuit niets. Wij mensen hebben altijd iets nodig. Er zijn materialen of gereedschappen nodig, we hebben ruimte nodig of tijd. Voor God was dit geen noodzaak. Daarom dat het woord bara (scheppen alleen voor Hem is).
Als mensen iets maken wordt daar ook een woord voor gebruikt. In het Hebreeuws: Asah.Het betekend: Een object maken door middel van gebruik van bestaande materialen.
Nu, als God iets kan maken vanuit niets(Bara) noemen we dat scheppen. Als God van niets iets kan maken, dan is het logischerwijs ook zo dat hij van bestaande materialen iets kan maken. dat noemen we maken of vormen.(Asah) Een prachtig voorbeeld hiervan vinden we in Genesis 1:26 waar God besluit mensen te maken. Hij doet dat door stof te schikken tot een mens en er Zijn levensadem in te blazen.
God kan dus scheppen en maken, mensen kunnen enkel maken.
In vers 16 staat: En God maakte de twee grote lichten: Het is misschien even duizelingwekkend, maar God máákte de zon en de maan. En al probeer ik je vanuit de grondtekst te laten zien dat dit zo is, het is niet noodzakelijk. Het vers zegt in iedere vertaling die ik erop nageslagen heb: God maakte…
Dus: Het eerste doel van deze lichten is om scheiding te maken, het tweede doel is om te domineren over dag of nacht. Laten zij dienen als tekenen. En het derde doel is dat zij als lampen op aarde fungeren.
En God plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, om de dag en de nacht te beheersen en om scheiding te maken tussen het licht en de duisternis. En God zag dat het goed was. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest; de vierde dag.
Als ik uw hemel zie, het werk van Uw vingers, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt, wat is dan de sterveling , dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U naar hem omziet?
Psalm 8:4-5
Gen 1:17-19 We weten van Gods sterke arm die altijd bij machte is ons te bevrijden uit elke situatie. Maar we hebben werkelijk geen idee hoe groot die kracht en verstrekkend die macht is, totdat we zien wat enkel zijn vingers kunnen bewerkstelligen: de maan en sterren.Het was een precisiewerk ze te plaatsen. Als de zon iets te dicht bij de aarde zou staan, of juist iets te ver weg, dan zou dat verstrekkende gevolgen hebben voor al het leven en bestaan op aarde.
Met de grootste precisie plaatste Hij ze aan het hemelgewelf. Hun doel: licht te geven op aarde, om dag en nacht te beheersen en het onderscheid te maken.
God is zo groot, dat alles in zijn handen past. Ook de planeten die zo veel groter zijn dan de aarde, zijn nog steeds het werk van zijn vingers. Als nu nu nog eens bemoediging nodig hebt, zie dan op de grootheid van God, er is niets dat Hij niet in zijn handen heeft, en God is bij machte de oplossing te bewerken, Hij heeft het in de vingers…
Zo sluit God de dag af. De Hemelen zijn gevuld, alles weet zijn plaats en alles heeft zijn taak. Zo is het goed!
En God zei: Laat het water wemelen van wemelende levende wezens;
en laten er vogels boven de aarde vliegen, langs het hemelgewelf.
De zee bruise en haar volheid,het veld en al wat daarop is, verblijde zich…
1 Kronieken 16:32
Want de HERE is een groot God, een groot Koning, boven alle goden,
in wiens hand de diepten der aarde zijn, en wiens de toppen der bergen zijn;
wiens de zee is, daar Hij ze heeft gemaakt, ook het droge, dat zijn handen hebben geformeerd. Treedt toe, laten wij ons nederwerpen en ons buigen,
knielen voor de HERE, onze Maker; want Hij is onze God, en wij zijn het volk dat Hij weidt, de schapen zijner hand
Psalm 95:3-7
Gen 1:20: We zien dat Elohim op de 5e dag spreekt, en de natuur als gevolg daarvan verder ontwikkeld. De natuur maakt nooit een voorwaartse beweging uit zichzelf. De voorwaarde is dat God moet spreken…
Als God spreekt roert de aarde zich. Er is nooit een keer in de Bijbel dat God spreekt, en er niets gebeurt of in gang wordt gezet. Hij spreekt in de schepping, en het ontstaat, Hij spreekt tegen mensen en ze komen in beweging. Als God spreekt, blijft het niet zoals het was. Door Gods spreken komt er verandering in een situatie. Wat een bemoediging dat wanneer God in uw donkere leven spreekt, er licht komt. En als God in de dood spreekt, er leven komt! O heerlijk wonder van God, Hij sprak in mijn duisternis, en mijn verdorvenheid, en er kwam verandering. Hij heeft mij veranderd door Zijn woord! Halleluja!
Johannes beschrijft het zo heerlijk, en zo duidelijk wanneer hij begint over het Woord.
Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is
geen ding gemaakt dat gemaakt is (Joh 1:3)
God spreekt of beveelt, en het staat er (Kl 3:37) Toen Hij door de Heiland heen sprak moest zelfs de dood het ontgelden. “Lazarus kom uit!” Had de Heere Jezus geroepen, en de dood trok zich terug van Lazarus en het leven nam zijn intrek. Alleen als God spreekt kunnen zulke wonderen gebeuren. In het opwekken van doden staat Hij ( Jezus) alleen, en daarin is Hij majestueus en Goddelijk
Vissen en vogels komen tot leven door dat Woord.Dat kan ook niet anders verklaart Johannes ons, Want in dat Woord is leven… Steeds opnieuw wanneer God spreekt klinkt dat levenswoord. Gods woorden zijn leven, ook voor de ziel.
De Heere spreekt een bevel uit: laat de wateren wemelen van wemelende levende wezens. De wateren moeten dus krioelen, vol zijn van… levende wezens. Maar er wordt nog iets gebruikt. Het water moet wemelen, met wemelende én levende wezens. De wateren moeten krioelen met krioelende wezens.
Het Hebreeuwse woord dat gebruikt wordt is “Sharatz" en betekend naast zwermen ook kruipen. Garnalen, zeesterren krabben en kreeften, zijn allemaal dieren die op de bodem van de zee kruipen en zichzelf voortplanten. “Sharatz” wijst niet alleen op krioelen, maar ook op vermenigvuldigen. Hetzelfde woord vinden we terug bij Gods opdracht voor Noach
En gij, weest vruchtbaar en wordt talrijk, wemelt op de aarde, ja, wordt talrijk daarop (Genesis 9:7).
Dit vers laat opnieuw heel duidelijk zien dat het verslag dat we vinden in Genesis 1 over de schepping, heel nauwkeurig is doorgegeven en vastgelegd. Het zijn niet de grove lijnen die we in de eerste 31 verzen van de Bijbel tegenkomen, maar de zaken worden heel secuur en duidelijk uitééngezet.
Niet alleen de zee, maar ook de hemel wordt gevuld. Het woord dat wij vertaald hebben met vogels, is eigenlijk meer. Het staat voor alles dat vliegt. Daar horen dus ook insecten bij. In Jeremia 16:4 kunnen we ons een beeld vormen van wat er bedoeld wordt. Het is een profetie en oordeelsaankondiging.
