3 typen mensen in de kerk.
3 Johannes • Sermon • Submitted
0 ratings
· 110 viewsNotes
Transcript
Handout
inleiding:
inleiding:
Dit is de 3e brief die Johannes schrijft.
Het evangelie is een verslag en de Openbaring van Johannes heeft een profetisch karakter; hij beschrijft daarin wat hij heeft “gezien” toen hij op Patmos zat..
Terwijl de eerste brief van Johannes aan alle gemeenten die in Klein Azie (huidige Turkije) verspreid lagen gestuurd werd, en de tweede brief van Johannes gericht was op de verkoren vrouw en haar gezin. ( het geestelijk leven in huis) is de derde brief gericht op het gemeente leven, en geschreven aan Gajus.
Johannes heeft deze brief in ongeveer de zelfde tijd als de tweede brief geschreven 90 na Christus), naar alle waarschijnlijkheid vanuit Efeze (huidige Turkije)waar hij de laatste jaren van zijn aardse leven diende. Johannes was de discipel die Jezus liefhad. Hij wordt de apostel van de liefde genoemd. Hij is de laatst levende Apostel.
de tweede brief Johannes heeft deze brief in ongeveer de zelfde tijd als de tweede brief geschreven 90 na Christus), naar alle waarschijnlijkheid vanuit Efeze (huidige Turkije)waar hij de laatste jaren van zijn aardse leven diende. Johannes was de discipel die Jezus liefhad. Hij wordt de apostel van de liefde genoemd. Hij is de laatst levende Apostel.
Johannes heeft deze brief in ongeveer de zelfde tijd als de tweede brief geschreven (90 na Christus). Hij heeft deze brief geschreven vanuit Efeze (huidige Turkije)waar hij de laatste jaren van zijn aardse leven diende. Johannes was de discipel die Jezus liefhad. Hij wordt de apostel van de liefde genoemd. Hij is de laatst levende Apostel.
Een apostel is iemand die met Jezus geleefd heeft vanaf het moment van de doop van Jezus door Johannes de doper (een andere Johannes dus) in de Jordaan totdat Jezus in de Hemel werd opgenomen( hemelvaart).
Gajus “de bemoediger”(1-8)
Gajus “de bemoediger”(1-8)
Gajus was een vooraanstaand lid in de gemeente. De mensen keken hielden hem nauwlettend in de gaten. Elke christen is -net als Gajus- een getuige. De vraag is of je een goed getuigenis geeft door je leven, woord en daad, of een kwaad getuigenis? Hoe spreek je van anderen? Roddel je, zet je kwaad bloed? of spreek je de waarheid in liefde tot opbouw? ; ; :
7 maar wees afkerig van onheilige oudevrouwenpraat. Oefen u in de godsvrucht.
7 maar wees afkerig van onheilige oudevrouwenpraat. Oefen u in de godsvrucht.
7 maar wees afkerig van onheilige oudevrouwenpraat. Oefen u in de godsvrucht.
Gajus was oudste in de gemeente.
16 Maar vermijd de onheilige, holle klanken; want zij zullen de goddeloosheid nog verder drijven,
16 Maar vermijd de onheilige, holle klanken; want zij zullen de goddeloosheid nog verder drijven,
7 maar wees afkerig van onheilige oudevrouwenpraat. Oefen u in de godsvrucht.
1 Legt dan af alle kwaadwilligheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij,
1 Legt dan af alle kwaadwilligheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij,
16 Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.
Gajus was oudste in de gemeente.
I. SALUTATION (Vv. 1–4)
V. 1 As in his Second Epistle, John speaks of himself as the elder. He addresses the Letter to the beloved Gaius, whom he loves in truth. Although we do not know if this is the Gaius mentioned in Romans 16:23 or the one in Acts 20:4, it is surprising how much we do learn about him in these few verses. First of all, we gather that he was a much beloved believer, a man whose whole life commended him to his fellow Christians.
