titel

Sermon  •  Submitted   •  Presented
0 ratings
· 5 views
Notes
Transcript

titel

Gemeente van de Heere Jezus Christus,
Hoe bent u vanmorgen naar de kerk gekomen? 1epaasdag. De opstanding. Hoe zit u erbij? Dat kan nogal verschillend zijn. U kunt er vol van zijn. Net als de vrouwen. We lazen zojuist wat zij meemaken. Vroeg in de morgen gaan ze met de specerijen in de hand op weg. Ze hadden die vanmorgen vroeg al klaargemaakt. Maar wat ze dán zien. De steen is afgewenteld. Vlug gaan ze naar binnen om te kijken of de gestorven Jezus er nog ligt. Maar nee. Het lichaam van de Heere Jezus is er niet meer. En dan ineens. Dan ineens staan er twee mannen met blinkende gewaden.  Waarom zoekt u de Levende bij de doden? De twee mannen wijzen hen op de woorden van de Heere Jezus zelf. De vrouwen herinneren zich die woorden[AB1] .  Haastig gaan ze naar de discipelen om te berichten wat ze gezien hebben. Ze storten met veel woorden hun ervaringen van vanmorgen uit over de discipelen en de andere aanwezigen. In Mattheüs lezen we dat zij dat met vrees en grote blijdschap doen. Ze zijn er vol van! Zo kunt ook u vanmorgen naar de kerk gekomen zijn. Met blijdschap las u de Schriftlezing mee[AB2] .
U kunt er ook heel anders bij zitten. Vanmorgen lopen we mee met twee personen. De Emmaüsgangers. [AB3] Loopt u, en loop jij ook mee? Ze kunnen ons veel leren als het gaat over zien wie de Heere Jezus is. Als we bij hen gaan lopen, vallen we midden in een druk gesprek. Ze waren erbij toen de vrouwen enthousiast terug kwamen naar de discipelen en alle anderen. Die vrouwen waren er nogal vol van. Maar… vers 11. De woorden van die vrouwen leken hun kletspraat. Onzin. Niet waar. Ze geloofden het niet.
Zo zijn de Emmaüsgangers op pad gegaan. Zo zijn ze met elkaar in gesprek. 10 kilometer voor de boeg om alles nog eens een keer door te spreken. Alles wat er gebeurd is. In het Grieks wordt duidelijk dat ze een discussie hebben. Een meningsverschil. Er staat zoiets als: En ze gooiden woorden naar elkaar over. De één gooit en de ander vangt, en andersom. Samen tasten ze in het duister. Want zo meteen zal blijken dat ze er nog niet veel van begrepen hebben. De vrouwen waren vervuld met blijdschap, maar deze twee... Ze hebben slecht zicht. Het is mistig.  
We horen ze met elkaar praten. “Waar die vrouwen het over hadden, dat kan toch niet waar zijn? We zochten de Levende bij de doden zeiden ze. Ze hadden het er zelfs over dat Hij opgestaan zou zijn!” “Ze waren wel overtuigd…” “Nee het is niet waar. Het idee dat Hij Israël zou komen verlossen is met Zijn dood aan het kruis ten einde gekomen. Punt uit. Het is nergens op uitgedraaid.” “Ik kan pas geloven als ik Hem zelf zou zien.”
Gemeente, voor ons lijkt het eenvoudig. Wij kennen het verloop. Wij weten hoe het afloopt. Toch? Jezus is opgestaan, daar geloven we in. Of herkent u wel iets van het slechte zicht van deze twee mensen met wie we meelopen? Ondanks dat u de afloop kent.   
U bent of jij bent net als de Emmaüsgangers de afgelopen tijd misschien wel volop in aanwezigheid geweest van de Heere Jezus. Zij hadden veel van de Heere Jezus gezien. Ze hadden vaak zijn stem gehoord. Ze hadden Zijn lijdende gezicht gezien. En u? Kort geleden aan het avondmaal geweest. Niet lang geleden belijdenis gedaan. Geestelijk gevoed. Preken gehoord over het lijden van de Heere Jezus. De afgelopen veertig dagen bewust het lijden van de Heere Jezus overdacht.
Veel in aanwezigheid van de Heere Jezus. Maar zicht op God? Heeft u zicht op God? Of herkent u de hopeloosheid van de Emmaüsgangers en is uw zicht vertroebeld? Het kan lastig zijn echt te beseffen wat de opstanding van de Heere Jezus betekent. Juist nu willen we beseffen wat de Heere gedaan heeft. Hoe de Heere machtig gewerkt heeft in de geschiedenis. Leer mij o Heer Uw lijden recht betrachten zingen we. Maar voor de opstanding geldt misschien wel hetzelfde.