Aan dodelijke ziekten zullen zij sterven, zij zullen niet beklaagd noch begraven worden, tot mest op de akker zullen zij zijn; of door het zwaard en de honger zullen zij aan hun eind komen, en hun lijken zullen tot voedsel zijn voor het gevogelte des hemels en het gedierte der aarde.(Jeremia 16:4).
Let nu goed op! gevogelte is een verzamelnaam voor diverse vogels. We weten dat lang niet alle vogels lijken eten. Maar een gier staat erom bekend dat hij lijken eet. En een raaf eet ook lijken of kadavers. wat te denken van de dieren van de aarde.. we kunnen denken aan roofdieren, maar ook aan maden, die daarna een transformatie ondergaan en als vlieg verder door het leven gaan. Ook zij behoren tot de dieren van de lucht. Nogmaals, de precisie van de beschrijving van de schepping is zeer nauwkeurig. En het geeft antwoord op vele vragen die we voor deze nauwgezette bestudering niet konden beantwoorden. Misschien was het niet goed bestuderen van Genesis hoofdstuk 1 wel reden om te twijfelen aan allerlei bijbelse waarheden. Het laat maar weer eens zien, dat geloven niet voor dwaze en onnadenkende mensen is, maar dat geloof heel goed samengaat met een gezond verstand, en een goed stel hersenen. Het is geen dom verhaaltje, maar een nauwkeurig verslag door God zelf gegeven.
En God schiep de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens waarvan het water wemelt, naar hun soort, en alle gevleugelde vogels naar hun soort. En God zag dat het goed was.
Hoe talrijk zijn uw werken, o Here,Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; de aarde is vol van uw schepselen.Daar is de zee, groot en wijd uitgestrekt, waarin gewemel is, zonder tal, kleine zowel als grote dieren;
(Ps 104:23–25)
Alle vlees is niet hetzelfde, maar dat van mensen is anders dan dat van beesten, en het vlees van vogels weer anders dan dat van vissen
(1 Corinthe 15:39)
Looft de Here op de aarde, gij grote zeedieren en alle waterdiepten
(Ps 148:7)
Genesis 1:21: Er zijn evolutionisten die zeggen dat de vissen door de tijd heen vogels werden. De Bijbel zegt heel duidelijk in 1 Corinthe 15 dat het verschillende wezens zijn, en dat ze uit een totaal andere structuur bestaan. Het lichaam van de vis en zijn geraamte is volledig anders dan dat van de vogel. Ieder schepsel onder de zon heeft zijn eigen kenmerken en zijn eigen vorm. Ze zijn niet te vermengen en zijn niet uit elkaar voortgekomen. God schiep de zeedieren, groot en klein, en het vliegende gedierte groot en klein. Dat beiden op dezelfde dag geschapen zijn, is geen aanwijzing dat ze ook uit elkaar voortkomen. Sterker nog. Doordat God op precieze wijze aangeeft dat de vissen en het vliegende gedierte op dezelfde dag zijn geschapen, kunnen zij onmogelijk door geëvolueerd zijn tot twee totaal verschillende diergroepen. God zelf koos op een goede en volmaakte manier voor ieder dier zijn lichaam. Zoals Hij het koos, zoals Hij het wilde, zo zou het worden. Zie je ook dat dit vers getuigt van het feit dat de diersoorten naar hun aard werden gemaakt? Net als de granen zijn ook de dieren gemaakt naar hun aard.
Bijbelvertalingen zoals de statenvertaling gebruiken voor grote zeedieren of grote zeemonsters het woord walvis, maar dit is niet geheel juist. Een walvis is een diersoort, maar grote zeedieren is een verzamelnaam voor diverse verschillende grote zeediersoorten.
We denken wel eens dat alleen de mens in staat is God te eren en verheerlijken. Als gelovigen denken we soms dat God eren en aanbidden het beste kan door muziek te maken en te zingen. Maar het tegendeel is waar. God schiep alles zodat het Hem zou eren en verheerlijken. Engelen, mensen dieren maar ook de zeeën. Daarom dat de schrijver van Psalm 148 een oproep doet aan de hele schepping om God te eren, inclusief de dieren en de zeeën.
En God zegende ze en zei: Wees vruchtbaar, wordt talrijk en vervul het water van de zeeën; en laten de vogels talrijk worden op de aarde! Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vijfde dag.
Hoor dan, Israël, en onderhoud ze naarstig, opdat het u wèl ga, en opdat gij zeer talrijk wordt, zoals de Here, de God uwer vaderen, u heeft toegezegd, in een land, vloeiende van melk en honig.
(Deuteronomium 6:3)
Genesis 1:22-23: De eerste keer dat God zijn zegen geeft op deze wereld is niet aan mensen, niet aan engelen, maar aan de dieren van de zee en van de lucht. Hij zegent ze met de mogelijkheid en het voorrecht van voortplanting. Later ontvangt ook de mens die zegen en geeft God ook aan het volk van Zijn verbond; Israel die zegen mee. Wanneer het volk God zou gehoorzamen zou het hen welgaan. Daarnaast zouden ze talrijk worden. De eerste zegen vinden we op de eerste bladzijde van de Bijbel, in het eerste hoofdstuk. Het betreft de goede schepping. De laatste zegen vinden we op de laatste bladzijde van de Bijbel in het laatste vers: Johannes schrijft daar een zegenbede op voor iedereen.
De genade van de Heere Jezus zij met allen.
(Openbaringen 22:21)
Luisteren naar God brengt zegen voort in je leven. Vreemd eigenlijk dat we als mensen zo vaak tegen beter weten in onze eigen weg willen gaan, en het dan vreemd vinden dat er geen zegen op rust. De Schepping gehoorzaamd Gods geboden. God gaf aan Zijn volk de opdracht om te luisteren, dan zou zegen hun deel zijn. En dat geldt ook voor ons vandaag aan de dag. Neem Gods woord ter harte, het is een medicijn, een zegen voor je ziel.
En God zei: Laat de aarde levende wezens naar hun soort voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren van de aarde, naar zijn soort! En het was zo.
En God maakte de wilde dieren van de aarde naar hun soort, het vee naar hun soort, en alle kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort. En God zag dat het goed was.
Zo zegt de Here der heerscharen, de God van Israël: Aldus zult gij tot uw heren zeggen: Ik heb de aarde, de mens en het gedierte, dat op het oppervlak der aarde is, door mijn grote kracht en mijn uitgestrekte arm gemaakt, en Ik geef ze aan wie het Mij goeddunkt.