Vaak denk je dat wat je zegt niet zoveel gevaar met zich mee brengt. We denken vaak niet goed na over de consequenties van onze mond. Die ene opmerking lijkt zo onschuldig. Het is maar iets kleins…
V. 2 But apparently he was not too well in body, since John wishes that his physical health might correspond to his spiritual vigor. When John says I pray that you may prosper in all things it is doubtful that he is thinking of wealth or material prosperity. Rather he is speaking of physical well-being, as suggested by the next phrase—and be in health.
Would we want our physical condition to correspond to our spiritual? Is it not sadly true that we take better care of our bodies than of our souls? That is why F. B. Meyer wryly remarked:
It would not be desirable to express the wish of verse 2 to all our friends, because if their bodies were to correspond to the condition of their souls, they would suddenly fall into ill-health.1
Verse 2 flatly contradicts what is taught by many so-called “faith-healers.” They contend that all sickness is a result of sin in the life, and that if a person isn’t healed, it’s because of a lack of faith. This certainly wasn’t true in Gaius’ case. His spiritual condition was good, but his physical condition was not so good. This shows that one’s spiritual state cannot be argued from the bodily one.
V. 3 The apostle rejoiced greatly when certain brethren came and testified of the truth that was in Gaius, and how he walked in the truth. It is good to have the truth in us but it is better to manifest the truth in our lives. We should not only hold the truth, but allow the truth to hold us. Men would rather see a sermon than hear one. Nothing counts more for God in an age of fact than a holy life.
V. 4 So important was this to John that he could say, “I have no greater joy than to hear that my children walk in truth.” Perhaps most of us think of soul-winning as the greatest joy of the Christian life, and it is wonderful indeed to see men and women translated from the kingdom of darkness into the kingdom of the Son of His love. But who can measure the heartache to see those who professed to be saved, returning to their former life; like a sow returning to her wallowing in the mire and a dog to its vomit. On the other hand, what a thrill it is to see one’s spiritual children going on for the Lord, from grace to grace. Again this emphasizes the importance of follow-up work in all our evangelistic endeavors.
II. THE GODLY GAIUS (Vv. 5–8)
4 Zie, ook de schepen, ofschoon zij zo groot zijn en door sterke winden voortgedreven worden, worden door een zeer klein roer gestuurd, waarheen maar het believen van de stuurman wil. 5 Zo is ook de tong een klein lid en voert toch een hoge toon. Zie, hoe weinig vuur een groot bos in brand steekt.
Ja
V. 5 Gaius took a special delight in throwing open his home to those who had gone out preaching the gospel. He extended his gracious hospitality not only to those whom he knew, but to strangers as well.2 John says that he was faithful in this ministry. It appears from the NT that hospitality is very important in God’s sight. If we entertain the Lord’s people, it is the same as if we entertain the Lord Himself (). On the other hand, failure to entertain His servants is looked upon as failure to entertain Him (). Through entertaining strangers, “some have unwittingly entertained angels” (). Many can testify that through the practice of hospitality, meals have been turned into sacraments (Luke 24:29–35), children have been converted, and families have been drawn closer to the Lord.
V. 6 Rewards are involved. Gaius’ kindness was known to all the church. But more than that, his name is forever enshrined in God’s Holy Word as one who had an open home and an open heart. And even more, Gaius will yet be rewarded at the Judgment Seat of Christ, for “he who receives a prophet in the name of a prophet shall receive a prophet’s reward” (). He will share in the reward of all those preachers he entertained. This is a good point to remember for those who cannot preach: You can receive a preacher’s reward by showing hospitality to preachers in the name of the Lord. God will pay back all good deeds! His kindness will crown the kindness of men.
Now John reminds Gaius that he will do well to send them forward on their journey in a manner worthy of God. To send them forward on their journey means not just a friendly farewell, but adequate supplies. This surely sets a high standard for us as we share our material things with those who preach and teach.
V. 7 A special reason is given why Gaius should be helpful to these itinerant evangelists: Because they went forth for His name’s sake taking nothing from the Gentiles. These men looked to the Lord alone for the supply of their needs. They would not accept support from the unconverted. To do so would imply that their Master was too poor to provide for them. It might also give the unsaved a false ground of self-righteousness on which to rest. What a rebuke this is to the money-raising methods of Christendom today! And how it should remind us of the special obligation we have toward those servants of the Lord who go out in faith in the living God and who make their needs known to no one but the Lord.
