Lukas 9:18-22: Wie zeg jij dat Ik ben?
Notes
Transcript
Voorbeeld:
Voorbeeld:
Stel ik moet ergens wachten. Ik zit in een wachtkamer en er komt een man tegenover mij zitten. We knikken en zeggen goede dag tegen elkaar. De man gaat tegenover mij zitten. Stevig gebouwd, ik schat hem rond mijn leeftijd, net in het pak, beetje rossig, baartje. Ik kijk hem een aantal keren aan maar ik kom er niet op wie hij is. Ik ben mijn hoofd aan het kraken wie het toch is. Is hij een bekende sporter van vroeger? Is hij een politicus? Maar ik kom er niet uit. Als ik aan het nadenken ben gaat opeens de deur in de wachtkamer open. Koning u kunt binnenkomen. De man loopt weg en ik kijk hem met open mond na. Nu weet ik het. Het was Koning Willem Alexander. Ik heb tegenover onze koning gezeten. Ik had een ontmoeting met hem kunnen hebben. Ik had met hem kunnen connecten. Maar waar ik de hele tijd mee bezig ben geweest is de vraag: Wie is die man tegenover mij nu eigenlijk? Terwijl ik al die tijd in de wachtkamer met hem had kunnen praten en hem vragen had kunnen stellen. Dat ik de koning der Nederlanden mis is tot daaraan toe, maar als we nu eens de Koning van hemel en aarde niet herkennen. Dat is verschrikkelijk.
Wie zeg jij dat Ik ben? Wie is Hij nu eigenlijk? Waar hebben we het nu over als het gaat om de Persoon Jezus Christus. Wat is Zijn identiteit.
In dit gedeelte gaat het om de meest fundamentele/ belangrijkste vraag die je in je leven kunt stellen. Wie denk je dat Ik ben? Wie is Christus voor jou? Wat betekent het Evangelie voor jou? Deze vraag en het antwoord wat je hierop geeft te maken waar je de eeuwigheid doorbrengt.
Caesarea Filippi
Caesarea Filippi
In de parallelgedeelten lezen we dat de plaats waar dit zich afspeelt is Caesarea Filippi (Matt. 16:13; Markus 8:27), gelegen ten noorden van het Meer van Galilea op de hellingen van de berg Hermon. Het lag vlak bij de uiterste noordgrens van het oudtestamentische Israël. Het werd oorspronkelijk Panion genoemd, naar de god Pan. Herodes de Grote bouwde er een tempel en droeg deze op aan Caesar de keizer van Rome. Daarom ook de naam Caesarea. Omdat er nog een Ceasarea bestond heeft de zoon van Herodes, Filips, deze stad een andere naam gegeven en zijn eigen naam eraan toegevoegd Filippi.
Jezus en Zijn discipelen waren dus in een gebied waar een tempel van Pan stond en waar deze Griekse God door de mensen daar werd aanbeden. Pan de god van de bossen, velden, heuvels, het vee en de herders. Pan wordt afgebeeld als een man met de poten, hoorns en staart van een bok en zijn bovenlijf is menselijk. Pan kon mensen bang maken met zijn mysterieuze geluiden. Zelfs de goden waren bang voor zijn vreselijke geschreeuw, het woord paniek (pan-iek) komt hier vandaan. Er is ook het verhaal dat Pan een halfgodin achterna zat, maar zij wilde graag maagd blijven. Deze halfgodin bad tot de goden en net op tijd veranderde zij in een rietstengel, daar heeft Pan toen zijn fluit van gemaakt, de panfluit. Caesarea Filippi een plaats waar een tempel stond van deze Griekse God en waar hij aanbeden werd, er dus afgoderij werd bedreven wat gepaard ging met allerlei immorele praktijken. Een plek van afgoderij en seksuele onreinheid.
Wie zeggen de mensen dat Ik ben?
Wie zeggen de mensen dat Ik ben?
Op deze plek Panion, Caesarea Filippi, waar ergens de tempel van Pan stond, een plek van afgoderij en immoraliteit stelde de Heere Jezus aan Zijn leerlingen twee vragen: Je zou kunnen zeggen daar was een soort van tussentijdse toets. Ze hadden het onderwijs van de Heere Jezus gehoord, Zijn wonderen en tekenen gezien, de principes van Zijn Koninkrijk hadden handen en voeten gekregen. Jezus stelt twee vragen:
Wie zeggen de mensen dat Ik ben? / Wie zegt u dat Ik ben?
