Nehemia 2 & 3
Introductie
Gemeente van Christus. Deze zondag is een bijzonder zondag. We hebben gedoopt! Mika Pieter en Ella zijn vandaag gedoopt! Bovendien is dit de 2e lijdenszondag van de lijdenstijd. In de doop wordt de dopeling symbolisch ondergedompeld in het lijden en de dood van Christus. Daarbij blijft het echter niet. De dopeling ontvangt tegelijk symbolisch een nieuw leven.
In de lijdenstijd gedenken we hoe de Here Jezus door de mensen in zijn tijd werd afgewezen als de door God gezonden Messias. Met name de leiders in zijn tijd wilden hem niet aanvaarden als de door de Eeuwige gezonden Gezalfde.
Het project in deze lijdenstijd gaat over het levensverhaal van Nehemia. In zijn verhaal ontmoeten we iemand met visie. Hij had visie voor de herbouw van het verwoeste Jeruzalem. Vanuit zijn verhaal wil ik enkele lijnen trekken naar het lijden van de Here Jezus en naar vandaag.
1. Nehemia stelde zich een bereikbaar doel
A. Nehemia kende de situatie in Jeruzalem uit de verhalen van mensen die hem bezochten. In hem groeide visie voor de stad. Hij wilde de stad herbouwen. Daar wilde hij voor gaan. Dat betekende dat hij nieuwe prioriteiten ging stellen en stelde zich daarbij open voor leiding door Gods Geest. Hij respecteerde God, was trouw in zijn geloofsleven dat gekenmerkt werd door volhardend gebed. In de omgang met zijn vorst was hij trouw, respectvol en tactvol.
Hij had goed nagedacht over de situatie in Jeruzalem. Toen de koning hem vroeg waarom hij zo somber was vertelde hij de koning over Jeruzalem.
B. Wanneer we de lijn doortrekken naar het leven van de Here Jezus dan leren we van hem bewogenheid met mensen. Het volk was als een kudde zonder herder. De leiders van het volk gingen de mensen niet voor in de weg van het geloof, maar dachten alleen aan zichzelf. Jezus had een andere visie en verkondigde het koninkrijk van God. Evenals in de tijd van Nehemia werd het land geregeerd door een niet Joodse vorst. Hij treurde op het einde van zijn leven over het lijden dat de stad Jeruzalem stond te wachten.
C. Ook wij zijn geroepen om ons doelen te stellen die bereikbaar zijn. Daarvoor moeten we visie ontwikkelen. Wanneer we ons openstellen voor Gods leiding en visie ontwikkelen voor Gods gemeente in Zevenhuizen dan zullen de gemeenten groeien. Dan hoeft niemand over een aantal jaren de deuren te sluiten.
Om een goede visie te ontwikkelen is volhardend gebed en openheid voor de leiding van Gods Geest nodig. Daarnaast is er aandacht nodig voor het nieuwe verbond in Jezus Christus, door onderricht in Gods Woord en de bediening van de sacramenten: doop en avondmaal.
2. Hoe handelde Nehemia
A. De vraag is welke weg volg je, hoe ga je te werk. Het eerste wat opvalt is dat Nehemia zorgde dat zijn papieren in orde waren. De koning had hem de nodige papieren meegegeven die er voor zorgden dat hij alle medewerking kreeg van de ambtenaren van het rijk van koning Artaxerxes. We lazen hoe Nehemia na aankomst eerst drie dagen rust nam. In die drie dagen heeft hij plannen gemaakt hoe hij verder te werk zou gaan. Dat betekent dus dat je elke keer weer over je plannen moet nadenken. Uit wat we van hem weten, heeft hij dat biddend gedaan.
Na deze drie dagen ging hij ’s nachts op onderzoek uit. Hij vermeed dat tegenstanders wisten wat hij van plan zou zijn. Hij wilde met eigen ogen zien hoe de situatie was. Het was misschien niet transparant wat hij deed maar wel slim. Hij hield zijn plannen voor zich totdat duidelijk was hoe het er voor stond.
Na zijn onderzoek roept hij de leiders bij elkaar en informeert hen over zijn bevindingen en plannen. Zijn conclusie luidt: het staat er slecht voor met Jeruzalem. De stad ligt in puin en de poorten zijn verbrand. Hij vertelt hen over de vrijbrieven van de koning, over de regeling om hout te halen uit de bossen en over Gods leiding die hij bij alles had ervaren. Na de conclusie stelt hij voor om de stad te gaan herbouwen, te beginnen bij de muren en de poorten. De bewoners van Jeruzalem moeten veilig kunnen wonen. De mensen mogen niet langer het mikpunt zin van spot en hoon van mensen zoals Sanballat.
