LHBTIQA+

Samenvatting

Tijdens deze beknopte studie gaat het in eerste instantie niet om het onderscheid tussen hetero of homo. Het is [mijns inziens] beter om te onderzoeken welke levensstijl - in de breedste zin van het woord - tot de oude of de nieuwe mens behoort. Het oude leggen we af en het nieuwe juichen we toe.

Het boek Kolossenzen laat ons weten dat diverse praktijken van de oude mens gelijk is aan afgoderij. Afgoderij en immoraliteit lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn. Een voorbeeld hiervan is toen het volk Israël het gouden kalf aanbad. Het was teugelloos, ze waren los van God.

In het boek Romeinen spreekt Paulus over de natuurlijke en tegennatuurlijke seksuele omgang. Hier kunnen we ontdekken wat Gods standpunt is met betrekking tot de tegennatuurlijke seksuele omgang.

Besef, als kind van God, dat het lichaam het eigendom van God is. Het is gekocht - net zoals de geest en de ziel - met het bloed van Jezus. Omdat ons lichaam van Hem is, moeten we weten hoe Hij wil dat wij het lichaam gebruiken. Het antwoord hierop is dat wij ons lichaam moeten stellen tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer, dit is onze redelijke eredienst. Paulus zegt “Vliedt de hoererij” en “Verheerlijkt God met uw lichaam”. Ons lichaam is een tempel van de Heilige Geest.

Op basis van Romeinen hoofdstuk 1 kunnen we concluderen dat God elke vorm van seksuele omgang - dat afwijkt van Zijn blauwdruk, man/vrouw - verafschuwt. Daarom kunnen wij - als kinderen Gods - deze levensstijl niet promoten of goedkeuren. Het is een levenswijze dat tot de oude mens behoort.

Even voor de duidelijkheid; Jezus de Christus is om onze ongerechtigheden verbrijzeld. Is het dan geoorloofd om deze levensstijl van ongerechtigheid te promoten en goed te keuren?

Oude en Nieuwe Mens

Ben je hetero of behoor jij tot de LHBTIQA+ groep? Misschien dat we deze vraag - voor nu - moeten laten rusten. Laten we gaan kijken of LHBTIQA+ tot de oude of de nieuwe mens behoort. Misschien dat een duidelijk antwoord hierop meer duidelijkheid geeft. We beginnen in het bijbelboek Kolossenzen.

Kolossenzen 3 (NBG)

5 Doodt dan de leden, die op de aarde zijn: hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan afgoderij,

6 om welke dingen de toorn Gods komt.

7 Daarin hebt ook gij eertijds gewandeld, toen gij erin leefdet.

8 Maar thans moet ook gij dit alles wegdoen: toorn, heftigheid, kwaadaardigheid, laster en vuile taal uit uw mond.

9 Liegt niet meer tegen elkander, daar gij de oude mens met zijn praktijken afgelegd,

10 en de nieuwe aangedaan hebt, die vernieuwd wordt tot volle kennis naar het beeld van zijn Schepper,

11 waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden of onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar alles en in allen is Christus.

12 Doet dan aan, als door God uitverkoren heiligen en geliefden, innerlijke ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en geduld.

13 Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen de ander een grief heeft; gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo.

14 En doet bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid.

15 En de vrede van Christus, tot welke gij immers in één lichaam geroepen zijt, regere in uw harten; en weest dankbaar.

16 Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten.

17 En al wat gij doet met woord of werk, doet het alles in de naam des Heren Jezus, God, de Vader, dankende door Hem!

Het nieuwe leven eigen maken gaat niet vanzelf. Jij moet - met hulp van de Heilige Geest - in actie komen. Je wordt opgeroepen om:

De leden te doden; Colossians 3:5-6.

Dit alles weg te doen; Colossians 3:8.

De oude mens met zijn praktijken af te leggen; Colossians 3:9 Ephesians 4:22.

De nieuwe mens aan te doen; Colossians 3:10.

De nieuwe mens aan te doen, zoals een door God uitverkoren heilige en geliefde past; Colossians 3:12 Ephesians 4:24.

De praktijken van de oude mens is afgoderij met de toorn Gods als gevolg; Colossians 3:5-6. Afgoderij betekent dus niet per definitie dat jij buigt voor een afgodsbeeld. Vormen van afgoderij zijn hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerte en hebzucht. Nogmaals, deze uitingen behoren tot de oude mens.

