P03. In onmin met God - Luke 7:18-23
Sermon • Submitted
0 ratings
· 13 viewsAls wij God niet begrijpen
Notes
Transcript
“In onmin met God”
“In onmin met God”
Als wij God niet begrijpen
Als wij God niet begrijpen
Introduction; Soms gebeuren — In het leven
Introduction; Soms gebeuren — In het leven
Die we niet begrijpen
Zaken die ons overkomen — Pijn veroorzaken.
Die ons doen twijfelen / Soms zelfs ons geloof doen verliezen
Zelfs een boosheid krijgen tot God
Iemand zei; Ben boos op God — Mijn ouders dienen God — En toch overkomt hen van alles.
Inleiding tot de tekst;
Inleiding tot de tekst;
Luke 7:1-10 / Lezen verhaal — De Hoofdman
Jezus wil tot hem komen / Doe geen moeite
Ben niet waard — U onder mijn dak komt
ik Mannen onder mij — U spreek een woord ⁃ Vers 9; 9 Toen Jezus dit hoorde, verwonderde Hij Zich over hem, en Zich kerende tot de schare, die Hem volgde, sprak Hij: Ik zeg u, zelfs in Israël heb Ik een zó groot geloof niet gevonden! 10 En toen zij, die gezonden waren, terugkwamen in het huis, vonden zij de slaaf gezond.
Luke 7:11-17 / Een jonge man — Stad Nain overleden
Jezus zegt — Moeder huil niet!!
Pakt de kist vast — En zegt; Jongeman STA OP!!
Vers 17 Zegt dat dit bekend werd — Omgeving.
EN DAN LEZEN WIJ…
Luke 7:18-23 (NBG1951) 18 En de discipelen van Johannes boodschapten hem al deze dingen. 19 En Johannes riep een tweetal van zijn discipelen tot zich en zond hen naar de Here om te zeggen: Zijt Gij het, die komen zou, of hebben wij een ander te verwachten? 20 Toen de mannen bij Hem gekomen waren, zeiden zij: Johannes de Doper heeft ons tot U gezonden, om te zeggen: Zijt Gij het, die komen zou, of hebben wij een ander te verwachten? 21 Op dat ogenblik genas Hij velen van ziekten en plagen en boze geesten en aan vele blinden schonk Hij het gezicht. 22 En Hij antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes wat gij gezien en gehoord hebt: Blinden worden ziende, lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen, doden worden opgewekt, armen ontvangen het evangelie; 23 en zalig is wie aan Mij geen aanstoot neemt.
I. Gods voorbereidend werk
I. Gods voorbereidend werk
A. Gods voorbereidende werk vind plaats in het verborgene.
Johannes de doper; Voordat hij was op de plaats — Nu was
Verbleef hij in de woestijn; Waar hij gesterkt werd door de geest
Luke 1:80 Het kind nu groeide op en werd gesterkt door de Geest. En hij vertoefde in de woestijnen tot op de dag, dat hij zich aan Israël vertoonde.
Zijn tijd — in de woestijn — Is voorbereiding
Om uiteindelijk binnen te stappen waartoe God hem geroepen had
B. Denk eens aan Mozes; Voordat hij de Mozes was die Israel naar het beloofde land leid!
Hij groeit op — Zoon van Farao / Vermoord een Egyptenaar
Hij vlucht — Woestijn — 40 Jaar / Waar hij trouwt — schaapsherder wordt
Ook wij hebben ons verhaal — van voor onze bekering.
Vele zijn op de vlucht geweest / ons verleden / in eenzaamheid.
De woestijn; Niet veel belovend — vruchtbaar — eenzaam.
Een plaats van voorbereiding / van verandering.
C. Een bekende schaapsherder — David!
Voordat hij tot koning gezalfd werd / Ontwikkelde hij een een herders hard / bij het hoeden van de schapen
Daar waar niemand hem zag
Hij werd zelfs niet gehaald — Profeet Samuel dat vroeg — vader Isai — Zoon David werd gezalfd tot koning.