Laten we daarom meelopen met de Emmaüsgangers. De Heere kan door hen aan ons lessen leren voor de ogen van ons hart. Ook als die troebel zicht hebben. Jezus komt om die lessen te leren Zelf heel dichtbij. Terwijl de Emmaüsgangers in het duister tasten, komt de Heere Jezus bij hen lopen. Hun ogen worden ondertussen gesloten.
Ja, zegt u, zeg jij: Ze tasten al in het duister en dan sluit God ook nog hun ogen. Gemeente, God is zelf bewogen om hen te brengen tot een opstandingsgeloof. God zelf gaat op Zijn eigen wijze handelen om het menselijk onvermogen te overwinnen. God grijpt doelbewust in om straks de Schriftuitleg van de Heere Jezus de basis te laten zijn voor het geloof van de Emmaüsgangers.
En dan komt die vraag van Jezus. De eerste genadige klop op hun hart. De Heere Jezus kan vragen stellen die uw en mijn hart in één keer openleggen. Die gelijk afdalen naar de diepte van het hart. Jezus wil het weten. Hoe zit het nou bij jullie? Waar hebben jullie het over? Wat zijn jullie voor woorden over aan het gooien naar elkaar? En Hij vraagt de Emmaüsgangers: Waarom ziet u er zo bedroefd uit?  
In het Grieks staat er zoiets als: en bedroefd bleven zij staan. Ze hielden in. Hoe zal hun houding geweest zijn? Hoe zal hun gezicht gestaan hebben? Met hangende schouders kijken ze Jezus aan. Twee hopeloze, droevige en ontmoedigde gezichten. Lukas schildert het voor onze ogen. Met een droevig gezicht staan ze oog in oog met de vanochtend opgestane Heere.
Kleopas[AB4] draait er niet omheen. Kom nou?! Hij vuurt een vraag op Jezus af. Vers 18. Bent U als enige een vreemdeling in Jeruzalem dat U niet weet welke dingen daar in deze dagen gebeurt zijn? Hij ziet Jezus als een gast of een nieuwe inwoner. Iemand die alles gemist heeft. Zo komt bij de droefheid ook nog grote verbazing. Hoe kan deze man het nou niet weten? Zo groot als de vreugde van de vrouwen vanmorgen was, zo groot is de droefheid en de verbazing van deze twee. Misschien herkent u de crisis maar al te goed. Vul voor uzelf en voor jezelf eens een moment in waarop je die hopeloosheid ervaarde. Waarop je het zicht op de Heere Jezus kwijt was. Misschien juist nu wel op de 1e paasdag. God kan voor ons ook na Pasen soms als dood zijn. Afwezig.
Nou, Jezus heeft een volgende vraag voor hen. Het is een tweede genadige klop op hun hart. Hij neemt de rol in van onwetende buitenstaander. Vertel het eens. Vers 19. Welke dan? [AB5] [AB6] Wat is er gebeurd?  Hij wil het hen zelf horen vertellen. Feitelijk vatten ze het leven van Jezus goed samen. Jezus de Nazarener, een profeet, machtig in werken en woorden voor God en heel het volk, de overpriesters en leiders die Hem overgeleverd hebben om Hem ter dood te veroordelen, Hij is gekruisigd. Het klopt allemaal. Toch ontbreekt er een hoop. Geen woord wordt gesproken over Jezus als Heere, als Messias, als Zoon van God. Jezus was voor hen niet groter dan andere figuren. Jezus is een profeet. Ja, ze hadden wel hoge verwachtingen van Hem. Ze hoopten dat Hij Israël zou komen verlossen, maar dat is niet gebeurd. Hij had vaak over Zijn Koninkrijk gesproken, maar blijkbaar was het Hem niet gelukt die echt te vestigen.
Het is in hun samenvatting opvallend dat ze in vers 21 zelf letterlijk een verwijzing maken naar  ‘de derde dag’. [AB7] De Emmaüsgangers zijn niet in staat om de profetieën over Zijn eigen lijden, dood en opstanding te interpreteren. Ze zien niet verder dan de kruisiging. Ze zien geen mogelijkheid dat Jezus blijft dienen als de Verlosser. Ze zien geen verband tussen het lijden en het Messiasschap. De hoop op Jezus als degene die zou komen verlossen is ongegrond gebleken.