Wat opvalt is de Nehemia zich identificeert met de bewoners van Jeruzalem. Hij maakt hen duidelijk dat hij gelooft dat de herbouw van Jeruzalem Gods plan is en dat hij Gods leiding ervaren heeft. Hij heeft in zijn leven ervaren dat er voor God geen obstakels bestaan en daarop grond hij zijn vertrouwen in Gods leiding en kracht.
B. De evangelisten laten in de evangeliën duidelijk zien dat Jezus ervaren heeft een gezondene van God te zijn. Hij reist het land door om te zien wat de kwaliteit van het geestelijk leven van mensen is. Hoe het staat met hun gezondheid en met hun geloofsleven, duidelijke aspecten van het pastoraat. Ook het diaconaat krijgt in zijn visie een plaats: de hongerigen krijgen te eten. Hij neemt ook de tijd om te bidden en trekt zich daarvoor terug in de eenzaamheid en we lezen ook hoe hij zich afzondert met enkele van zijn intimitie.
Ook op de Here Jezus reageren de mensen eerst enthousiast, echter later lezen we hoe hij steeds meer alleen komt te staan. Hij blijft bij zijn visie op het Koninkrijk van God dat komen zal. Hij geeft aan het einde van zijn leven de opdracht: Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb.[1]
C. Wat betekent dit voor ons in Zevenhuizen? Ook wij zullen nieuwe plannen en visies moeten ontwikkelen. Dat vraagt van ons allen om gebed. Het vraagt om nadenken over de situatie van onze gemeenten. Het verhaal van Nehemia had eigenlijk op geen beter moment kunnen komen.
We zullen allemaal bereid moeten zijn om de leiding van God en de Heilige Geest te aanvaarden. Nieuwe plannen vraagt om inzet en deelname van allen. Wij zullen in de voetsporen van Nehemia moeten gaan en in de voetsporen van Jezus om onze gemeenten opnieuw op te bouwen en uiteindelijk samen één gemeente te worden. Met wijsheid, beleid, gebed en leiding door Gods Geest en goede wil van allen komen we er wel.
3. Alles ging niet van een leien dakje
A. Wil dat zeggen dat alles vanzelf ging? O, nee! Nehemia ervoer tegenstand. Sanballat, Tobia en Gesem waren zeer ontstemd over zijn plannen. Ze beschimpten de mensen die meewerkten aan de herbouw van Jeruzalem. Ze wisten ook niet van Nehemia’s vrijbrieven van de Koning. Ondanks die tegenstand bouwden de mensen van Jeruzalem rustig verder aan de stad. Nehemia wees de mannen af en zette ze op hun plaats. Wie in dienst van God wil staan moet bereid zijn om tegenstand te ontmoeten. Dat is niet altijd makkelijk.
B. Jezus ontmoette in zijn leven ook veel tegenstand. Hij werd door de zeer vromen beschouwd als wetteloos. De priesters zagen hem als een lastpost die hun positie ondermijnde. Anderen zagen hem als iemand die aan hun gewoonten en vrome gedachten knabbelde. Die man konden ze maar beter uit de weg ruimen, was de gedachte. Niet voor niets zei hogepriester Kajafas: Besef toch dat het in jullie eigen belang is dat één man sterft voor het hele volk, zodat niet het hele volk verloren gaat.[2]
C. Ik hoop dat we in het Samen-op-Weg proces geen tegenstand ontvangen zoals Nehemia bij zijn werk aan de muren van Jeruzalem en de Here Jezus in zijn leven als de Gezalfde des Heren. Laten wij samen voor onze kinderen, zoals de zoon en dochter van de Familie Kobes en van de Familie Venema, een gemeente opbouwen waarin zij zich thuis mogen voelen. Een gemeente waarin ze op een fijne en veilige manier het geloof in God en de Here Jezus mogen leren kennen. Een gemeente die in lengte van jaren een getuigenis mag zijn van onze HEER die voor ons geleden heeft, gestorven is en is opgestaan.
Amen.
----
[1] Mt 28:19-20
[2] Joh 11:50