In 1 Corinthians 10:6-7 roept Paulus op om geen afgodendienaars te worden. Immoraliteit en afgoderij lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn, Exodus 32:18-19. In Exodus 32:25 staat dat de mensen teugelloos (#06544) waren, ze waren “van God los”.

Teugelloos betekent:

loslaten, de vrije teugel laten, het haar los maken

bandeloos laten worden

Het woord teugelloos in de verschillende bijbelvertalingen:

Willibrord Vertaling (WV) … zich te buiten was gegaan

Herziene Statenvertaling (HSV) … losgeslagen was

Naardense Bijbel (NaB) … teugelloos is die!

Nieuwe Bijbel Vertaling (NBV) … zich had laten gaan

NBG 1951 (NBG) … teugelloos was

Statenvertaling (SV) … losgelaten was

Nieuwe Bijbel Vertaling (NBV21) … zich had laten gaan

King James Version (KJV 1900) … naked

Kolossenzen 2 (NBG)

8 Ziet toe, dat niemand u medeslepe door zijn wijsbegeerte en door ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen, met de wereldgeesten en niet met Christus,

Paulus maakt zich zorgen omdat in de Gemeente te Kolossenzen (Colossians 2:8) een filosofie de ronde gaat die in overeenstemming is met:

wijsbegeerte (de liefde voor wijsheid die niet uit God is, menselijke filosofie, Colossians 2:4, James 1:26)

ijdel bedrog in overeenstemming met de overlevering der mensen oftewel menselijke traditie (het Woord van God wordt van kracht beroofd vanwege menselijke tradities, Matthew 15:6, Matthew 15:1-9)

de wereldgeesten (doctrine van dwaalgeesten en boze geesten, 1 Timothy 4:1-3)

Deze filosofie is niet in overeenstemming met Christus; Colossians 2:8-9. Elke filosofie, gedachte of doctrine die niet in lijn is met Gods Woord heeft ten doel om een bolwerk - in jouw denkwereld - te bouwen. Dit bolwerk strijdt tegen de Waarheid van God, daarom moet het neergehaald worden, 2 Corinthians 10:3-6.

2 Korintiers 10

3 Want al leven wij in het vlees, wij trekken niet ten strijde naar het vlees,

4 want de wapenen van onze veldtocht zijn niet vleselijk, maar krachtig voor God tot het slechten van bolwerken,

5 zodat wij de redeneringen en elke schans, die opgeworpen wordt tegen de kennis van God, slechten, elk bedenksel als krijgsgevangene brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus,

6 en gereed staan, zodra uw gehoorzaamheid volkomen is, alle ongehoorzaamheid te straffen.

Romeinen 1

De Waarheid wordt tegengehouden

Het is de ongerechtigheid - en goddeloosheid - van de mens die de Waarheid van God tegenhoudt; de waarheid wordt in ongerechtigheid ondergehouden; Romans 1:18.

Jezus is onder andere voor onze ongerechtigheid aan het kruis gestorven. Om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld, Isaiah 53:5. Is het dan aan ons - als kinderen Gods - om de huidige ongerechtigheden te accepteren of goed te keuren? Terwijl Jezus juist om deze ongerechtigheden is verbrijzeld?

Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme? Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven? Romans 6:1-14.

Romeinen 1:18 (NBG)

18 Want toorn van God openbaart zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in ongerechtigheid ten onder houden,

Romans 1:18; Het feit dat God genadig is, betekent niet dat Hij niet meer toornig (boos, verbolgen) kan worden. Hij weet namelijk wat de gevolgen van goddeloosheid en ongerechtigheid zijn. Jezus werd om onze overtredingen doorboord en om onze ongerechtigheden verbrijzeld, Isaiah 53:5. Vervolgens zorgt de ongerechtigheid ervoor dat de waarheid - de waarheid wie God is, Romans 1:25 - achterwege wordt gehouden. God heeft dus alle reden om boos te zijn. Zo reageert Zijn heiligheid op alle goddeloosheid en ongerechtigheid.

Deze teksten laten zien dat de waarheid wordt tegengewerkt of wordt gehaat John 3:20, John 8:23, John 15:19, John 17:14.

Romeinen 1:19-20 (NBG)

19 daarom dat hetgeen van God gekend kan worden in hen openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard.

20 Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben.