(Jeremia 27:4–5)
Genesis 1:24-25: we zien dat de zesde dag begint met God die spreekt.Hij geeft opnieuw een bevel. Het is heerlijk om te weten dat God iedere morgen wil spreken tot zijn schepping. God maakt af waar Hij mee begonnen is. Zijn liefde en trouw zijn nieuw elke morgen. (Klaagliederen 3:23)Het bevel is duidelijk: iedere soort brengt levende wezens voort van zijn eigen soort. Naar zijn eigen aard. Om zich voort te planten moeten dieren met elkaar paren. Het paren van dieren zegt het eigenlijk al, zij komen als een paar (2 van de zelfde soort) bijéén. Er waren geen verschillende dieren die tot elkaar kwamen. Elk dier plantte zich voort naar zijn soort. Zo was het origineel in Gods plan.
Er worden in het vers 3 soorten dieren genoemd. Vee, kruipend gedierte en wild gedierte. Eigenlijk zouden we samenvattend kunnen zeggen dat alle “landdieren” geschapen werden.
De zesde dag staat bekend om de schepping van de mens, maar daar is God niet mee begonnen. Eerst de opdracht voor de dieren van het land. Wanneer God gesproken heeft, en gemaakt heeft, kijkt hij naar zijn schepping en komt opnieuw tot de conclusie: Het is goed zo. Gods wil is volmaakt en goed. Gods plan is volmaakt en goed. En Gods plan komt altijd ten uitvoer… Hier zien we hoe God als een kunstenaar zijn creatie bekijkt, als het ware een stap terug doet en zegt: “goed; mooi zo!”
En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen!
…en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
(Efeze 4:24)
Erkent, dat de Here God is;
Hij heeft ons gemaakt, en Hem behoren wij toe,
zijn volk, de schapen die Hij weidt.
(Ps 100:2–3)
Met haar loven wij de Here en Vader en met haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis Gods geschapen zijn:
(Jakobus 3:9)
Genesis 1:26: We zijn nog steeds aan het studeren in de zesde dag. We kijken nu naar de kroon op de schepping; de mens. Er is iets speciaals aan de schepping van de mens. Bovendien is het nu niet meer het verslag van de schepping in het algemeen, maar specifiek het verslag van de schepping en ontwikkeling van de mens. Het is de geschiedenis van de schepping van de mens, de rebellie tegen God, maar het laat ook zien dat de mens speciaal is voor God, en dat we geweldige genade hebben ontvangen in zijn steeds opzoekende liefde.
Hoewel de mens de kroon is op de schepping is het hoogmoed om te denken dat alles om de mens draait. De schepping is niet gemaakt voor de mens. De mens is onderdeel in de schepping. Het middelpunt van alles wat bestaat is de Zoon; Jezus. Alles dat bestaat, bestaat uit Hem, door Hem en tot eer van Hem(Romeinen 11:36).
De verschillende redenen waarom de mens kroon op de schepping genoemd wordt zijn belangrijk om te onderscheiden. Zeker in een tijd als deze, waarin in de wetenschap de mens als een soort geëvolueerd dier gezien wordt. Dit is zeker niet het geval. Toen de Schepper klaar was met de dieren, besloot de Godheid in haar geheel: laten Wij mensen maken…Vader, Zoon en Heilige Geest namen dit besluit.
Vier keer in de Bijbel doet de Bijbel verslag van het feit dat God als het ware bij Zichzelf overlegt en Hij zich “Ons” noemt.
1. Genesis 1:26. Laten Wij mensen maken,naar Ons beeld.
2. Genesis 3:22… is geworden als Onzer één.
3. Genesis 11:7. Laat Ons nederdalen.
4 . Jesaja 6:8. Wie zal voor Ons gaan.
In al deze verzen spreekt God tegen niemand anders dan zichzelf. Met de uitzondering van Jesaja. Daar spreekt God wel tegen zichzelf, maar het is een mens (Jesaja)die het hoort en zich vrijwillig aanbiedt.
Misschien heeft u zich wel eens afgevraagd wat het betekend dat de mens naar Gods beeld, en gelijkenis gemaakt is.
Het woord dat in de grondtekst gebruikt wordt, geeft iets weer van een geschetste schaduw. Alsof God van zijn eigen schaduw een schets maakte… Natuurlijk is het niet van Gods lichaam, want we weten dat God geest is(Johannes 4:24). We kunnen dus niet concluderen dat God een menselijk lichaam heeft zoals wij. En toch staat er 2 keer ongeveer hetzelfde. Naar Ons beeld, en naar Onze gelijkenis. De reden dat dit twee keer genoemd wordt is niet om twee verschillende zaken te belichten, maar zoals het in de bijbel heel vaak gaat, om iets te benadrukken. Namelijk dat Adam naar Gods beeld geschapen werd. Er zijn geen uitroeptekens in het Hebreeuws, en ook geen onderstrepingen, dus herhaald men in de bijbel vaak wat men wil benadrukken. “Heilig Heilig Heilig”, is zo’n voorbeeld. “Voorwaar, voorwaar ik zeg u”; is ook zo’n voorbeeld. Heb je nooit het idee in de evangeliën dat er soms twee of drie keer hetzelfde gezegd wordt in drie verschillende manieren? dat kan kloppen! Het laat dan zien dat iets echt benadrukt moet worden.
De reden dat hier twee keer hetzelfde staat is dus ook om te benadrukken. De schrijver van Genesis wil benadrukken dat Adam gemaakt is naar het beeld van God.
Op drie manieren word duidelijk dat de mens superieur is over de schepping èn uniek is in de schepping.
* Als eerste:
Er wordt verteld dat hij gemaakt is naar het beeld van God. Dit is over niets anders in de schepping verteld. Niet van dieren, maar ook niet van mensen.
* Als tweede:
Hem is de heerschappij over de vissen van de zee, de vogels van de lucht en de dieren van het veld gegeven, en zelfs over de aarde.
* Als derde:
Het woord scheppen. God schiep. We komen dat 3 keer tegen in hoofdstuk 1. Als eerste in vers 1 ten tweede in vers 21 en in vers 27. Er zit een stijgende lijn in. Van materie naar persoonlijkheid, naar leven met Godsbesef.
Wat betekend het nu precies als de bijbel zegt: dat de mens naar Gods beeld en gelijkenis geschapen is? Je zou kunnen zeggen dat wij in de schepping de rol hebben gekregen om te heersen, te beheren, zorg te dragen, en te onderscheiden. Het hoogste niveau in de schepping behoort aan de mens. God alleen staat daar boven. Geen wonder dat de schrijver van psalm 8 vers 6:
Toch heeft u hem bijna Goddelijk gemaakt, hem met heerlijkheid en luister gekroond.
Johannes Calvijn beschrijft in zijn Institutie over het vraagstuk wat betekend het dat de mens gemaakt is naar Gods beeld het volgende:
“Het is alsof God zeggen wilde dat Hij de mens ging
maken in wie Hij zichzelf als in een beeld voor ogen
zou stellen, door hem kenmerken in te griffen die hem
op God laten lijken”
Gods plan met de mens is duidelijk, heersen over alles op aarde. Zijn taak was om als beheerder te leven op de prachtige aarde. Maar spoedig zou God een hof planten waar Adam ingezet zou worden. Wat een rijke gelijkenis zien we in Adam :hij leefde op aarde voordat hij naar het paradijs mocht. En wie was het die hem daar plaatste? Ging hij zelf op eigen kracht? Nee God bracht hem daar. De Naardense vertaling zegt het heel mooi :
Dan plant de ENE, God, een hof in Eden,-liefland, in het oosten en zet dáárin de roodbloedige mens die Hij geformeerd heeft.(Genesis 2:8)
Het is door God alleen dat de mens in het paradijs kan komen. Het komt bij Hem vandaan.