Wie zeggen de mensen dat Ik ben?
De mensen, menigten, het volk: een grotere groep mensen die Jezus volgen maar mee gingen vanuit nieuwsgierigheid of sensatie, de verwachting dat er iets zou gebeuren.
Johannes de Doper: Een deel van de mensen dachten dat Johannes de Doper uit de dood was opgestaan.
Luke 9:7 Herodes, de viervorst, hoorde al de dingen die door Hem gebeurden. En hij verkeerde in onzekerheid, omdat door sommigen gezegd werd dat Johannes uit de doden was opgewekt,
Matthew 3:11 Ik doop u wel met water tot bekering, maar Hij Die na mij komt, is sterker dan ik; ik ben het niet waard Hem Zijn sandalen na te dragen. Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur.
Een ander deel van de mensen dacht dat Jezus Elia was. In de tijd van Elia en door het werk van Elia waren er veel wonderen en tekenen. Nu zagen mensen opnieuw allerlei wonderen en tekenen en dachten Elia is terug.
Weer een ander deel houdt het wat algemener ‘een van de oude profeten is opgestaan’. Ze erkennen in ieder geval dat Jezus een profeet is. Ze hadden allen maar een klein beetje gelijk. Jezus is meer dan een profeet. Want Hij is de Profeet. Zijn profeet-zijn ging zoveel verder. Hij was de vervulling van alle profetieën. Naast dat Hij profeet is, is Hij ook de volmaakte Priester en Koning.
Wie zeggen de mensen dat ik ben?
Ht volk, de menigte de mensen die Jezus volgden waren nieuwsgierig en verwachtingsvol. Mensen die op zoek zijn naar sensatie, er staat iets te gebeuren. Er was een algemeen verlangen binnen het volk dat Hij de messiaanse koning zou zijn, die de Romeinen zou verdrijven, zijn aardse koninkrijk zou inluiden. Veel Galileeërs zouden Jezus naar Jeruzalem volgen en zich bij de enorme menigte voegen die Hem als de Messias toejuichte toen Hij de stad binnenkwam ‘Gezegend is de Koning’ . Schokkend genoeg zou de menigte pelgrims en inwoners Hem aan het einde van de week afwijzen en om Zijn bloed schreeuwen. ‘Kruisig Hem’.
Het is in onze dagen niet anders. In een land en een wereld vol afgoderij en immoraliteit wordt diezelfde vraag nog steeds aan mensen gesteld: ‘wie denken de mensen dat ik ben?’
Groot moreel leider ... verlichte meester ... politieke hervormer ... groot leraar ... profeet. Het is niet zo verontrustend om over Jezus te praten als een groot leraar of zelfs als een profeet. Er zijn veel profeten en leraren geweest.
In de populaire musical Jesus Christ Superstar zingt Maria van Magdalena: Don’t know how to love Him I don't know how to take this,I don't see why he moves me. He's a man, he's just a man / Hij is een man....gewoon maar een man.
Maar u, wie zegt u dat Ik ben?
Maar u, wie zegt u dat Ik ben?
Dit vraagt Jezus aan Zijn discipelen.
Het antwoord van Petrus was tegengesteld aan de suggesties van de mensen.
De Christus van God/ U bent de Christus de Zoon van de levende God (Matth. 16:16). Christos (Christus) is de Griekse vertaling van het Hebreeuwse woord mashiach. Beide woorden verwijzen naar de gezalfde, degene die de levende God zelf heeft uitgekozen om profeet, priester en koning te zijn. Hij was Gods uitverkoren, gezalfde Messias en Zijn geliefde Zoon, de Verlosser, de Zaligmaker en Koning van Israël.
Lukas wil vanaf het begin van zijn Evangelie duidelijk maken met Wie we te doen hebben. Wie is nu deze Mens? Hoe kan ik van een buitenstaander een binnenstaander horen.
Jezus was al zo genoemd door de engelen
Luke 2:11 namelijk dat heden voor u geboren is de Zaligmaker, in de stad van David; Hij is Christus, de Heere.