Romans 1:19-20; Hier laat Paulus weten dat de mens - in het algemeen - God kan kennen. De onzichtbare God kan - vanwege de schepping - met het verstand gezien worden. Zij kunnen zich niet verontschuldigen.

Romeinen 1:21 (NBG)

21 Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun onverstandig hart.

Romans 1:21; In Romans 1:19 lezen we dat de waarheid in ongerechtigheid ten onder wordt gehouden. Hier lezen we concreet hoe dat eruit ziet:

De mens heeft God niet verheerlijkt

De mens heeft God niet gedankt

De mens is zijn eigen overleggingen gevolgd

Het is duister geworden in het onverstandig hart van de mens; John 3:19-20.

Romeinen 1:22-23 (NBG)

22 Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden,

23 en zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige en van kruipende dieren.

Romans 1:22-23; Als God niet meer de Bron van Wijsheid is, dan kan men beweren wijs te zijn, maar ze zijn in werkelijkheid dwaas. De dwaasheid wordt concreet gedemonstreerd omdat ze de onvergankelijke God hebben vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk:

Mens

Vogels

Viervoetige dieren

Kruipende dieren

Nogmaals, het is zo dwaas om de onvergankelijke God te vervangen door vergankelijke mensen en/of dieren; Isaiah 44:9-20.

Vanaf het moment dat men weigert God te erkennen en te eren Romans 1:28, zien we het volgende patroon:

Zinloze overleggingen; Romans 1:21.

Morele ongevoeligheid; Romans 1:22. Deze morele ongevoeligheid uit zich ook in seksuele omgang tussen man-man, vrouw-vrouw, Romans 1:26-27.

Religieuse dwaasheid, afgoderij; Romans 1:23, 2 Thessalonians 2:11-12.

Romeinen 1:24 (NBG)

24 Daarom heeft God hen in hun hartstochten overgegeven aan onreinheid, zodat bij hen het lichaam onteerd wordt.

Romans 1:24; Als men God niet erkent, dan geeft Hij hen over aan geestelijke en/of morele verblinding, Acts 7:42. In Ephesians 4:17-19 staat dat de mens zichzelf heeft overgegeven aan losbandigheid.

Uiteindelijk heeft deze overgave tot gevolg dat het lichaam onteerd wordt. Hoererij of ontuchtigheid is:

Zonde tegen Christus, omdat men Hem berooft van wat Hem toebehoort, namelijk het lichaam; 1 Corinthians 6:13-15, Romans 12:1-2.

Zonde tegen het eigen lichaam, omdat men de heiligheid en de kostbare waarde ervan veracht; 1 Corinthians 6:19-20.

In het geval van ontucht zondigt men onmiddellijk mét, dóór en tégen zijn eigen lichaam. Bij andere zonden, zelfs bij die het lichaam schaden zoals vraatzucht en dronkenschap, heeft men altijd nog middelen nodig en is de betrokkenheid van het lichaam indirect.

(Bron: StudieBijbel Online, Commentaar bij 1 Korintiërs 6:18)

De bijbelse opdracht is:

Vliedt de hoererij; 1 Corinthians 6:18.

Verheerlijkt dan God met uw lichaam; 1 Corinthians 6:20.

Romeinen 1:25 (NBG)

25 Zij immers hadden de waarheid Gods vervangen door de leugen en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen.

Romans 1:25; Hier zien we - zie ook Romans 1:23 - de dwaasheid van de mens verder escaleren. De concrete uitingen hiervan zijn als volgt:

De mens vervangt de waarheid Gods door de leugen

De mens vereert het schepsel boven de Schepper

We zijn naar Gods evenbeeld geschapen; Genesis 1:27, Colossians 3:10. In Hem vinden we onze ware identiteit. We ontdekken wie we zijn door de Schepper - en niet de schepping - te aanbidden. De mens kiest er bewust voor om de Bron des Levens af te wijzen, wat een dwaasheid.

Jezus zegt van Zichzelf “Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij”; John 14:6. Deze Waarheid wijst de mens af, en kiest voor de leugen. De duivel staat niet in de waarheid. Hij is een leugenaar en de vader der leugen; John 8:44. De mens is dwaas als hij denkt dat hij in onafhankelijkheid van God kan leven. Dit dacht Eva ook. Het boek Spreuken waarschuwt ons en laat het volgende weten “Soms schijnt een weg iemand recht, maar het einde daarvan voert naar de dood”; Proverbs 16:25.

