Kostbare tranen
Gedachtenis • Sermon • Submitted
0 ratings
· 15 viewsNotes
Transcript
Gemeente van Jezus Christus,
Vandaag gedenken we de namen van de mensen die ons ontvallen zijn in het afgelopen jaar.
We doen dit op de laatste zondag van het kerkelijk jaar.
Volgende week gaan we weer vooruit kijken, dan begint Advent,
dan verwachten we het komen van God in deze wereld,
dan begint het licht te dagen in het oosten.
Op weg naar Kerst.
Maar vandaag kijken we terug.
En noemen we de namen van onze geliefden, van onze broeders en zusters. We noemen de namen van de mensen die ons in het afgelopen jaar zijn ontvallen.
En op een dag als vandaag doen ook de andere namen mee: van geliefden die ons eerder ontvallen zijn, van de mensen die we zo missen.
Dat gebeurt als vanzelf en dat is ook helemaal goed.
Vanmorgen staan we stil bij de tranen en de troost.
Iemand verliezen die dicht bij je staat, luidt een periode van rouw in.
Rouw kan pijn doen, het kan een groot verdriet zijn,
een boosheid ook, een ervaring van leegte,
het kan tegelijk een ervaring van opluchting zijn en schuldgevoel over die opluchting.
Van een blijde herinnering die daarna steekt, omdat het voorbij is en niet meer terugkomt.
Rouw kan ander verdriet wakker maken, verdriet dat lang leek te slapen.
Rouw kan ook bestaan uit een gevoel van dankbaarheid voor wat er is geweest. Het is naar iemand verlangen, die er niet meer is. Iemand missen.
Er kan verdriet of spijt zijn over de dingen die nooit zijn uitgesproken.
Rouw betreft vaak niet alleen die ene mens, want met die ene mens verdwijnt namelijk ook een heel leven samen dat niet meer terugkomt.
Rouw kan ook een soort van heimwee brengen: het is niet meer thuis, zoals thuis was of er is zelfs geen ouderlijk huis meer.
Alles is anders.
Rouw is wispelturig: er zijn goede dagen en minder goede dagen.
Er zijn momenten die pijn doen en steken, er zijn momenten die goed doen en dankbaar stemmen.
En ten slotte, rouw kan een gevoel van eenzaamheid betekenen.
Niet alleen omdat je alleen bent komen te staan, maar ook omdat mensen om je heen niet altijd goed mee kunnen komen in jouw verdriet.
Mensen om de rouwende heen vinden het vaak een beetje eng om aan diegene te vragen: hoe gaat het nu met je?
Ook getrouwde stellen kunnen er heel anders mee omgaan: de een praat er veel en gemakkelijk over, de ander is vooral stil.
En mensen in de rouw voelen dat ongemak bij anderen goed aan en zeggen al heel snel: “ja, het gaat een stuk beter met me, hoor. Het leven gaat door, hè?”
Dat kan soms eenzaam voelen.
We hebben er ook geen duidelijke rituelen meer voor, wat te doen in de rouw. Vroeger droeg men bijvoorbeeld een aantal maanden zwarte kleding, als men in de volle rouw was, daarna volgde de tweede rouw en daarna de half-rouw. Allemaal met verschillende kledingvoorschriften, vooral voor de vrouwen. Misschien dat de kleding ook bijdroeg aan een gevoel van eenzaamheid, dat weet ik niet.
Daar willen we niet naar terug, maar het rouwproces had wel een duidelijke plek in het openbare leven.
Het is ergens ook symbolisch: vroeger hielden we de doden dichtbij ons, werden ze begraven in de kerk of er direct omheen.
Tegenwoordig staan de crematoria aan de randen van de steden.
Hoe dan ook, het is iets menselijks: we blijven liever weg bij de dood.
Maar vandaag de dag overvalt je soms het gevoel dat we ons er wel heel snel overheen moeten zetten en weer mee moeten dan aan het blije, opgewekte leven.
Rouwen vraagt echter om tijd, het is niet een kwestie van de knop omzetten.
En dat is wat we ook in de Bijbel zien.
Er is tijd voor klagen, zuchten en huilen.
Ik heb Psalm 56 voor vandaag gekozen vanwege de zin “vang mijn tranen op in uw kruik”, waarover straks meer.
Maar de Psalm laat nog iets zien.
Het is een gebed.