Lukas de verteller / Simeon
Luke 2:26 En hem was een Goddelijke openbaring gegeven door de Heilige Geest dat hij de dood niet zien zou voordat hij de Gezalfde van de Heere zou zien.
de demonen
Luke 4:41 Ook gingen er van velen demonen uit, die schreeuwden en zeiden: U bent de Christus, de Zoon van God! Maar Hij bestrafte hen en liet hun niet toe te spreken, omdat zij wisten dat Hij de Christus was.
en indirect door Jezus zelf als Hij tijdens een preek in de synagoge een tekst uit jesaja op Zichzelf toepast (4:18);
Luke 4:18 De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn,
Maar dit is de eerste keer dat de discipelen zo van Hem getuigen:
De Christus van God/ U bent de Christus de Zoon van de levende God
Eerste aankondiging van het lijden
Eerste aankondiging van het lijden
Je zou zeggen: dit is het getuigenis wat de wereld nodig heeft. De discipelen zijn er klaar voor. Jezus laat ze maar gaan.
Luke 9:21 En Hij sprak hen streng toe en beval dat zij dit tegen niemand zeggen zouden.
Misschien dat de discipelen wel verbaasd zijn geweest dat ze werd verboden om dit nieuws door te vertellen. Het was niet omdat Petrus' belijdenis niet goed was. Het was juist de spijker op de kop. De belijdenis was uitstekend, maar dit op dit moment verkondigen was gevaarlijk. Want het volk zou dan denken als dit de Gezalfde Koning is dan betekent dat dat we bevrijd worden van het Romeine juk en dat we politiek onafhankelijk worden en de tijden van koning David zouden herleven. Het zou een onmiddellijke confrontatie tussen Jezus en Rome teweegbrengen.
Maar er is nog iets. Want hoewel de belijdenis van Petrus klopt mist er ook nog een deel. Daar hadden ze nog geen zicht op. Zelfs de discipelen begrepen niet wat Jezus' rol als de Christus inhield. Wat ontbrak in Petrus' belijdenis was het besef dat de rol van Christus gepaard ging met lijden, sterven en opstanding.
Luke 9:22 Hij zei: De Zoon des mensen moet veel lijden en verworpen worden door de oudsten, overpriesters en schriftgeleerden, en Hij moet gedood en op de derde dag opgewekt worden.
Waarschijnlijk heeft het zwijgverbod de discipelen al in verwarring gebracht. Maar dat de Messias moest sterven heeft hen waarschijnlijk helemaal aan het twijfelen gebracht. Je zou kunnen zeggen dat door dit ene vers de Messiaanse droom van de apostelen in diggelen wordt geslagen. Jezus maakt klip en klaar aan Zijn discipelen duidelijk dat de dood van de Heiland deel uitmaakte van Gods plan. Wat Jesaja profeteerde zou uitkomen:
Isaiah 53:10 Maar het behaagde de heere Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem ziek gemaakt. Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zal Hij nageslacht zien, Hij zal de dagen verlengen; het welbehagen van de heere zal door Zijn hand voorspoedig zijn.
De volmaakte zondeloze Mensenzoon zou veel zaken moeten doorstaan, de lijdensweg in Getsemane, het verraad door Judas, de spot, de brute zweepslagen, de doornenkroon, de afwijzing door de oudsten, de overpriesters en de schriftgeleerden en het feit dat hij door de Vader werd verlaten en gedood.
‘Wie denken jullie dat Ik ben’? heeft alles te maken met het doordenken van het Evangelie.
De blijde boodschap is het vinden van het antwoord op de vraag ‘Wie denk jij dat ik ben?’
Het is niet de boodschap dat Jezus gekomen is om…
Het is niet de boodschap dat Jezus gekomen is om…
1. Het is niet de boodschap dat Jezus gekomen is om…
Om mensen die denken van zichzelf al geweldig te zijn nog mooier te maken. Het evangelie is niet dat wij al een mooie taart zijn en dat God ons nog eens mooier maakt door Zijn Zoon aan ons tegeven, als een toefje slagroom. Het Evangelie gaat om mensen die afgoden aanbidden en getrokken worden naar immoraliteit, ik gericht zijn, verlos ons van de Romeinen en wij hebben een gelukkig leven. Het Evangelie gaat over mensen die leven onder de macht van satan en daarvan verlost moeten worden, mensen die in het duister te leven te bevrijden en Zijn eigendom te maken.