Vers 21: Wij hoopten dat Hij het was die Israël zou verlossen. Voor de kruisiging was hun hoop nog levend. De Emmaüsgangers waren slechte bewaarders van het Woord. Ze begrepen niets van het lijden. Na de kruisiging is de hoop vervlogen. Het lijden en de dood van de Heere Jezus was het einde van alle hoop. Het juiste zicht is verdwenen. Ze kunnen een hoop over de Heere Jezus vertellen, maar het zicht blijft vaag. Het zicht blijft vaag, omdat ze het Woord van God niet begrepen hebben. [AB8]
Dat blijkt ook uit de beschrijving van de gebeurtenissen vanmorgen. De vrouwen hebben van alles meegemaakt. Ze hebben engelen gezien die zeiden dat Hij leeft. Maar… Hem zagen zij niet. Geen zicht betekent geen hoop. Geen aanwezigheid van Jezus, geen herstelde hoop, geen opstandingsgeloof. Een geestelijke verlossing door een offerdood was een idee dat hun verstand niet kon bevatten.  
Dan is het genoeg voor de Heere Jezus. Wat volgt is een scherpe berisping. O onverstandigen en tragen van hart! Wat betekent dat gemeente? Wat bedoeld Jezus daarmee? Bij onverstandig kunnen we denken aan een gebrek aan kennis. Ze hadden niet genoeg gegevens. Dat kan ons ook wel een gevoel van medelijden geven. Ach ze wisten het ook niet zo nauwkeurig. Maar dat is niet het geval. Deze twee waren waarschijnlijk veel in de aanwezigheid van de Heere Jezus geweest. Ze waren vanochtend nog samen met de discipelen. Het waren mensen die bij een kring om de Heere Jezus hoorden. Nee, het was dus geen gebrek aan kennis. Het probleem is: ze handelen niet naar de kennis die ze hebben. Ze doen álsof ze geen verstand hebben. Ze hebben de puzzelstukjes, maar ze leggen de puzzel niet. [AB9] [AB10]
En dan zijn ze ook nog traag van hart. Hun hart dat aangetast is door de zonde. Hun hart dat centrum is van denken, van willen en van voelen.Hun hart is in slavernij van de zonde. [AB11] Ze missen het diepere inzicht. Ze hebben wel feitelijke kennis, maar op dieper niveau leggen ze geen verbindingen. Hun hart hapert. De ogen van hun hart hebben geen helder zicht. Ze begrijpen niet wie Jezus is. Maar: Jezus gaat hen zelf uitleg geven. De Heere zoekt ons hart op terwijl het slaaf is van de zonde.     
Jezus gaat verder met het genadige kloppen op hun hart. Jezus wil geloof schenken. Hij had ze nu ook achter kunnen laten. Hij had er voor kunnen kiezen om het hen nu zelf uit te laten zoeken. Maar Jezus maakt zichtbaar wie Hij is. Hoe genadig. Hoe ontfermend. Hij komt hen nabij in hun hopeloosheid. In hun blindheid. In hun ongeloof. God zelf zoekt hen op terwijl ze God kwijt zijn. De Heere wil ons als ongelovige en van nature blinde mensen zicht geven op Hem. Zicht geven op Zijn Woord. De Heere Jezus gaat hen uitleg geven. De kennis die zij al hadden van de profeten, wordt door de Levende Christus zelf aan hen uitgelegd.
Jezus gaat het Oude Testament uitleggen. Het woordje uitleggen kunnen we ook vertalen met: interpreteren of vertalen. De Heere Jezus gaat wat erover Hem in het Oude Testament staat interpreteren en vertalen. De Heere Jezus brengt de teksten van toen naar dat bewuste moment. Hij doet de afstand tussen de werkelijkheid van [AB12] het Oude Testament en de werkelijkheid van die dag teniet. De Emmaüsgangers krijgen een persoonlijke verkondiging. Wat een voorrecht gemeente! Ja, wat zou Hij gezegd hebben? Waarom staat er nou niet wat Hij gezegd heeft? Hoe heeft de Heere Jezus nou uitgelegd wat er over Hem geschreven is? We hadden een volmaakte preek over het hele Oude Testament kunnen hebben. Stelt u zich nou eens voor dat u daar toen die uitleg had gekregen. Maar misschien is dat nu juist precies de les die de Heere ons hierdoor wil leren. Hoe ga je om met het Woord dat je al hebt? Met de kennis die je al hebt? De Emmaüsgangers brachten het er niet al te goed van af. Laten we eens in de spiegel kijken. Wij wel? Hoe gaat u en hoe ga jij met Gods Woord om? Als u slecht zicht hebt, doet u dan uw Bijbel open? Wat er met Jezus gebeurd is[AB13] , kan alleen begrepen worden in het licht van de Schriften.
