je thuis voelen bij God
Notes
Transcript
Het schilderij
Het schilderij
de jongste zoon
de jongste zoon
weg omdat hij niet langer thuis wil zijn. wil zijn vader niet.
geef me waar ik recht op heb.
Eigen weg bepalen, geloof knelt, God knelt.
de oudste zoon
de oudste zoon
thuis, maar wil er liever niet zijn. Voelt zich knecht.
jarenlang werk ik voor u, nooit ongehoorzaam, u geeft me niks, die zoon van u.
Geloof is iets wat moet, gehoorzaam en kerkgang in hoop een beloning te verdienen.
Gemene deler is dat beide jongens zich niet thuisvoelen bij vader.
De Vader
De Vader
naar de jongste zoon: op de uitkijk, rent naar hem toe, omhelst, kust, veegt excuses weg, neemt aan; niet als knecht maar als zoon. geeft feest
naar de oudste zoon: verlaat het feest en gaat op zoek, mijn jongen=relatie, je bent altijd bij mij= geniet van die relatie. wat van mij is, is van jou. Je bent rijk, erfgenaam. nodigt uit voor feest
schilderij: mooi verbeeld: warme rode mantel die beschermend om zowel vader als zoon vallen. Psalm 91. kwastjes eraan: herinnering aan Gods trouw. heel verschillende handen: sterke linker hand die stevig vasthoudt en zachtere rechterhand die liefdevol aanraakt.
Het schilderij
Het schilderij
Jongste: wist dat vader goed was maar wordt verrast door zoveel liefde en genade.
Moeite met beeld van God? Heilig, rechtvaardig, te vrezen. Klopt helemaal maar bedenk ook Jezus verteld verhaal. Gods Zoon. Wie zou God beter kennen. Jezus wil dat we God zo ontmoeten. In Christus: Geest overtuigd onze geest. Niet in angst maar Abba Vader. Geliefde kinderen van God.
voor jou: thuiskomen/ niet buiten blijven staan. Papa wacht op je.