Romeinen 15 - 2 OPBOUWEN OF AFBREKEN
OPBOUWEN OF AFBREKEN
Gemeente van Jezus Christus. We staan aan het begin van een nieuw kerkelijk seizoen. Begin volgende maand hebben we de startdienst. In de komende diensten wil ik naar dat moment toe werken. Vandaag wil ik samen met u stil staan bij de vraag: willen we bouwen of afbreken.
Wanneer je de hoofdlijnen van het nieuws in kranten en journaals volgt dan lijkt het wel of alles in onze tijd de verkeerde kant opgaat. Je leest over het ontbreken van integriteit, de waarheid wordt geweld aan gedaan, mensen zijn niet meer puur en eerlijk, respect voor anderen ontbreekt en bij sommige berichten wordt de hoop de bodem ingeslagen. Paulus spreekt van zulke tijden als hij in 2 Timoteüs 3 schrijft:
Weet dat de laatste dagen zwaar zullen zijn. De mensen zullen egoïstisch zijn, geldzuchtig, zelfingenomen en arrogant. Ze zullen God lasteren, geen ontzag tonen voor hun ouders, ondankbaar zijn en niets heilig achten. Ze zullen harteloos zijn, onverzoenlijk, lasterziek, onbeheerst en wreed. Ze zullen het goede haten en onbetrouwbaar, roekeloos en verblind zijn. Het genot zullen ze meer liefhebben dan God, ze zullen de schijn van vroomheid ophouden, maar de kracht ervan miskennen.
Vandaag wil ik echter met u over iets veel beters nadenken: opbouwen. Het Griekse woord is een samenvoeging van twee woorden. Het ene woord betekent “huis” en het andere “bouwen”. Een woord dat bijvoorbeeld gebruikt wordt in de gelijkenis van de wijze en de dwaas die een ieder een huis bouwen. De één op het zand en de ander op een rots. Zoals een huis gebouwd wordt zo moeten we ook aan de gemeente van Jezus Christus bouwen. Van die gemeente van Jezus Christus maken we allemaal deel uit. Het bouwen aan de gemeente is een proces waar we ook allemaal deel van uit maken. Een proces waaraan niemand zich kan onttrekken. Een proces dat bepaald wordt door de wijze waarop u en ik functioneren, waarop we elkaar behandelen en hoe we elkaar bemoedigen. Volgen 1 Korinthe 3 zijn wij de tempel van God. Een tempel die wordt gebouwd door evangelisatie, door bemoediging, verkondiging en omzien naar elkaar.
Hoe bouwen we samen aan de gemeente van Jezus Christus? Daarbij mogen wij ons afvragen: wat voor een gemeente willen wij zijn en wat willen wij als gemeente bereiken?
Het eerste punt is: De opbouw van de gemeente geschiedt doordat we er zijn voor elkaar[1].
Voor een gelovige, voor een lid van de gemeente van Christus geldt dat zijn leven en handelen in het teken van de opbouw van de gemeente staat en niet gericht is op het belang van onszelf[2]. Daarom is het belangrijk dat wij oplettend zijn op wat wij tegen elkaar zeggen[3]. Hoe kunnen wij aan deze voorwaarden voldoen? Het antwoord is: wanneer wij betrokken willen zijn bij de opbouw van onze gemeente, dan is het belangrijk om aandacht te schenken aan de opbouw van ons persoonlijke geloofsleven[4] en u door de heilige Geest te laten leiden. U bent volgens onze tekst van deze morgen geroepen om mee te werken aan de opbouw van de gemeente, van elkaar, van mij. De tegenstelling van opbouw, de afbraak heeft twee gezichten. Het ene gezicht is lauw, een gezicht dat ongeïnteresseerd is in de gemeente en de ander. Het andere gezicht is kritisch en negatief. Beide gezichten drukken maar één interesse uit: die van het eigenbelang.
Het tweede punt is: bij de opbouw van de gemeente is wat u belijdt minder belangrijk dan wat u najaagt[5]. Stel dat ik u zou vragen of u een opbouwer of een afbreker van de gemeente bent dan denk ik dat de meesten van u zal zeggen: ik ben positief en een opbouwer van de gemeente. Echter wanneer ik zou vragen wat u daaraan voor positiefs bijdraagt wat kunt u dan antwoorden? Ik zal de hand in eigen boezem steken. Wanneer ik met mensen in gesprek ben dan merk ik hoe gemakkelijk het is om sarcastisch of kritisch op de ander te reageren. Het is zo gemakkelijk om mensen naar beneden te halen.
Jezus zocht in zijn tijd juist die mensen op die door de vromen werden verguisd, die verloren dreigden te gaan. Hij zei zelfs dat hij gekomen is om de verlorenen te zoeken. Degenen die door de vromen van zijn tijd de grond werden ingetrapt. Daarvoor werd hij door de vromen gehekeld en verguisd. Heel simpel: wanneer u en ik in zijn tijd hadden geleefd dan waren u en ik door de vromen van die tijd, de Farizeeën, verguisd. Eén ding wat mij in Zevenhuizen opvalt, is hoe mensen elkaar verguizen. Dat gebeurt in de gemeente onderling en het gebeurt naar mensen van andere geloofsgemeenschappen. Kinderen van God, dienen elkaar met respect te behandelen. Respect brengt vrede tussen mensen die verschillend over zaken denken. Onderlinge vrede draagt bij aan de opbouw van de gemeente!