Beschermde hij de kudde van dreigend gevaar
Het is op die verborgen plaats / Waar God hem voorbereid — Voor een grotere taak / Een man naar Gods hart; 1 Sam 13:14, Acts 13:22
D. Wij worden voorbereid in het verborgene
God was al aan het werk — voor onze bekering / Toen wij nog zondaren waren Rom 5:8
God was al bezig met ons / Doordat Christus voor ons gestorven is!
Dat wij hier zitten is zijn werk / Iets wat God heeft voorbereid — En uitgewerkt.
Een ieder met zijn verhaal; De een verleden van verslaving / Ruig verleden / in de steek gelaten / opgegroeid in de kerk.
Met een ieder van ons is God persoonlijk bezig — Bezig met het plan voor ons leven — MAAR!
II. Gods tijd en Gods manier
II. Gods tijd en Gods manier
A. Jezus zegt in onze tekst; Zalig is wie aan mij geen aanstoot neemt
Aan·stoot (de; m) aanleiding tot ergernis: aanstoot geven; aanstoot nemen aan — zich ergeren aan.
Iets aanstootgevend kan komen; van Gods eigen manier van doen / Als Hij niet handelt volgens onze plannen / onze verwachting.
Wij denken vaak dat God onze problemen moet oplossen!
Hij moet mijn gebed beantwoorden
Maar er gebeurt iets in ons binnenste / Wanneer God het niet doet!
Wij worden in de verleiding gebracht — te wantrouwen — Dat wij onze rug toekeren — tot de geen die wij zouden moeten vertrouwen / gehoorzamen.
B. Als we kijken naar Johannes de Doper
Al enige tijd God dienende! / Maar nu zit hij vast — Gevangen — i.v.m Gods wil!
Wij kunnen al enige tijd gered zijn — Toch op een punt komen dat we vast lopen!
En zijn Discipelen vertellen hem wat er allemaal gebeurt!
Lammen weer lopen — Blinden weer zien
Vers 18 En de discipelen van Johannes boodschapten hem al deze dingen.
Daar waar Johannes eens zo zeker was — Wie Jezus Christus was
John 1:29-30 De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. 30 Deze is het, van wie ik zeide: Na mij komt een man, die vóór mij geweest is, want Hij was eer dan ik.
Maar nu vanwege de situatie waar hij in verkeert — is daar twijfel!
Zijt Gij het, die komen zou, of hebben wij een ander te verwachten?
Dat is wat omstandigheden kunnen doen
Illustration; Jezus stuurt (Matt 14:22-33) discipelen voor uit / Komen in een storm / Herkennen Jezus niet — vanwege de storm / vers 26 Het is een spook.
C. Soms komen wij op die plaats / Waar we geen kant op kunnen
Gebonden door situatie / omstandigheden
Een plaats waar wij getuigenis van andere horen — Wat God allemaal doet
Maar jouw situatie ongewijzigd / Geen overwinning / herstel of zegen / Geen antwoord op jouw gebed
zalig is wie aan Mij geen aanstoot neemt
D. Mensen kunnen de aanleiding tot ergernis zijn
Hier is Mozes / Eindelijk stapt hij binnen — Waar God hem toe geroepen heeft.
Mozes — Weer in de woestijn / Plaats van voorbereiding — Vorming — verandering.