V. 8 We therefore ought to receive such, that we may become fellow workers for the truth. To receive3 them means to do everything possible to help them, for when we do, we help the truth in its onward march.
Vv. verses
V. verse
Het gebruik van je tong heeft verregaande gevolgen: Het is de verantwoordelijkheid van iedere christen er goed mee om te gaan.
V. verse
21 Dood en leven zijn in de macht der tong, wie aan haar toegeeft, zal haar vrucht eten.
1 F. B. Meyer, Through the Bible Day by Day, VII:164, 165.
Wat is het goed om met Job te willen zeggen:
V. verse
3 zolang mijn adem nog ten volle in mij is, en de geest Gods in mijn neusgaten, 4 zullen mijn lippen waarlijk geen onrecht spreken, en zal mijn tong geen bedrog uiten.
3 zolang mijn adem nog ten volle in mij is,
en de geest Gods in mijn neusgaten,
4 zullen mijn lippen waarlijk geen onrecht spreken,
en zal mijn tong geen bedrog uiten.
V. verse
Vv. verses
V. verse
2 The critical (NU) text reads “especially (Gk. touto, lit. “this”) strangers.”
Als we naar Gajus kijken zien we een christen die ernst maakt met waarheid. Er wordt 5 keer over de waarheid gesproken in verhouding tot hem. Het is heerlijk om te ervaren wat waarheid met je doet. Het maakt je vrij ( )! Maar daar moet je door de Here (die zelf de Waarheid is) naartoe geleidt worden. Gajus had leren bidden met David: Leid mij in uw waarheid( ) Heeft u al zo leren bidden? De Bijbel zegt dat Gajus in de waarheid wandelde. Dat wandelen is een metafoor: het is een dagelijkse houding van geloven in, en leven voor het evangelie. De waarheid komt er niet alleen uit in woorden, maar dus ook in zijn dagelijkse houding. Hij leeft voor Jezus. Zijn hele gedrag is er op aangepast. Een levend en wandelend getuigenis dus. In woord en in daad.
NT New Testament
32 en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.
V. verse
5 leid mij in uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht ik de ganse dag.
V. verse
Naar alle waarschijnlijkheid was Gajus ziek. Johannes bidt voor hem dat het lichamelijk net zo goed met hem gaat als dat het geestelijk gaat. Maar zijn ziekte belemmerde hem niet om de Heer te dienen waar hij kon. In zijn hart was allereerst liefde voor de broeders en zusters in de kerk en aan de vreemdelingen. . Als je niks kunt doen, kun je altijd nog liefde tonen!
5 Laten zij worden als kaf voor de wind, wanneer de Engel des Heren hen neerstoot;
5 leid mij in uw waarheid en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils, U verwacht ik de ganse dag.
V. verse
35 Hieraan zullen allen weten, dat gij discipelen van Mij zijt, indien gij liefde hebt onder elkander.
3 The NU text reads “support” hupolambanein) rather than the “receive” (apolambanein) of the TR and majority text.
MacDonald, W. (1995). Believer’s Bible Commentary: Old and New Testaments. (A. Farstad, Red.) (pp. 2334–2335). Nashville: Thomas Nelson.
Niet alleen toonde hij liefde, hij was trouw in het tonen van die liefde. Liefde en trouw gaan hand in hand samen en daarmee verwerf je vriendschap met God en mensen.
Bijbel. Vertaling 1951. Diotrefes en Demetrius vs 9-12
Diotrefes
3 Dat liefde en trouw u niet verlaten! Bind ze om uw hals, schrijf ze op de tafel van uw hart, 4 dan zult gij genegenheid en goedkeuring verwerven in de ogen van God en mensen.
We lezen in vers 6 dat Gajus de medegelovigen en mensen in de bediening voorthelpt. Een van de taken van een gelovige voor de broeders en zusters is om gastvrij te zijn. In de tijd van de Bijbel was reizen een hele grote onderneming. Je kon niet overal zomaar een hotel of herberg vinden. Daarom was gastvrijheid heel belangrijk. De Bijbel roept daar ook toe op .