David bidt het in stilte, zo lezen we boven de psalm, als hij gegrepen is door de Filistijnen.
Het is een zeer gevaarlijk en angstig moment in zijn leven.
Zullen ze hem doden of aan Saul overleveren?
En in die psalm wordt de voelbare angst van David afgelost door zijn vertrouwen in God.
Zijn klagen is doordrenkt van vertrouwen dat God hem redden zal.
De angstkreet slaat om in een lofprijzing.
Dat is Bijbels.
Angst, doodsgevaar, lijden, verdriet: het wordt niet weggemoffeld onder het tapijt.
Integendeel, er is ruimte voor.
Alle ruimte.
Maar op datzelfde moment is er nog een andere grondtoon, een toon die eronder ligt als basis: vertrouwen op God.
En zo is het ook met rouwen.
Het verdriet en de pijn wordt niet weggeduwd, maar er mag dezelfde grondtoon in meekomen: vertrouwen op God.
John Newton, de ex-slavenhandelaar en schrijver van het bekende lied Amazing Grace, zei het zo: Het gedenken van Gods liefde, trouw en ontferming, wat we hier wekelijks doen als we samenkomen.
Het gedenken van Gods liefde, trouw en ontferming:
Forbids me to think
He’ll leave me at last
In trouble to sink.
Daarin ligt de diepste troost.
God laat ons niet zinken.
Straks steken we een kaarsje aan, maar daarin zelf ligt niet de troost.
Het kaarsje wordt weer uitgeblazen.
Troosten is een diepere laag aanraken onder de pijn waaraan iemand lijdt.
Een laag aanraken in onze ziel, waarin we voluit kunnen zeggen ‘op God vertrouw ik, Hij is mijn Redder’.
Voor David schuilt er troost in dat God weet heeft van zijn situatie.
Dat God zijn omzwervingen registreert in zijn boek.
En nog sterker, hij bidt dat God zijn tranen zal opvangen in zijn kruik.
In de oudheid was dat een kruik van leer, meestal mooi versierd, die werd gebruikt om de kostbare wijn of olie in te bewaren, vloeistof die niet mocht weglekken.
Deze kruik van God wordt gevuld met de tranen van David.
Met onze tranen ook.
Zo zongen we het ooit ook in de oude psalmberijming: Mijn tranen hebt Ge in uw fles vergaard.
De tranen van ons, van jou en mij, van de wereld, moeten ernstig worden genomen, in ieder geval door God.
Het is verschrikkelijk als de tranen voortijdig worden gedroogd, als ze in vergetelheid raken, als er zou worden gezegd: zo erg is het nou ook weer niet, je moet je niet aanstellen, grote jongens huilen niet, de tijd heelt alle wonden. De tranen moeten worden bewaard en geregistreerd, in de gedachtenis blijven om mee te gaan naar de toekomst, wanneer alles helder en licht zal worden.
De Heer Jezus zelf is tot tranen toe bewogen geweest, tranen om de dood van een vriend, tranen om een stad, de stad Jeruzalem, getroffen door een catastrofe. Die tranen zijn in gedachtenis gebleven, bij God en bij de gelovigen van alle tijden en plaatsen.
God verwacht ons bij zich, als Hij bij de mensen zal wonen, Hij verwacht ons met tranen in de ogen.
Tranen die Hij zal afwissen, de moederlijke handeling van God de Vader.
En dan pas zal er geen heugenis meer van de tranen zijn.
Er wordt niet meer geteld.
De kruik wordt geleegd.
We zullen geen traan meer laten.
Amen
Liturgie ‘Gedachtenisdienst’, 22 november 2020, Postwijck
Woord van welkom door de ouderling van dienst
Intochtslied Hemelhoog 10 “De Heer is mijn herder”: 1, 2 en 3
Moment van stilte
Votum en groet
Onze hulp is in de Naam van de Heer
Die hemel en aarde gemaakt heeft
Die trouw blijft tot in eeuwigheid
en niet loslaat het werk van zijn handen.
Genade zij u en vrede
van God onze Vader
en van Jezus Christus de Heer.
Amen
Lied Hemelhoog 10 “De Heer is mijn herder”: 4 en 5
Gebed van toenadering
Almachtige en barmhartige God,
Voor U liggen alle harten open,
Alle verlangens zijn U bekend
En geen geheim is voor U verborgen
…
Zuiver onze harten,
Vervul ons met Uw Geest,
Zodat wij U en elkaar van harte liefhebben
En grootmaken uw heilige Naam.