De Heere Jezus legt het dus zelf aan ze uit. Nou daar komt hun reactie. In diep ontzag en met verbazing erkennen ze dat Jezus de Messias is. De woorden van de vrouwen waren geen kletspraat! Ze stemmen in en erkennen. We zijn onverstandig en traag van hart. Inderdaad, het is waar, we herinneren ons de profetieën. De Christus moest lijden. Nee. Niets daarvan. De Heere geeft hen veel, maar het zicht blijft vertroebeld. [AB14]
Gemeente even een pas op de plaats. We houden even in. Als we de balans opmaken zien we hoeveel de Heere Jezus hen geeft? Wat doet Hij allemaal? Hij kwam bij hen lopen, Hij vroeg naar de gebeurtenissen, Hij bestraft hen met ferme taal, Hij geeft uitleg over het hele Oude Testament. Hij toont hen wie die Jezus waar ze het over hebben werkelijk is. Je zou zeggen dat het nu wel duidelijk is. Hoeveel genademiddelen moet Hij nog geven voordat ze in geloof op de knieën vallen?
Ja. Ik weet niet hoe het met u zit, maar dit klinkt toch wel herkenbaar? U zit in duisternis. U hoort preek na preek. U bidt. U leest uit de Bijbel. U voert gesprekken op de Bijbelkring. U zit misschien wel aan het avondmaal. U ziet regelmatig hoe er kinderen gedoopt worden. Maar toch, het kan zo donker zijn. De Heere Jezus weet er raadt mee. Zonder dat ze weten dat Hij het is, steekt Hij met zijn verkondiging hun harten aan. Dat zien we als we de geschiedenis verder volgen.  [AB15]
We komen dicht bij Emmaüs. De Emmaüsgangers willen nog wel meer van deze Man zien. Hun hart brand. Ze waarderen de aanwezigheid van deze Man. Op [AB16] Zijn vermanende woorden zijn ze niet afgeknapt. Ze willen meer van Hem weten. In aanwezigheid van de Heere Jezus wordt het verlangen naar Hem groter. Bij het horen van woorden uit Zijn eigen mond verlangt hun hart naar meer. De Heere Jezus heeft met Zijn verkondiging het vuur zelf aangestoken. Zonder dat ze het weten dat Hij het is. De spanning wordt hoger. Zullen ze dan eindelijk inzicht krijgen in de betekenis van deze bijzondere dag?  
Ze hebben nog steeds geen helder zicht, maar inmiddels brand hun hart. Jezus heeft de touwtjes in handen. Hij weet wat Hij doet. Hij gaat nog verder en toont dat Gods bewogenheid met onze redding oneindig groot is. Hij gaat met hen mee naar hun huis. Hij wil bij hen zijn. Gemeente, het toont ons de liefde van God voor hardnekkige zondaren. De bewogenheid met mensen die de Schrift uit zichzelf niet begrijpen.
Dat de Heere Jezus de touwtjes in handen heeft, wordt direct weer zichtbaar als Hij het brood neemt. De Emmaüsgangers zeiden: blijf bij ons. In een tijd en cultuur waar gastvrijheid een hoog goed is[AB17] , neemt Jezus als de gast de rol van gastheer op zich. De Heere werkt hoe Hij wil. Híj neemt het brood, zoals Hij dat niet lang geleden ook gedaan had. En toen Hij dat gedaan had gaf Hij het aan hen.
En dan? Alles gaat open. Van troebel zicht naar haarscherp beeld. Ze realiseren dat ze zich al die tijd blind gestaard hebben op een verkeerd beeld van Jezus. Een verkeerd Godsbeeld. Ze geloofden de woorden van de vrouwen niet. Ze waren ervan overtuigd: de vrouwen hadden de Heere Jezus zelf niet gezien, dus de Heere Jezus was voor hen nog steeds levenloos. Niet de Levende. Ze waren slechte bewaarders van het Woord. Ze hadden geen snars van de profetieën begrepen[AB18] . Ze liepen naast de Heere Jezus, maar ze herkenden Hem niet. God sloot hun ogen om met de Schriftverkondiging van Jezus hun hart te raken. Zij wilden de Heere Jezus zelf zien, maar God gaf eerst de verkondiging van Zijn Woord. De meest ongeletterde mens wordt een gevorderde in de genade als de Heere Jezus door Zijn Heilige Geest uitleg geeft.