En God schiep de mens naar Zijn beeld;naar het beeld God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen.
Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt? En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
(Matteus 19:4–6)
en de nieuwe mens aandoet, die naar (de wil van) God geschapen is in waarachtige gerechtigheid en heiligheid.
(Efeze 4:24)
Dit is het geslachtsregister van Adam. Ten dage, dat God Adam schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis Gods; man en vrouw schiep Hij hen, en Hij zegende hen en noemde hen „mens” ten dage, dat zij geschapen werden.
(Genesis 5:1–2)
Genesis 1:27: Wat is het een geweldig voorrecht om beelddrager van Christus te mogen zijn.( 1 Corinthiers 15:49)We dragen als gelovigen een hemels beeld in ons mee! God gebruikt jou en mij om Zichzelf te openbaren- te laten zien aan deze wereld. Dat was vanaf het allereerste begin al Gods plan. Dat alles in zijn schepping -in het bijzonder, de kroon op Zijn schepping- Hem als de enige ware God zou vereren en verheerlijken.
In dit vers wordt de nadruk gelegd op enkele zaken.
Als eerste 3 keer wordt het woord scheppen gebruikt. Het laat geen enkele ruimte voor evolutie, geen enkele ruimte voor iets dat honderdduizenden jaren voortsuddert. Op de 6e dag schiep hij de mens. Zowel de man als de mannin worden geschapen op de 6e dag.
* Adam werd geformeerd; geschapen buiten de hof. (Gen 2:7)
* Vervolgens plantte God de hof. Hij plaatste daarin de mens die hij gemaakt had. Hij gaf hem het enige gebod om bij te leven. (Gen 2:8;15;16)
* En toen schiep hij de vrouw en bracht haar bij hem.
(Gen 2:18;21;22)
Er wordt ook met nadruk verteld dat de mens geschapen is naar het beeld van God. De man-maar ook de vrouw! Zij zijn dus in die zin gelijkwaardig aan elkaar. Er is geen waarde verschil tussen man en vrouw. Samen vormen zij de mens zoals God het bedoeld heeft. Op gelijke wijze zijn er mannetjes en wijfjes bij de dieren. Er bestaat geen twijfel over hun gelijkwaardigheid. Op dezelfde manier zijn man en vrouw gelijkwaardig aan elkaar.
Zij hebben de zelfde verhouding met God. De man staat niet boven de vrouw en de vrouw staat niet boven de man in relatie met God. Wel werd de vrouw geschapen om de man en niet andersom.
(1 Corinthiers 11:9) Een praktische reden: de man was er eerst dus is het onmogelijk dat de man om de vrouw gemaakt zou worden. Maar geestelijk zit er een mooie betekenis in: De man is het beeld van Christus en de vrouw het beeld van de gemeente. De gemeente werd zoals alles op deze aarde geschapen om de Heiland.
Dit vers geeft ook een duidelijk statement over de goddeloosheid van onze huidige wetgeving. God schiep de mens mannelijk en vrouwelijk, maar niet onzijdig of dubbelzijdig. En hoewel dit een hele delicate problematiek is, moeten we tot de erkenning komen dat de zondeval een verschrikkelijke last op de mensheid heeft gelegd. We komen in aanraking met problematiek en verdriet die er anders niet zou zijn geweest. Dat gezegd hebbende is er in de bijbel geen ruimte voor onzijdige persoonlijkheden. Voor hen die denken dat Eunuchen onzijdige mensen zijn, wil ik kort uitleggen dat dit geen juiste conclusie is. Eunuchen zijn geen onzijdige persoonlijkheden, zij zijn “enkel”ontmand…Er worden door de Here Jezus in Matteus 19:12 drie soorten “gesnedenen genoemd.
Er zijn immers gesnedenen, die zo uit de moederschoot geboren zijn,
en er zijn gesnedenen, die door de mensen gesneden zijn,
en er zijn gesnedenen, die zichzelf gesneden hebben, ter wille van het Koninkrijk der hemelen. Die het vatten kan, die vatte het.
(Matteus 19:12)
1. Gesnedenen die zo geboren zijn. Mensen die vanaf hun geboorte gehandicapt zijn of impotent.Bij deze groep mensen ontbreekt elke vorm van seksuele begeerte. Door geestelijke of lichamelijke gebreken.
2. Gesnedenen die door mensen gesneden zijn. Eén van de bekendste voorbeelden is “de Kamerling uit Morenland” ( het Oosten) Handelingen 8 beschrijft deze man. Hij was een ontmande vanwege zijn functie. Minister van financieen onder de regentes van Candacé. Deze handeling werd uitgevoerd door anderen.(waarschijnlijk bevel van bovenaf).
3. Gesnedenen die zichzelf gesneden hebben. Dit is geen lichamelijke en feitelijke castratie, maar een geestelijke Eunuch zijn. Het is hen door de Here God gegeven vrijwillig af te zien van het huwelijksleven om zich volkomen te wijden aan de dienst van het koninkrijk van God. (1 Cor 7:7).
Ontmand wil dus lang niet altijd zeggen dat alles bij een man weggesneden is. Er wordt in Deuteronomium 23:1 onderscheid gemaakt tussen sterilisatie ( ontmande) en iemand die zijn geslachtsdeel heeft laten wegsnijden. En om aan te geven hoe groot de gruwel is voor God; Zij mogen niet in de gemeente des Heren komen.( wel in het gedeelte voor de heidenen).
Ook voel ik me gedrongen om duidelijk te maken dat God niet twee mannen schiep of twee vrouwen. Maar man en vrouw. Het is nooit Gods bedoeling geweest dat mannen met mannen zouden liggen en vrouwen met vrouwen. Het is in Gods oog een schandelijke lust(Rom 1). Dit is zondigen tegen de Schepper van hemel en aarde. De Bijbel laat geen ruimte voor het goedkeuren of zelfs het zegenen van homoseksuele relaties. De voorgangers en predikanten die dit goedpraten of inzegenen zijn net als de valse profeten uit het oude testament. Ze brengen niet meer Gods woord, maar de boodschap die mensen willen horen. Het zijn moeilijke tijden voor de verkondigers van Gods woord, want mensen zijn verwend geraakt in hun gehoor. Zij kunnen en willen de gezonde leer niet meer verdragen( 2Tim 4:3) Hun oren keren zij liever naar de verdichtsels van de ontrouwe predikers. Maar als brenger van Gods woord, moeten we ons de vraag blijven stellen: tracht ik mensen te behagen of God. Als ik mensen tracht te behagen zou ik geen dienaar van God zijn. (Gal 1:10)
Beide pijnpunten (het verwijderen van geschachtsdelen( behalve als het om medische/gezondheidsredenen gaat) en homoseksualiteit moeten gemarkeerd worden als zonde. Zij die hierin leven moeten vermaand worden, zij die hier mee worstelen moet uit alle macht bijgestaan worden om te helpen te leven naar de norm en de standaard van onze Schepper. Dit vergt veel liefde, geduld en aandacht. Laten we ook heel waakzaam zijn op veroordeling. Het is van groot belang dat we elkaar aanvaarden in Christus, zoals Hij ons aanvaard heeft. Laten we nooit te licht denken over het kruis dat we dragen in de strijd tegen de zonde.