De andere zien — herkennen het niet als zo danig — De plaats van voorbereiding / Verandering
illustreer de tekst;
Numbers 20:2-13 2 Toen de vergadering geen water had, liep zij te hoop tegen Mozes en Aäron, 3 en het volk twistte met Mozes en zeide: Waren wij maar gestorven, toen onze broeders voor het aangezicht des HEREN stierven! 4 Waarom hebt gij de gemeente des HEREN in deze woestijn gebracht, zodat wij en ons vee daar moeten sterven? 5 Waarom hebt gij ons uit Egypte doen optrekken, om ons in dit barre oord te brengen, waar geen koren, vijgeboom, wijnstok en granaatappel groeien en waar geen water is om te drinken. 6 Toen ging Mozes met Aäron van de gemeente weg naar de ingang van de tent der samenkomst en zij wierpen zich neder op hun aangezicht, en de heerlijkheid des HEREN verscheen hun. 7 Toen sprak de HERE tot Mozes: 8 Neem de staf en laat de vergadering samenkomen, gij en uw broeder Aäron; spreek dan in hun tegenwoordigheid tot de rots, dan zal zij haar water geven; gij zult voor hen water uit de rots te voorschijn doen komen en de vergadering en hun vee drenken. 9 Toen nam Mozes de staf van vóór het aangezicht des HEREN, zoals Hij hem geboden had. 10 Toen Mozes en Aäron de gemeente vóór de rots hadden doen samenkomen, zeide hij tot hen: Hoort toch, wederspannigen, zullen wij uit deze rots voor u water te voorschijn doen komen? 11 Daarop hief Mozes zijn hand op en sloeg de rots met zijn staf tweemaal, en er kwam veel water uit, zodat de vergadering kon drinken en ook het vee. 12 Maar de HERE zeide tot Mozes en Aäron: Aangezien gij op Mij niet vertrouwd hebt en Mij ten aanschouwen van de Israëlieten niet geheiligd hebt, daarom zult gij deze gemeente niet brengen in het land, dat Ik hun geef.13 Dit is het water van Meriba, waar de Israëlieten met de HERE twistten en Hij Zich onder hen de Heilige betoonde.
Mozes met een volk wat constant klaagt
Dit gaat hem onder zijn huid zitten / En handelt verkeer — uit frustratie / vers 10
Door frustratie / de oude Mozes — komt boven / Aantal hoofdstukken terug zegt het dit
Numbers 12:3 Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem
Vers 12 Zegt God / Mozes je heb niet op mij vertrouwd / Simpel door door de aanstoot die hij had aan het volk
E. Ook wij hebben mensen om ons heen
Hij weet dat je normaal gesproken ons niet als vrienden zou uitkiezen
Maar Hij heeft ons jouw gegeven.
Zalig is wie aan Mij geen aanstoot neemt
David Gezalfd tot koning / Belofte op zijn leven.
Maar moet rennen voor zijn leven / Koning Saul wil hem doden / Mooie belofte!
Het moment — David wraak kon neem / Zelfs aangemoedigd werd dat te doen!
David nam geen aanstoot tot het geen God aan het doen is in zijn leven.
III. Het grotere plaatje
III. Het grotere plaatje
A. God heeft het grotere geheel in beeld
Terwijl onze focus ingezoomd is op ons persoonlijke leven
B. Soms doet God iets niet
Hoofdtekst zegt; Vele werden genezen / niet allen / Wat als nou net jij niet word genezen
Vers 21 Op dat ogenblik genas Hij velen van ziekten en plagen en boze geesten en aan vele blinden schonk Hij het gezicht.
Johannes de Doper werd niet bevrijd
Zalig is wie aan Mij geen aanstoot neemt / Ondanks de omstandigheden.
C. Het is van groter belang — Wat Jezus van ons vind!
Zijn oordeel over ons
Dan wat wij in dit leven dan wel of niet hebben ontvangen!
D. Wat Jezus Christus zegt over Johannes de Doper
Luke 7:24-27 (NBG1951) 24 Toen de boden van Johannes vertrokken waren, begon Hij tot de scharen te zeggen van Johannes: Wat zijt gij in de woestijn gaan aanschouwen? Een riet, door de wind bewogen? 25 Maar wat zijt gij gaan zien? Een mens in weelderige klederen gekleed? Zie, die schitterend gekleed gaan en overdadig leven, zijn in de paleizen. 26 Maar wat zijt gij gaan zien? Een profeet? Ja, Ik zeg u, zelfs meer dan een profeet. 27 Deze is het, van wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor uw aangezicht uit, die uw weg voor u heen bereiden zal
Abraham werd vriend van God genoemd — James 2:23
David een man naar Gods hart — Acts 13:22