Amen
Loflied 617a ‘Tienduizend redenen’
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
Heilige God,
Velen zijn ons voorgegaan,
Onbekenden en bekenden,
Maar allen voor U onvergetelijk,
Mensen met een naam.
Laat de verbondenheid met hen
Ons hier en nu bewegen
Te zijn waartoe Gij ons roept:
Een lid van het lichaam,
Een stem in het koor,
Een steen van uw bouwwerk.
Dit uur en alle dagen van ons leven.
In Jezus’ naam.
Amen
Lezing: Psalm 56 + Lezing: Openbaringen 21: 1-4
Lied 756 “Laat komen, Heer, uw rijk”: 1, 2, 4 en 6
Verkondiging- Orgelspel
Lied 213 “Morgenglans der eeuwigheid”: 1 en 2
Vandaag gedenken wij de namen van hen die ons ontvallen zijn. Bij het noemen van de namen kunnen een of twee nabestaanden naar voren komen om een kaars aan te steken en een roos te ontvangen. Als alle namen zijn genoemd, volgt er een stilte om degene te gedenken die u wilt gedenken. Dat hoeft niet altijd iemand te zijn die is overleden. U kunt ook denken aan mensen die u niet meer ziet, door scheiding of emigratie, bijvoorbeeld. Doet u thuis vooral ook mee. Aansluitend wordt er verder uit lied 213 gezongen, de verzen 5 en 7.
…
Voor God en voor elkaar
Brengen wij de namen in gedachtenis
Van de leden van onze gemeente
Die dit jaar gestorven zijn.
Wij gedenken hen met eerbied,
Mensen die ons zijn voorgegaan
En met wie wij verbonden blijven
In de gemeenschap der heiligen.
Wij gedenken hen in het licht van de opstanding
Van Jezus Christus, onze Heer,
Totdat Hij komt!
Wij gedenken: de namen
Albertha Willemijntje Both-Moen, 13 januari 2020 (68 jaar)
Berdina van Hilten, 20 januari 2020 (89 jaar)
Trijntje Boele - van Walbeek, 19 maart 2020 (99 jaar)
Gerrit Jan Fluit, 11 augustus 2020 (82 jaar)
Martin Hoogenhout, 28 augustus 2020 (71 jaar)
Gerrit Griffioen, 2 november 2020 (89 jaar)
Trientje Martje Hoogendoorn, 8 november 2020 (87 jaar)
Lied 213: 4 en 5
Dankgebed en voorbeden
Barmhartige God,
Wij danken U dat wij vandaag de namen mochten gedenken,
van de mensen die ons ontvallen zijn.
In stilte en hardop, thuis en hier aanwezig.
Wij danken U dat wij onze geliefden mogen gedenken in het licht van de opstanding van uw Zoon, Jezus Christus. In het licht van de vergeving die in Hem is.
Wij danken U dat wij mogen uitzien naar een nieuwe wereld, waarin geen tranen meer zullen vloeien, waarin geen dood meer is. Ja, dat wijzelf mogen uitzien naar een eeuwig leven met U……
Here God, als we over de muur kijken van ons eigen verdriet zien we ook een wereld in verwarring.
Daarom bidden wij U: voor een goede afwikkeling van de verkiezingen in de Verenigde Staten, voor een begin daar van een proces van heelmaking in alle polarisatie.
Daarom bidden wij U: voor vrede in Ethiopië, waar etnische minderheden bedreigd worden in de strijd tussen rebellen en de regering.
En we vragen uw zegen over de vaccins in ontwikkeling, dat zij een begin van het einde van corona mogen zijn. En dat de rijke landen, wij, zorg mogen dragen voor de arme landen, dat zij ook de vaccins tot hun beschikking krijgen…
We danken U dat het zoveel beter gaat met Wim Verhoef, Heer blijf zegenend bij zijn herstel
….
En Here God, we bidden om uw kracht en troost als we straks weer naar buiten gaan. En we kijken uit naar het licht dat straks gaat dagen in het oosten, als we straks toeleven naar de geboorte van onze Vredevorst, Jezus Christus, 1e Advent. En samen bidden we het gebed dat Hij ons geleerd heeft: Onze Vader…
Slotlied 753 “Er is een land van louter licht + Zeg