13 bijdragend in de noden der heiligen, legt u toe op de gastvrijheid.
Hebreeen beschrijft zelfs de zegen die er uit Herbergzaamheid of gastvrijheid kan komen dat je zonder het te weten engelen hebt kunnen herbergen ( dit verwijzend naar de geschiedenis van Abraham die bij zijn tent zat en 3 mannen ontving op het midden van de dag. ( )
2 Vergeet de herbergzaamheid niet, want daardoor hebben sommigen, zonder het te weten, engelen geherbergd.
Hij zorgde voor de werkers in Gods wijngaard, hij bemoedigde ze, en hij hielp ze verder met zijn geld en middelen. Het woord “voorthelpen” in vers 6 heeft alles in zich van het verder helpen met geld en middelen. Ondersteuning bieden zodat men weer verder kan. Uitgerust van de reis, uitgerust met voedsel en spullen, en toegerust met de bemoedigende woorden die je als christen kunt doorgeven. Laat het een bemoediging zijn dat u datzelfde kunt doen als Gajus als u uw hart daarop zet. Hoe onbelangrijk het ook lijkt, uw dienende houding heeft gevolven voor het werk van de Heer in uw eigen omgeving. Ook al ziet u het totaal plaatje niet, God ziet het wel.
Ik ben vandaag aan de dag uw voorganger, omdat er ongeveer 15 jaar geleden mensen waren die mij niet kenden, maar besloten te helpen met huisvesting en eten. En in alle zendingsreizen daarna, mochten we bij een zuster verblijven in haar huis, we aten van haar tafel… Haar behulpzame houding heeft er toe bijgedragen dat zielen gered zijn, het evangelie voortgang heeft gekregen en ik vandaag aan de dag hier woon en mag dienen als uw pastor. Een andere jongen leende altijd zijn pick up aan ons uit. Dat lijkt onzinnig, maar heeft ons altijd overal gebracht om het evangelie verder te brengen. Uw diendende houding is van wezenlijk belang voor de groei van Gods koninkrijk en de redding van zielen.
Let op! Gajus had geen functie. Hij was geen pastor, diaken of oudste. Had geen vaste aanstelling of iets, maar diende de Heer waar hij kon. Hij deed wat zijn hand vond om te doen ()
10 Al wat uw hand vindt om naar uw vermogen te doen, doe dat, want er is geen werk of overleg of kennis of wijsheid in het dodenrijk, waarheen gij gaat.
13 Ook dit zag ik als wijsheid onder de zon en het maakte grote indruk op mij:
Wees bemoedigd door het leven van Gajus om zelf een bemoedigend opbeurend en helpend persoon te zijn.
Diotrefes de diktator (9-11)
Diotrefes de diktator (9-11)
Een karaktertrek van de zondige mens is trots. We zien in het hart van Diotrefes precies dat ontstaan, wat de kerk kapot maakt. Wat zielen beschadigd, en verdeeldheid brengt onder gelovigen.
zegt
13 De vreze des Heren is het kwade te haten; hoogmoed en trots en boze wandel en een mond vol draaierijen haat ik.
En dit is precies waar Diotrefes in leeft.
1Hij is hoogmoedig,
2hij wil johannes niet accepteren
3hij liegt over Hem om zijn plan kracht bij te zetten.
4Hij zet de mensen uit de gemeente die het oneens zijn met hem.
(1)Hij is hoogmoedig genoeg om het door de Heere Jezus zelf aangestelde gezag: Johannes ( de allerlaatste levende Apostel ) weerstand te bieden. in opstand te komen. In opstand komen tegen dat wat God wil is de aard van Satan. (lees maar eens) Satan wilde zijn troon vestigen boven de troon van God. En Diotrefes heeft het grote verlangen om overal op nummer 1 te staan, de eerste te zijn, belangrijk, en de baas. . Je kent ze wel, van die strebertjes. Elke gemeente kent zulke mensen. Soms zitten ze in de leiding van de gemeente of zijn ze zelfs de pastor. Soms zitten ze niet in de leiding, maar willen ze graag in de leiding zitten. Ze vestigen de aandacht op zichzelf. Zij weten wat goed en fout is. Zij kunnen alles. Ze vinden van alles… En er moet naar ze geluisterd en gehoorzaamd worden.