Romeinen 1:26-27 (NBG)

26 Daarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke lusten, want hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang vervangen door de tegennatuurlijke.

27 Eveneens hebben de mannen de natuurlijke omgang met de vrouw opgegeven, en zijn in wellust voor elkander ontbrand, als mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende en daardoor het welverdiende loon voor hun afdwaling in zichzelf ontvangende.

Romans 1:26; Waarom heeft God hen overgegeven aan schandelijke lusten? Het antwoord lezen we in het vorige vers; Romans 1:25.

De natuurlijke seksuele omgang - tussen man en vrouw en binnen het huwelijk - is vervangen door de tegennatuurlijke, vrouw-vrouw. De tegennatuurlijke omgang behoort tot de categorie schandelijke lusten; Genesis 2:21-24, Matthew 19:4-6. Als de schepping - de mens - zich schandelijk of oneervol gedraagt, dan is dit ook schandelijk of oneervol voor de Schepper.

Romans 1:27; Ook de man heeft de natuurlijke seksuele omgang met de vrouw opgegeven. Hij kiest voor de tegennatuurlijke, man-man.

Wat voor de vrouwen geldt, geldt ook voor de mannen. Voor chrēsis (gebruikmaking in de zin van geslachtsgemeenschap) zie Romans 1:26. Paulus beschrijft de mannelijke homoseksualiteit met zo mogelijk nog meer afkeer dan de vrouwelijke: ‘Zij zijn ontbrand door hun begeerte naar elkaar, mannen (lett. mannelijken) met mannen schaamteloosheid volbrengende’. De ongeremde seksuele begeerte is als een verterend vuur (vgl. 1 Corinthians 7:9), dat de mens in zijn macht krijgt.

Deze ontering van het menselijk gevoelen en de verandering van zijn seksuele gerichtheid is Gods vergelding (antimisthia: tegenbeloning, vergelding) voor ‘hun dwaling’, nl. de dwaling om God door afgoden te vervangen. Het woord planē (dwaling) betekent altijd een bewust gekozen ‘dwaling’, een bewust ‘afwijken’ van de goede weg. Het woord edei (het moest, het was noodzakelijk) geeft aan, dat vanuit Gods gezichtspunt deze dwaling noodzakelijkerwijs deze ontaarding ten gevolge moest hebben.

De homoseksuele praktijk tussen man en man, maar vooral tussen man en knaap was algemeen aanvaard in de Grieks-Romeinse cultuur (zie comm. Romans 1:32). Ook de lesbische seksualiteit kwam voor, maar we weten niet in welke mate. Door het Jodendom werd op grond van het OT (vgl. Genesis 19:1-28; Leviticus 18:22; Leviticus 20:13; Judges 19:22; 2 Kings 23:7; Isaiah 3:9) de homoseksuele praktijk verafschuwd, al kwam het ook onder hen voor (SB III, 71-72). In het NT wordt uitdrukkelijk voor de homoseksuele praktijk en de knapenliefde (pedofilie) gewaarschuwd (vgl. 1 Corinthians 6:10; 1 Timothy 1:10).

(Bron: StudieBijbel Online, Commentaar bij Romeinen 1:27)

Romeinen 1:28-32 (NBG)

Deze verzen vormen een soort climax. De mens heeft besloten om God uit zijn gedachten te zetten. Het gevolg is dat God hen overgeeft aan een verwerpelijk denken. Dat denken zorgt ervoor dat men dingen doet die niet gepast zijn. Deze dingen vinden we in Romans 1:29-31.

vervuld van allerlei onrechtvaardigheid (Romans 1:29). De SVV noemt ook hoererij. De NKJV noemt ook sexual immorality.

boosheid

hebzucht en slechtheid

vol nijd

moord

twist

list en kwaadaardigheid

oorblazers

lasteraars (Romans 1:30)

haters van God

verwatenen

overmoedigen

grootsprekers

vindingrijk in het kwaad

hun ouders ongehoorzaam

onverstandig (Romans 1:31)

onbestendig

zonder hart of barmhartigheid

Deze levensstijl ademt een arrogantie uit ten opzichte van de Schepper. Ze zijn namelijk op de hoogte van de rechtseis van God. Vrij vertaald betekent dit dat men weet dat God Recht(vaardig) is en deze levensstijl niet goedkeurt. Ondanks dat gaan ze door met zondigen. Sterker nog, ze juichen het toe als anderen dit ook doen.