Ja, het is waar. Ze herkennen Hem. Op het moment dat God hun ogen opent herkennen ze de Heere Jezus aan Zijn uiterlijk. Maar dat is niet het punt dat de Heeredoor [AB19] Lukas wil maken. Nee, het punt is: De Heere Jezus komt in de verkondiging van het Woord zo nabij dat deze twee trage harten begonnen te branden. De Heere Jezus liep met hen op om hun verkeerde beeld van Hem te corrigeren. De Heere Jezus heeft zondaars zo lief dat Hij alles gegeven heeft. Hij gaf Zijn leven. Maar ook vlak daarna komt Hij mensen die dat niet begrijpen nabij. Hij klopt genadig op hun trage hart. Hij geeft de zondaar in duisternis het zicht terug. Gemeente, Kohlbrugge schrijft het: wij zijn hardnekkige zondaren, maar het Evangelie zegt ons dat we door een nog hardnekkigere liefde worden gered.
Die liefde maakt dat de Heere Jezus nu op een nieuwe manier aanwezig is. Fysiek verdwijnt Jezus meteen. Maar geestelijk is Hij nu juist meer dan ooit aanwezig. Hij is aanwezig in hun hart. Ze hoeven Hem niet langer te zien. Hun hele bestaan is aangepakt. Op zijn kop gezet. Hun zondige hart is omgevormd. Hun denken, hun willen, hun voelen. De Heere zelf ging met hen mee en leidde hen in de waarheid. Als Jezus niet in Zijn liefde tot hen gekomen was, zouden ze nog steeds volslagen onwetend zijn. Zonder Zijn genadige opening van hun hart konden ze geen geestelijke kennis krijgen.
En nu 2000 jaar later. Dezelfde God. Dezelfde trage harten. De vermaning, maar ook de vertroosting van de Heere Jezus komen vandaag naar ons toe. Als u in duisternis zit. Welk beeld hebt u van de Heere Jezus? Wat doet u met de kennis die u van Hem hebt? Ik begon de preek ermee. U kunt net als de Emmaüsgangers met troebel zicht hier zitten. Veel in aanwezigheid van de Heere Jezus, maar geen brandend hart. Mag ik dan vragen: … jahor
Als de Zoon van God niet is opgestaan uit de dood, dan hebben christenen een goede reden om doodongelukkig [AB20] te zijn, maar Hij leeft! Hij laat het u vanmorgen zelf zien. Hij wil door Zijn Woord een opstandingsgeloof schenken. De Heere wil ons door geloof in Hem Zijn opstanding recht leren betrachten. Alleen het geloof kan ons Jezus laten zien. Bid het: “Heere, open U mijn ogen, zodat ik door Uw Woord en Geest mijn Verlosser kan zien.”   [AB21]
[AB1]Langzaam daalt het besef in hun hart. Jezus leeft!
[AB2]Hier kun je nog iets aan toevoegen
[AB3]Iets meer toelichten: van de één weten we dat hij Kleopas heet. De ander is misschien een vriend of zijn vrouw
[AB4]Deze naam al eerder noemen
[AB5]Welke ?
[AB6]Welke gebeurtenissen hebben jullie het dan over?
[AB7]Er zijn dingen die ze niet noemen. Maar tegelijk valt ook op wat ze wel noemen
[AB8]Hier toepassing maken
[AB9]Mooi beeld, zou je misschien wel als voorbeeld voor de kinderen nog kunnen noemen
[AB10]Zo van, weet je kinderen, wat de emmausgangers doen kun je eigenlijk vergelijken met een puzzel: ze hebben de puzzelstukjes, maar ze leggen de puzzel niet
[AB11]Ik zou eerder spreken van ongeloof dan van zonde
[AB12]Ik zou dit denk ik weglaten
[AB13]Ik zou zeggen: Wie Jezus is
[AB14]Ze verlangen juist naar meer
[AB15]Dit eerder beschrijven/herschrijven
[AB16]Dekt nog niet echt de lading, ik zou het beschrijven als dat hoe meer je ziet van Jezus, hoe groter je verlangen wordt naar nóg meer van Jezus
[AB17]Of: hoog in het vaandel staat
[AB18]Misschien iets te veel herhaling?
[AB19]Via
[AB20]Diep bedroefd
[AB21]Dit nog meer uitbouwen, situatie beschrijven waar mensen inzitten en daar beloften aan koppelen > God is nog steeds Dezelfde, Hij wil onze harten openen voor Hem, Hij is nog steeds de opzoekende God
Related Media
See more
Related Sermons
See more
Earn an accredited degree from Redemption Seminary with Logos.