Johannes zegt van deze man: Hij wil de eerste zijn… Laten we kijken wat de Here Jezus van die houding zegt.
31 Maar vele eersten zullen de laatsten zijn en de laatsten de eersten.
Het was deze Johannes die in zijn jonge jaren zo graag met koning Jezus op de troon had willen zitten. En zelfs na het onderwijs van Jezus over hoe het in het koninkrijk van God werkt, vroeg hij: mogen we met u heersen. Vol geduld neemt Jezus dan de tijd om ze uit te leggen dat het in het leven met God niet gaat om heersen, maar om dienen.
Diotrefes
Diotrefes
42 En Jezus riep hen tot Zich en zeide tot hen: Gij weet, dat zij, die regeerders der volken heten, heerschappij over hen voeren, en hun rijksgroten oefenen macht over hen. 43 Zó is het echter onder u niet. 44 Maar wie groot wil worden onder u, zal uw dienaar zijn; en wie onder u de eerste wil zijn, zal aller slaaf zijn. 45 Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om Zich te laten dienen, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.
Nu zag Johannes zijn oude natuur in de persoon van Diotrefes.
Het leven van deze man is ook gericht op zichzelf, en niet op Jezus. Dat is altijd een belangrijke toeststeen voor de gelovige.
Is wat je doet en zegt gericht op verheerlijking van Jezus of verheerlijking van jezelf.
Er bestaat geen twijfel over dat Diotrefes ervan overtuigd was dat hij het goede deed.
Johannes de doper zei heel mooi hoe het in het christenleven moet gaan: Hij moet wassen, en ik moet minder worden.( )
Bij Diotrefes was het anders: Hij wilde steeds meer worden ten koste van de waarheid en eenheid in de gemeente. Als er al leven in hem was, nam dat af. Dat is de prijs die je betaald voor rebellie in Gods koninkrijk, voor trots.
Wat een dwaasheid he: Jezus zei: Wat baat het een mens als hij heel de wereld wint, maar schade lijd aan zijn ziel.
(2)Kun je je voorstellen hoe groot de arrogantie van deze man was dat hij zelfs het gezag door God aangesteld niet meer accepteerde? Johannes schreef een brief en Diotrefes wil er niets van horen. Wat een gemiste kans om iets van de Apostel de tijdgenoot en metgezel van de Heere Jezus zelf te leren over het geestelijk leven. Waarom weigerde Diotrefes om van Johannes te leren? Omdat wat Johannes hem voorhield niet in het plan van Diotrefes zelf lag. Het dwarsboomde zijn plan, zijn visie en zijn positie.
Satan was in de gemeente aan het werk, vanwege de zelfverheerlijkende houding van Diotrefes. Satan gebruikt dat om de aandacht van God af te leiden. Zo wordt God niet meer verheerlijkt…Dat is het hoofddoel van de gemeente en de gelovige.
Dit is het type mens dat de gemeente van God kapot maakt met hun eigen plannen en eigen verlangens. En het gevaar is dit: er zijn altijd volgers en twijfelaars.
Dit is het type mens dat de gemeente van God kapot maakt met hun eigen plannen en eigen verlangens. En het gevaar is dit: er zijn altijd volgers en twijfelaars.
Bij tweedracht is de slag al verloren. Jezus gebed was dit:
Bij tweedracht is de slag al verloren. Jezus gebed was dit:
21 opdat zij allen één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn; opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.
Onthoudt: de strijd is nooit tegen de persoon, maar de macht die de persoon aanstuurt. Waak ervoor dat jij een instrument wordt of bent in de handen van de boze… Het is niet goed voor de gemeente, maar ook niet goed voor je eigen zielen leven.
(3) In vers 10 schrijft Johannes dat Diotrefes leugens in de gemeente rondbazuint. Met de waarheid waarin Gajus wandelde kon Diotrefes geen winst behalen voor zichzelf. Dus moest hij het met leugens doen.