God schiep de mens mannelijk en vrouwelijk. Het wordt expliciet genoemd. Gods plan is altijd volmaakt. En in dat plan ontbreekt het aan niets. Hij heeft nooit iets over het hoofd gezien, of vergeten.
En God zegende hen en God zei tegen hen :Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee,over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen!
Zie, zonen zijn een erfdeel des Heren,
een beloning is de vrucht van de schoot.
(Psalm 127:2–3)
Genesis 1:28: Nu zien we de mens gezegend worden.Wat is het rijk als we ons door God gezegend weten! Kun je enkele van zijn zegeningen noemen voor jezelf. Wat is het goed om ze van tijd tot tijd voor ogen te hebben. Het maakt je een dankbaar mens. En we hebben alle reden tot dankbaarheid aan God!
God gaf een bevel mee toen hij sprak, en het is 5-voudig.
1. Wees vruchtbaar.
God gaf de mens de opdracht mee omtrent zijn vruchtbaarheid. Het was een bevel. Dat bevel wordt nergens herroepen of veranderd. En we geloven dat wat Gods plan was voor Adam, in de regel ook voor ons geldt. Het is belangrijk dus om vruchtbaar te zijn.
2. Wordt talrijk.
Het krijgen van kinderen is niet alleen de opdracht, het is ook een zegen van God. Als God besloten heeft kinderen een zegen te noemen, dan moeten wij hervormd worden in ons denken om dat ook zo te zien. Te veel mensen zien kinderen krijgen als een last of als een belemmering in hun leven. Maar voor God zijn kinderen een vrucht van het huwelijk.
Zeker in het begin moest de aarde vervuld worden en daar waren veel mensen voor nodig. De opdracht om talrijk te worden is dan ook niet vreemd.
3. Vul de aarde.
Met een talrijke groep mensen kun je 2 kanten uit. Of men blijft bij elkaar op een kluitje(zoals bij de mensen in Babel), of men verspreid zich over de aarde. En dat was Gods plan. Dat de mens zich zou verspreiden over de aarde. Op een kluitje blijven was buiten de wil van God
4. Onderwerp haar.
De aarde onderwerpen heeft iets in zich van het eigen maken van het land. Het leren kennen van de aarde, en van wat er uit te halen valt. Maar ook te beheren. Zorg dragen voor de wereld.
5. Heers over de dieren.
Het heersen over de dieren komt met een grote verantwoordelijkheid. Zoals God heerser is over alle dingen, en goed is voor dat alles, zo behoren wij goed te zijn waarover wij aangesteld zijn om te heersen. God kijkt toe hoe wij over het aan ons toevertrouwde zorg dragen.
Misschien vraag je je af, waarmee heeft God de mens dan gezegend? Wat hield die zegen in? Nu, de zegen van God voor de mens ligt hierin dat hij in staat is Gods bevel op te volgen. Hij is bekwaam en geschikt dat alles te doen waartoe God hem opdracht voor heeft gegeven. Onthoudt dit: God zal nooit ons vragen iets te doen wat wij niet kunnen. Hij stelt ons in staat, en Hij maakt ons bekwaam, en Hij geeft ons de zegen van mogelijkheden. Als mens kunnen we dus Gods stem verstaan, en zijn Woord ontvangen en op dat Woord reageren. Is het niet heerlijk om de zegeningen van God te zien in ons leven?
En God zei: Zie Ik geef u al het zaaddragende gewas dat op heel de aarde is, en alle bomen waaraan zaaddragende boomvruchten zijn; dat zal u tot voedsel dienen.
Aller ogen wachten op U,
en Gij geeft hun te zijner tijd hun spijze
(Psalms 145:15)
Hij doet het gras ontspruiten voor het vee,
het groene kruid ter bewerking door de mens,
brood uit de aarde voortbrengende
(Psalms 104:14)
Gen1:29: We zien iets opmerkelijks. Alles in de hof van eden, dat door de mens genuttigd wordt is natuurlijk. Het voedsel bestaat niet uit vlees, maar uit alle zaden en dat wat het zaaddragende gewas voortbrengt. Adam en Eva leefden heel bijzonder dicht bij God. Het was de hof van Zijn aanwezigheid, maar ook bijzonder dicht en hecht bij elkaar: Zij schaamden zich voor elkaar niet… Maar - en dit beseffen we misschien niet zo goed- Zij leefden ook in heel bijzondere verhouding tot alle dieren die God gemaakt had. Niet alleen had Adam al deze dieren bestudeerd, zij kwamen ook naar hem toe. God bracht deze dieren naar Adam. En God deed dat niet zomaar! Zijn plan was om te zien hoe Adam de dieren noemen zou. En God besloot. Zoals Adam de dieren noemen zou, zo zouden ze heten.
Misschien kun je je nog herinneren hoe je als kind de eendjes eten ging geven. Door het brood in je hand, kwamen ze naar je toe. Vol verwondering en diep onder de indruk, bekeek je de dieren en bestudeerde je ze, en wat genoot je ervan.
Of als je in de natuur bent en je ziet in het wild een hert. De verrassing is zo groot, dat je je adem inhoudt. Je geniet ervan om de dieren te zien.
We weten allemaal de vreugde en de blijdschap die een bezoek aan de dierentuin brengt. Stel je eens voor dat je zo een diertje ziet sterven… Wij leven in een wereld waarin de dood nooit went, maar wel heel normaal is. Alles gaat eens dood, de bloemen de dieren de mensen, het gras. Dood is onderdeel van ons leven. Maar dit was in de hof nooit het geval. De mens leefde zonder de dood, en ook de dieren leefden zonder de dood. Er was geen dood, en geen strijd om voedsel. Alles was er genoeg.
Adam en Eva aten geen dieren. Die waren ook niet gegeven tot voedsel door God. Kun je je de gruwel voorstellen toen God een dier slachtte om kleden te maken voor hen? Enkel om zich te bedekken? In het beginsel was er geen vlees of vis om te eten, maar enkel datgene dat door zaaddragend gewas voortkwam.