Een derde aspect is: het is niet belangrijk wat u allemaal aan geloofskennis hebt maar tot hoever u wilt gaan in het dienen van de ander[6]. Het dienen van de ander is een zaak van liefde. Dienen zonder liefde voor de ander is bevrediging van eigen behoeften. Ik ken christenen die er prat op gaan dat ze veel Bijbelkennis bezitten. Ik ken ook christenen die zich er op laten voorstaan hoeveel ze wel niet voor de kerk doen. Ik waardeer gelovigen die zich in de Schriften verdiepen en die zich inzetten voor de gemeente. Echter indien hoogmoed daarin een rol speelt dan heeft het geestelijk geen enkele waarde. Een oud gezegde stelt: niemand is er in geïnteresseerd wat je allemaal wel niet weet, totdat ze beseffen hoeveel je om ze geeft. Niemand wordt door uw kennis opgebouwd. De ander wordt opgebouwd door uw liefde.
Het vierde wat belangrijk is in de opbouw van de gemeente is niet het aantal gaven maar welk doel u nastreeft[7]. Ik geloof dat elk mens geestelijke en natuurlijke gaven heeft. Vaak liggen ze in elkaars verlengde. De vraag is echter wat doet u ermee. We kennen allemaal de gelijkenis van de talenten. Eén knecht verborg zijn talent, die hij van zijn Heer kreeg. Veel christenen begraven hun talent of talenten. Ze zijn te druk met andere zaken, dan om zich voor de gemeente van Christus in te zetten. Bedenk echter dat u evenals de knecht in de gelijkenis verantwoording moet afleggen over wat u met uw talenten doet. Paulus waarschuwt de gemeente te Korinte met de woorden: laat alles tot opbouw van de gemeente zijn[8]. Daar hebt u uw talenten voor gekregen. Niet uw gave of talent is belangrijk maar wat u er mee doet!
Het vijfde en laatste punt dat ik naar voren wil brengen is: in de gemeenteopbouw telt niet uw wijsheid maar wat de bijbel ons te vertellen heeft.[9] Menselijke wijsheden die niet gegrond zijn op de bijbel, maken dat we met elke wind meewaaien. Wat geschreven staat, is geschreven om ons te onderwijzen, tot onze volharding in het geloof en tot troost in dagen van verdriet en pijn. Alleen door Gods Woord zijn wij in staat anderen tot een hand en een voet te zijn. Daarom zijn we geroepen om de Bijbel te bestuderen. Wanneer we ons in de opbouw van de gemeente niet door Gods Woord laten leiden, dan zijn we slopers in plaats van bouwers. De Bijbel is de brandstof voor de opbouw van de gemeente.
Samenvattend: u bent geroepen om op te bouwen en niet om af te breken. Uw opdracht is om het belang van anderen te dienen. Het is uw taak om anderen te bemoedigen.
Laat ik heel concreet zijn: ik kan mijn taak als predikant niet uitoefenen zonder dat u uw roeping, opdracht en taak serieus neemt. Ik heb u nodig om goed te kunnen functioneren: uw kracht, bemoediging, gebed. Laten wij als gemeente samen bouwen aan de gemeente van Jezus Christus in Zevenhuizen. - Amen.
----
[1] 1 Korinte 10:24
[2] 1 Korinte 14:12 Dit geldt ook voor u: als u zo graag geestelijke gaven bezit, moet u ernaar streven uit te blinken in de opbouw van de gemeente.
[3] Eph. 4:29 Laat geen vuile taal over uw lippen komen, maar alleen goede en waar nodig opbouwende woorden, die goed doen aan wie ze hoort.
[4] Judas 20 moet uw leven bouwen op het fundament van uw zeer heilige geloof. Laat u bij het bidden leiden door de heilige Geest,
[5] Romeinen 14:19 Laten we daarom streven naar wat de vrede bevordert en naar wat opbouwend is voor elkaar.
[6] 1Kor. 8:1-3 Zeker, het is waar dat wij allen kennis bezitten. Maar kennis maakt verwaand; alleen de liefde bouwt op. Wanneer iemand zich inbeeldt dat hij kennis bezit, is het toch nog niet de ware kennis. Maar wanneer iemand God liefheeft, is hij door God gekend.
[7] 1 Kor. 12:31-13:1 Richt u op de hoogste gaven. Maar eerst wijs ik u een weg die nog voortreffelijker is. Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal.
[8] 1 Kor. 14:26
[9] Efe. 4:14-15 Dan zijn we geen onmondige kinderen meer die stuurloos ronddobberen en met elke wind meewaaien, met wat er maar verkondigd wordt door mensen die tot alles in staat zijn wanneer ze anderen listig en doortrapt op een dwaalspoor willen brengen. Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toe groeien naar hem die het hoofd is: Christus.