Als je moet liegen om je gelijk te halen weet je al dat je ongelijk hebt. Als je moet liegen om je plan te laten slagen, heeft je plan geen levensvatbaarheid. Onthoud dat in je leven en blijf bespaard voor een hoop ellende.
We weten niet wat voor leugens hij verspreidde, maar er zijn nooit onschuldige leugens. Een leugen komt uit een bron voort. Jezus zegt hierover:
44 Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen.
Waarheid komt bij God vandaan, maar leugen bij Satan. Zie je hoe gevaarlijk het is om je met leugens bezig te houden?
Paulus beschrijft aan de Efeziers een belangrijk gegeven over het afleggen van de leugen: We zijn namelijk leden van elkaar, en we moeten elkaar versterken met de waarheid en niet afbreken met de leugen.
(4) We weten niet hoe Diotrefes het voor elkaar kreeg om mensen uit de gemeente te zetten. We kunnen niet met zekerheid zeggen dat hij een functie had. Maar we kunnen ons voorstellen hoe mensen zich geintimideerd hebben gevoeld door de bazige aanwezigheid van deze Diotrefes.
Demetrius
Demetrius
De Bijbel geeft aan dat de tucht een wezenlijke plaats hoort te krijgen in de gemeente. Maar nooit om er je voordeel mee te doen als het niet gaat zoals je wilt. De Tucht is geen wapen om mensen onder de duim te houden, maar een instrument om de kerk zuiver te houden. Het doel van tucht is niet om mensen kwijt te raken maar juist terug te brengen tot de waarheid van het evangelie.
Diotrefes faalde ook hierin. Johannes moest wel komen om orde op zaken te stellen.
Johannes trekt een conclusie waarvan wij vandaag al snel bang zouden zijn. En wellicht terecht.
in vers 11 staat wie goed doet is uit God en wie kwaad doet heeft God niet gezien.
We zien hier een duidelijk verschil dat Johannes maakt tussen Gajus en Diotrefes. Hij zegt als eerste: volg het voorbeeld van Diotrefes niet na. Blijf in de waarheid wandelen.
En daarna legt Johannes het verschil uit. tussen Diotrefes en Gajus. Wie het goede doet is een kind van Giod wie bewust de boel kapotmaakt en bedriegt die is niet uit God.
Diotrefes is het bewijs van iemand die in de kerk zit, en kennis heeft, en zelfs een positie zou kunnen hebben, maar die niet uit God geboren is. En dus bij zijn sterven niet gered blijkt te zijn, maar verloren gaat… Wat is dat verschrikkelijk. Hoe zit dat met u?
Demetrius
Demetrius
Van Demetrius is een goed getuigenis afgegeven. Hij is een voorbeeld om wel na te volgen in tegenstelling tot Diotrefes. We weten niet veel van hem. Maar Zijn naam komt alleen in Efeze en nabije omgeving voor. Efeze was de plaats waar Johannes zijn brief heeft geschreven. De kans is dus groot dat Demetrius een behulpzame broeder was voor Johannes die de brieven van Johannes rondbracht.(The Lexam Bible Dictionary) Hoe anders kan Johannes een goed getuigenis van Demetrius geven. Daarvoor moet hij hem kennen en tijd met hem hebben doorgebracht.
Demetrius diende in zijn leven de Heer, en dat kon men aan hem zien. Dat is toch verreweg het mooiste getuigenis dat iemand uitdraagt. niet zozeer met woorden, maar door zijn houding. Dat je de Heere Jezus in die persoon kunt zien. Woorden kunnen hol zijn, maar een leven dat zo’n getuigenis afgeeft is een rijke zegen. Dat wij een kerk zullen zijn vol van mensen met een krachtig getuigenis waarvan de Gajussen in ons midden mogen genieten, en de Diotrefessen zullen afschrikken.
Amen.
24 Want iemand, genaamd Demetrius, een zilversmid, die zilveren Artemistempels vervaardigde, verschafte aan de mannen van het vak niet weinig inkomsten.