Je kunt je afvragen hoe de mens dan al zijn benodigde voedingsstoffen binnenkreeg? En er wordt veel naar geraden, maar geen enkele theorie geeft er uitsluitsel over. Daarom wil ik graag naar de belijdenis van David van psalm 145 kijken: Heer, Aller oog wacht op u: u geeft op Uw tijd spijze. De geschiedenis bewijst de waarheid van dit getuigenis. Kijk maar naar het leven en de verschillende situaties van:
- Adam en Eva.
- Hagar en Ismael, kregen te drinken op het juiste moment.
- Het volk Israel in de woestijn. Manna, vlees en water.
- Elisa bij de beek krit.
- De gasten op de Bruiloft in Kana.
- De menigte menigte van 5000. die eten nodig had aan het meer van Gallilea. 2 keer (soortgelijk verhaal)
Ik denk dat het een veilige theorie is om te zeggen, dat God altijd voldoende geeft. Richt je oog maar net als een klein kind naar de Hemelse Vader, en Hij zal die mond voeden.
Niet voor niets zegt de Bijbel: Doe uw mond wijd open en ik zal hem vullen(Psalm 81:11)
Samenvattend zou je kunnen zeggen: de mens was in de hof van Eden vegetarisch.
Maar aan al de dieren van de aarde, aan alle vogels in de lucht en aan al wat over de aarde kruipt, waarin leven is, heb ik al het groene gewas tot voedsel gegeven. En het was zo.
Die het vee zijn voeder geeft,de jonge raven, als zij roepen.
(Ps 147:9)
Wie verschaft de raaf zijn buit,wanneer zijn jongen tot God roepen, ronddolen zonder eten?
(Job 39:2–3).
Gij doet uw hand open en verzadigt met welbehagen al wat leeft.
De Here is rechtvaardig in al zijn wegen,goedertieren in al zijn werken.
(Ps 145:16–17).
Gen1:30: Met de dieren was het niet heel anders. Wij zijn “gewend” aan het jachtinstinct van dieren. Sterkere dieren eten zwakkere dieren op. Maar oorspronkelijk was dit niet de situatie.
Voor alle dieren, en dus niet alleen het vee was hetzelfde voedsel; het groene gewas. Ook voor de vogels dus. het Hebreeuwse woord dat gebruikt wordt is “yereq". Dat geeft aan dat ook vergeelde bladeren en plantendelen kunnen worden opgegeten door de dieren. Zie je wat er staat? Ik heb het tot voedsel gegeven. We mogen nooit vergeten dat God het voedsel geeft, en kan onthouden aan mens en dier. Eén van de tekenen van de eindtijd is een toenemende honger(Mat 24:7;Marc 13:8;Luc 21:11).
We lezen pas in Genesis 9:1-7 een verandering in het voedsel patroon dat God voorschrijft. Dit betekend dat ook in de ark, geen vlees gegeten werd, maar enkel ”zaden en groen” natuurlijk hoort bij die zaden van de zaaddragende bomen ook het fruit, of de vruchten.
Ook lezen we in genesis 9 vers 2 dat dieren en vogels bang zullen zijn voor mensen. Het is pas na de zondvloed dat dieren schuw werden voor mensen. Daarom ook dat God de dieren bracht tot in de ark, dat de dieren in de ark te hanteren waren en dat Noach en zijn gezin niet aangevallen werden in de ark door bijvoorbeeld een boze of hongerige leeuw.
We leggen steeds meer puzzelstukjes op de goede plaats, en ontdekken hoe mooi Gods puzzel gemaakt is! Ook het groene gewas, dat eerst alleen voor de dieren was, is nu ook door God gegeven aan de mens.
We zien in hoofdstuk 9 ook met de verandering van eten, dat God een gebod meegeeft. Vers 4: maar vlees met zijn leven, zijn bloed, moogt gij niet eten… We weten dat de ziel in het bloed is.( Gen 9:4; Lev 17:11, 17:14; Deut 12:23)
En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest; de zesde dag.
Want alles wat God geschapen heeft, is goed en niets daarvan is verwerpelijk, als het met dankzegging aanvaard wordt
(1 Timothy 4:4)
Hoe talrijk zijn uw werken, o HERE, Gij hebt ze alle met wijsheid gemaakt; de aarde is vol van uw schepselen
(Psalms 104:24)
Gen 1:31: Misschien kun je je voorstellen dat je je huis hebt geschilderd, een afdakje hebt gemaakt, of een heerlijke tafel voor eten hebt bereidt. Als alles klaar is, doe je een stap terug en kijk je naar het geheel. Je rust nog niet, maar je kijkt of alles compleet is en goed is, je staat klaar om de laatste puntjes op de i te zetten en je rust niet voordat alles goed is en naar tevredenheid is. Als het resultaat je blij maakt besef je een lichte glimlach op je gezicht, en opluchting. Het is niet goed, maar prachtig, het is niet goed, maar zeer goed.
Op die manier kijkt God de schepper van alle dingen aan het einde van de 6e dag; fantastisch; zeer goed!
De avond en de morgen zijn voorbij gegleden, en nu komt de voltooiing. het is een flinterdun moment tussen de stap terug doen en bezien wat het resultaat geworden is, en rusten in het geschapene.
We ontdekken in dit vers, dat er nog niets te melden valt in de gehele schepping over kwaadaardigheid, zondigheid, of een staat van gevallenheid. Met andere woorden, Satan is hier nog niet gevallen. “Zeer goed” wijst op een zekere staat van volmaaktheid. Alles is tot nu toe tot zijn doel gekomen. Mens en dier en plant en water, alles doet wat God bevolen heeft. Je zou kunnen zeggen, dat, omdat alles tot het doel komt waartoe God het gemaakt heeft, de Satan nog niet gevallen is, en zich binnen heeft gedrongen in de volmaakte schepping.
Zo zijn de hemel en de aarde voltooid, en heel hun legermacht.
Gij toch zijt alleen de Here, Gij hebt de hemel, de hemel der hemelen en al zijn heer gemaakt, de aarde en al wat daarop is, de zeeën en al wat daarin is; ja, Gij geeft hun allen het leven, en het heer des hemels buigt zich voor U neder. (Nehemia 9:6).
maar de zevende dag is de sabbat van de Here, uw God; dan zult gij geen werk doen, gij noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch de vreemdeling die in uw steden woont.
(Exodus 20:10)
Gen 2:1-2: Het zijn de eerste éénendertig verzen van de Bijbel die samengevat worden in dit vers. Zoals beschreven in het eerste hoofdstuk van de Bijbel, zo is het exact gegaan en zo is het afgemaakt. Aan het einde van de zesde dag was God klaar met creëren en scheppen. Niet alleen de hemel en aarde zijn geschapen, alles wat daarin bestaat is ook voltooid. Geen nieuwe schepselen zullen worden toegevoegd. Geen nieuwe onderdelen van de schepping worden nageleverd, het is helemaal af. Er komt niets meer bij en er gaat niets meer af. Alles had zijn juiste vorm, juiste houding en juiste samenstelling. God hoefde niet meer bij te schaven, of aan te passen. Zoals in vers 31 gezegd is: het was zéér goed… Opnieuw een bewijs wanneer we de bijbel verklaren, dat evolutie op die manier zoals in de evolutie-theorie wordt beweerd, niet alleen tegen de bijbel ingaat, maar ook niet klopt…
Niet alleen de hemel en aarde zijn klaar, ook de schepping is klaar. Het hemelse, en zij die in de hemelen verblijven. De geestelijke machten ontwikkelen ook niet door. De satan ( die ook in de hemel was tijdens het ontstaan van de aarde) ontwikkeld ook niet door. Het zijn allen geschapen wezens. Zij zijn wat zij zijn en zij zijn zo omdat God dit heeft gewild en toegestaan.