2. Het is niet de boodschap dat Jezus gekomen is om…
Om mensen een goed zelfbeeld te geven, zich goed te laten voelen, zich goed over zichzelf te laten voelen, zichzelf te ontplooien, zelfbewust, zelfverzekerd…maar Jezus kwam om Zichzelf te geven, Zichzelf te verloochenen en allen die in Hem geloven ontvangen; vrede in hun hart, rust voor hun ziel, aanvaarding bij Hem, geliefd zijn bij Hem, blijdschap bij Hem.
3. Het is niet de boodschap dat Jezus gekomen is om…
Een revolutionair mens te zijn, wonderen te verrichten en mensen spectaculaire dingen te laten beleven. Jezus is gekomen om hen te laten delen in Zijn karakter: nederig, zelfopofferend, dienstbaar, de ander liefhebben boven jezelf.
4. Het is niet de boodschap dat Jezus gekomen is om…
Een geheime boodschap rond te sturen die via bijzondere openbaringen, spirituele kennis en bijzondere profeten en sessies duidelijk gemaakt moet worden; nee, Zijn boodschap in de Bijbel is duidelijk, voor ieder mens te begrijpen en voor allen bedoeld en maakt duidelijk jou verloren toestand en het aanbod van genade in Christus.
Wie zeg jij dat Ik ben?
Wie zeg jij dat Ik ben?
Het Evangelie is dat we ons vertrouwen stellen op de Persoon en het werk van de Heere Jezus.
Wie zeg jij dat Ik ben? Dat is erkennen in welke toestand ik zonder de Heere Jezus ben en me dan op Hem richten.
- dat we onder een vloek staan en een Verlosser nodig hebben,
- dat we vuil zijn en een Reiniger nodig hebben,
- dat we verloren schapen zijn en een Herder nodig hebben,
- dat we ziek zijn en een Geneesheer nodig hebben,
- dat we rebellen zijn en een Bemiddelaar en Verzoener nodig hebben.
Voorbeeld
Voorbeeld
In de zuidelijke oceaan werd een Amerikaans schip aangevallen door een gewonde walvis. Het reusachtige monster knalde met zijn volle gewicht tegen de zijkant van de boot, draaide zich dan om nam een aanloop om vervolgend de boot nogmaals te rammen. Het hout van de boot begon te scheuren en het begon te lekken zodat het begon te zinken. De matrozen haalden al hun reddingsbootjes tevoorschijn, vulden ze zo snel mogelijk met de eerste levensbehoeften en begonnen van het schip weg te trekken. Op dat moment zag men twee mannen in het water springen. Ze zwommen naar het schip en begonnen iets te zoeken. Op een gegeven moment kwamen ze weer boven met iets in hun handen. Hoewel ze alle moeite hadden om van het zinkende schip naar de reddingsbootjes te komen lukte het hen om het meegebrachte aan boord bij de andere matrozen te brengen.
Wat was deze schat? Welk voorwerp kon zo waardevol zijn dat het hen ertoe bracht hun leven te riskeren? Het was het scheepskompas, dat was achtergelaten - zonder dat hadden ze hun weg uit die eenzame zuidelijke zeeën naar de hoofdweg waar de meeste schepen voeren nooit vinden.
Dat kompas was leven voor hen. In de zee van afgoderij, immoraliteit , religieusiteit wordt er met allerlei ideeen over Jezus tegen je aangebeukt. Ons hart kan ervan kraken. Maar boven deze zeeen en het krachteveld van het leven is het de Heere Jezus die vanmorgen deze vraag aan ons hart legt: Wie zeg jij dat ik ben? Vertrouw jij mij als het kompas in je leven. Geloof je nu echt met heel je hart dat Ik ook voor jou zonde ben gestroven en opgestaan. Geloof je nu echt dat ik jouw Redder / Zaligmaker ben. Ik ben degene die jou overvloedige genade geeft. Deze belijdenis is het enige houvast, het enige kompas, voor jouw leven.