Kun je je voorstellen, dat alles dat bestaat, in zes dagen voltooid werd?
Er zijn tekstgedeelten in de bijbel die dan wijzen op de sterren en de zon en de maan. Maar er zijn ook tekstgedeelten die wijzen op engelen en machten als er gesproken word over het heer…(heel hun legermacht) Denk maar aan 1 koningen 22:19 en psalm 148:2.
(Micha) zeide: Daarom, hoor het woord des Heren. Ik zag de Here op zijn troon zitten, terwijl het ganse heer des hemels aan zijn rechter- en aan zijn linkerhand stond.
Looft Hem, al zijn engelen, looft Hem, al zijn heerscharen.
We kunnen dus een punt zetten achter de schepping. Het is klaar!Alles wat in hoofdstuk 2 aan bod komt, is inzoomen op een bepaald deel van de schepping. God had temidden van de chaos de kosmos gemaakt. Hij regeert over alles! Hij rustte! Maar het is geen uitrusten omdat God moe was geworden.
Het is van groot belang om een aantal dingen te begrijpen voor dat we verder gaan met studeren in Genesis.
1 De schepping is een resultaat en bewijs van Gods genade. Er is nooit om gevraagd door de mens, maar het is een vrije daad van God. Het is goed, zeer goed. dat brengt ons bij het volgende punt.
2 Hoe je de schepping nu ook bestudeerd, bekijkt en ervan geniet, het is nog geen fractie van de schepping zoals God deze zag en zoals Adam en Eva er naar konden kijken vóór de zondeval. De Schepping is onder de schaduw van de zonde gekomen( Romeinen 8:18-25). De Bijbel leert ons dat de schepping vandaag aan de dag niet kan worden gezien zoals deze oorspronkelijk was, in al haar gaafheid en puurheid, maar dat er een grote waas van onduidelijkheid over ligt.
De twee meest bestreden waarheden uit de Bijbel zijn ook de grootste waarheden.
A. De Schepping door God
B. De verlossing door het offer van Gods Zoon Jezus Christus.
We lezen ook dat er duidelijk staat: voltooid(vers 2). God was klaar met het creëren. Met de rustdag, brak de tijd aan dat God begon met onderhouden. Hij onderhoudt de schepping. Hij houdt haar in stand! Wat een geweldige machtige God dienen we toch! Ben je al onder de indruk van Hem? Matthew Henry schrijft hierover: “God, die begon te bouwen, toonde zich wèl in staat te voleindigen”(verklaring v.h. Oude Testament).
Ik vind het zo mooi wat er in Prediker 3:14 staat:
Ik heb ingezien, dat al wat God doet, voor eeuwig is;
daaraan kan men niet toedoen en daarvan kan men niet afdoen;
en God doet het, opdat men voor zijn aangezicht vreze.
En God zegende de zevende dag en heiligde die, want daarop rustte Hij van al Zijn werk, dat God schiep door het te maken.
Tussen Mij en de Israëlieten is deze een teken voor altoos, want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, en op de zevende dag heeft Hij gerust en adem geschept
(Exodus 31:17)
Want in zes dagen heeft de Here de hemel en de aarde gemaakt, de zee en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de Here de sabbatdag en heiligde die
(Ex 20:11).
Mijn hulp is van de Here, die hemel en aarde gemaakt heeft
Hij zal niet toelaten, dat uw voet wankelt, uw Bewaarder zal niet sluimeren.
Zie, de Bewaarder van Israël sluimert noch slaapt.
(Ps 121:1–4).
Gen 2:3: God zegende eerst de dieren van de lucht en van de zee, straks ontvangt ook de mens een zegen. Maar nu eerst zien we Hem een dag zegenen, en niet zomaar een dag! De Sabbat. Het is de zevende dag in rij. Daarom dat de eerste dag in de week niet maandag is, maar zondag (Matt 28:1;Marc 16:2; Marc 16:9;Luc 24:1; Joh 20:1; Joh 20:19; Hand 20:7; 1 Cor 16:2)
Het is overigens interessant om te ontdekken dat de enige dag met een “echte naam” de Sabbat is. Het betekend rust. Alle andere dagen werden genummerd. “Eerste dag der week” is de eerste dag na de Sabbat enz.
In het romeinse rijk werden de Goden die er vereerd werden vernoemd in de dagen. Zo werden alle veroverde volken een beetje tevreden gehouden.
Hieronder een overzicht van de weekdagen.
Seculiere weekdag
Afkomst afgoden
Joodse weekdag
Hebreeuwse betekenis
Zondag
Zonne God
Yom Reeshone
Eerste dag
Maandag
Maan God
Yom Shaynee
Tweede dag
Dinsdag
Mars
Yom Shlee´shee
Derde dag
Woensdag
Wodan
Yom Revee´ee
Vierde dag
Donderdag
Thor
Yom Khah´mee´shee
Vijfde dag
Vrijdag
Venus
Yom Ha´shee´shee
Zesde dag
Zaterdag
Saturn
Shabbat
Rust
Wanneer we vers 3 bestuderen komen we al snel onder de indruk van het belang van deze dag. Deze dag werd door God ingesteld als een dag van rust. God rustte van al Zijn werk, en kon zodoende een luchtje scheppen (Ex 31:17). Hij koos ervoor om deze dag apart te zetten, te heiligen. Maar eerst zegende Hij deze dag. Elke dag is door de Heer gemaakt, maar aan deze dag heeft God zijn Zegen verbonden. Dat betekend dat er vanuit die dag ook zegen voortvloeit. De Sabbath heeft een speciale plaats in de Bijbel, en in het leven van gelovigen, maar het meest in het hart van God!
Het heiligen van de sabbatdag, deed God niet voor niets. Hij zette deze dag apart van alle dagen die daarvoor plaats hadden. De eerste dag, de tweede dag etc. Het kenmerk van de 6 eerste dagen was schepping en creatie. God was daar bezig met het scheppen van de wereld. De 7e dag, de Sabbat zet Hij apart. Als eerste van de 6 voorgaande dagen, die gekenmerkt werden door “het werk van de schepping” maar ook voor de dagen die komen zouden. Dit was de 1e Sabbath, aansluitend aan het tijdperk dat God klaar was met scheppen en voorafgaand aan het tijdperk dat Hij de schepping zou onderhouden. We zien later dat God deze bijzondere dag instelt als een teken tussen God en Zijn speciale volk van Zijn verbond. God koos geen willekeurige dag uit om te rusten, maar in het bijzonder de Sabbat. En juist die dag kiest Hij als teken van verbondenheid tussen Zijn volk en Zichzelf.
Dit is wat uit de Hemel en de aarde voortkwam, toen zij geschapen werden. Op de dag dat de Heere God aarde en hemel maakte-
Here, Gij zijt ons een toevlucht geweest
van geslacht tot geslacht;
eer de bergen geboren waren en Gij aarde en wereld had voortgebracht,
ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God
(Ps 90:1–2)
In den beginne schiep God de hemel en de aarde.
(Ge 1:1)
Genesis 2:4: Alles wat tot nu toe beschreven is geeft weer wat God deed in die eerste week van het bestaan van hemel en aarde. Wat kan er veel gebeuren in een week! Het ene moment niets dan duisternis en chaos, en plotseling een prachtige schepping. Er wordt nogmaals benadrukt dat dit alles geschapen is. Er is een Maker van dit alles. Geen toeval, geen miljoenen of miljarden jaren aan evolutie. De Schepper heeft geschapen. God heeft gesproken en het resultaat is indrukwekkend. Wat een troost als we bedenken dat God elke situatie kan veranderen door een enkel woord. Onthoud goed: over een week kan alles anders zijn omdat God zich ermee bemoeit.
Dit is wat uit de hemel en de aarde voortkwam toen zij geschapen werden” is als het ware de titel voor wat volgt in de rest van het hoofdstuk. Het woord dat in de grondtaal gebruikt wordt is “toledot het betekend zoiets als “nakomelingen” Met andere worden wat nu volgt is een aanvulling ter verduidelijking van het eerste hoofdstuk van Genesis. Je zou kunnen zeggen dat de schrijver wil zeggen: “Dit is wat er uit de schepping voortgekomen is”.We gaan dieper in op bijvoorbeeld de schepping van de mens, en de plek waar God hen plaatst.
Laten we nooit vergeten dat God in die “eerste week” alles schiep. Hij is de Initiator, de Onderhouder en de Voltooier (Filippenzen 1:6). We mogen ook niet vergeten dat alles wat bestaat uit God gekomen is, door God bestaat en voor Hem bestaat! dat wil zeggen voor Zijn wil en Zijn voldoening bestaat (Romeinen 11:36) Alles in de hemel en op de aarde heeft haar doel in God. Om het maar met de woorden van Paulus te zeggen: Oh wat een diepte van rijkdom!
Het is ook goed om te weten dat er in meervoud over de Hemelen gesproken wordt. Dit zien we ook in Genesis 1:1. Het woord in de grondtekst eindigd op -im dat is meervoud. Net zoals bij Elohim. In sommige bijbels lees je dus ook “Hemelen”.
Er is nog iets heel belangrijks dat we niet over het hoofd mogen zien. Het gaat over het wezen van God. Hier in dit vers komen we voor het eerst de naam van God :”JaHWeH” tegen.
In de Bijbel zijn namen heel belangrijk. Ouders geven namen aan hun kinderen en wellicht zegt dat meer over de ouders dan de kinderen, want wat weten ouders van hun kind als het pas 8 dagen oud is? Maar God is anders; Hij geeft Zichzelf namen om zich aan mensen te openbaren. Door Gods namen leren we iets van Zijn karakter kennen. Bavinck zegt: “God is wat Hij Zichzelf noemt en noemt Zichzelf wat Hij is
JaHWeH(JHWH) is Gods persoonlijke naam en deze naam onthult de essentie van wie Hij is: Hij is wie Hij is. God zegt over zichzelf: Ik ben de HEERE, dat is mijn naam, en mijn eer zal ik aan geen ander geven noch mijn lof aan de gesneden beelden. Jahweh is de verbondsnaam van de God van Israel. Het betekend: Ik Ben Die Ik Ben. Het kan ook worden vertaald met Ik zal zijn die ik zijn zal. Volgens sommige geleerden is het wellicht nog beter om het zo te omschrijven: Ik schep wat ik zal scheppen
er was nog geen enkele veldstruik op de aarde en er was nog geen enkel veldgewas opgekomen, want de HEERE God had het niet laten regenen op de aarde; en er was geen mens om de aardbodem te bewerken, maar een damp steeg uit de aarde op en bevochtigde heel de aardbodem
Hij geeft de regen op de aarde,
en giet water over de velden,
Job 5:10
Hij maakt de aarde door zijn kracht, Hij bereidt de wereld toe door zijn wijsheid en breidt de hemel uit door zijn verstand. Als Hij zijn stem doet horen, is er een geruis van water aan de hemel en doet Hij dampen opstijgen van het einde der aarde; bliksemen maakt Hij bij de regen, en wind doet hij voortkomen uit zijn voorraadkamers.
(Jer 10:12-13)
Gen 2:5-6: Hoewel het niet meer duister en desolaat is op de aarde was er ook nog weinig zicht op struikgewassen en veldgewassen . Het zat wel al in de grond, maar was nog niet opgekomen. Er was dus nog geen zicht op datgene dat wél al bestond. De reden was eenvoudig en tweeledig:
1 God had het nog niet laten regenen op de aarde. Op de derde dag komen we het bevel van God tegen dat de aarde kon groenen( Gen 1:11-12)
2 Er was nog geen mens om de aardbodem te bewerken.
We lezen hierin dus ook een belangrijk gegeven: God die alles geeft en alles in werking stelt, is ook de Gene die het laat regenen. God die regen geeft, kan het ook onthouden. Regen is geen toevalligheid. Er staat duidelijk geschreven dat God had het nog niet had laten regenen. Alsof God daarmee wachtte tot een bepaald moment. We lezen voor het eerst over daadwerkelijke regen in Genesis 7:4. Voor nu; God koos voor een andere manier van bevochtiging. Er steeg een damp op uit de aarde die deze dus helemaal bevochtigde. Zodoende groeide de gewassen, struiken en bomen langzaam aan.
toen vormde de heere God de mens uit ihet stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens jtot een levend wezen.
Zo staat er ook geschreven:De eerste mens Adam is geworden tot een levend wezen, de laatste Adam tot een levendmakende Geest
(1 Cor 15:45)
De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk; de tweede Mens is de Heere uit de hemel.
(1 Co 15:47)
Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva.
(1 Ti 2:13)
Gen 2:7: Het allereerste wat opvalt is de terugwijzing naar Genesis 1:27. Er wordt ingezoomd op de schepping en formering van de mens. De bijbel laat het daar al zien: Hij heeft de mensheid mannelijk en vrouwelijk gemaakt.
We zien het voor ons: De Almachtige Schepper knielt neer in de schepping en vormt, boetseert van rode aarde de man. Daar ligt hij als een pop op de grond. En net wanneer de Heere God er klaar mee is, buigt hij zich over zijn creatie. Teder blaast hij zijn levensadem in door de neus. Dan zien we de mens tot leven komen.
Related Media
See more
Related Sermons
See more